ECLI:NL:RBZWB:2024:536

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 januari 2024
Publicatiedatum
31 januari 2024
Zaaknummer
C/02/418084 / FA RK 24/221
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. van Eck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 19 januari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1978. De officier van justitie had op 17 januari 2024 verzocht om verlenging van de crisismaatregel die op 16 januari 2024 was opgelegd. Tijdens de mondelinge behandeling waren verschillende deskundigen aanwezig, waaronder psychiaters en een curator, die de toestand van de betrokkene hebben toegelicht. De betrokkene vertoonde ontremd gedrag en had een geschiedenis van psychische stoornissen, waaronder schizofrenie en middelengebruik. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, wat de voortzetting van de crisismaatregel rechtvaardigde. De rechtbank verleende de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel tot en met 9 februari 2024, met de mogelijkheid tot het treffen van verplichte zorgmaatregelen indien nodig. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter M. van Eck en is op 2 februari 2024 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/418084 / FA RK 24/221
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 19 januari 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1978 in [geboorteplaats] ,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
thans verblijvende in de accommodatie GGZ WNB, [locatie] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. H.A. van der Hout in Roosendaal.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 17 januari 2024, ingekomen ter griffie op 17 januari 2024, waarin de officier van justitie heeft verzocht om voortzetting van de op 16 januari 2024 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Bergen op Zoom tot het nemen van de crisismaatregel van 16 januari 2024;
- de medische verklaring van 16 januari 2024;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en/of de politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 19 januari 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door mr. Van der Hout;
- dhr. dr. [naam 1] , psychiater;
- mevr. [naam 2] , psychiater in opleiding (hierna te noemen: psychiater i.o.).
Tevens waren de volgende personen aanwezig, deze zijn echter niet gehoord:
- mevr. [naam 3] , afdelingsbegeleidster;
- dhr. [naam 4] , curator.
1.4
De officier van justitie is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene te verlenen.

3.Standpunten

Standpunt van betrokkene
3.1
Door betrokkene is tijdens de mondelinge behandeling, voor zover van belang, verklaard dat zij geen COVID-19 heeft gehad en dat zij geen bedelaar is. Betrokkene heeft zich van een flat willen gooien en bevestigt dat zij op een chaotische manier kan rommelen (opruimen, douchen, opruimen). Hiernaast heeft betrokkene gezegd dat zij naar huis of naar een andere afdeling wil gaan. Ook heeft betrokkene geen psychoses gehad. Daarnaast is door betrokkene aangegeven dat zij glazen naar buiten heeft gegooid en een handdoek bij de afdeling High & Intensive Care heeft zien hangen.
Standpunt van de advocaat
3.2
Namens betrokkene is door de advocaat tijdens de mondelinge behandeling, kort samengevat, naar voren gebracht dat wordt voldaan aan de wettelijke criteria. Het verzoek kan worden toegewezen. Betrokkene dient gestabiliseerd te worden, zodat zij daarna wellicht met ambulante hulpverlening terug naar haar woning kan gaan. Bij beschikking van 19 december 2023 is de door de burgemeester van de gemeente Bergen op Zoom afgegeven crisismaatregel voortgezet. Betrokkene heeft zich toen geprobeerd van het leven te beroven door van een flatgebouw te springen. Betrokkene heeft ook te maken met middelgerelateerde problematiek, alhoewel zij zelf aangeeft geen middelen meer te gebruiken. Ook heeft betrokkene in die periode aangegeven naar een andere afdeling te willen gaan.
Standpunt van de psychiater en de psychiater i.o.
3.3
Door de psychiater en psychiater i.o. is tijdens de mondelinge behandeling, kort samengevat, naar voren gebracht dat bij betrokkene op dit moment een ontremd beeld wordt gezien. Betrokkene is heel assertief, heel emotioneel, labiel en rommelt op een chaotische manier. Sprake is (vermoedelijk) van manisch gekleurd toestandsbeeld, maar nog niet duidelijk is in welke mate sprake is van een aspect van Katatonie. Op dit moment wordt ingezet op Katatonie, maar wellicht moet dat traject verlaten worden en dient ingezet te worden op een psychotisch component. Hiernaast is door de psychiater en psychiater i.o. aangegeven dat betrokkene hand-op-hand-begeleiding nodig heeft. Zij moet 24 uur per dag, zeven dagen per week gestuurd en begeleid worden om te voorkomen dat zij chaos veroorzaakt of in aanvaring komt met andere cliënten die kunnen reageren op haar ongelukkige gedrag. Er wordt medicatie ingezet, maar die moet zijn werk nog doen. Als betrokkene weer op niveau komt, dan kan zij mogelijk weer buiten de instelling gaan verblijven met ambulante hulpverlening. Ten slotte is door de psychiater en psychiater i.o. aangegeven dat de verzochte vormen van verplichte zorg noodzakelijk kunnen zijn en slechts ingezet worden indien de situatie dat vergt.

4.Beoordeling

4.1
Het vermoeden bestaat dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten
schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, middelgerelateerde en verslavingsstoornissen en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn. De rechtbank overweegt hierbij dat uit de medische verklaring van 16 januari 2024 blijkt dat betrokkene bekend is met recidiverende psychoses in het kader van schizofrenie en het gebruik van middelen (ook recent voor deze opname, namelijk ketamine). Betrokkene is erg geagiteerd en emotioneel. Zij spreekt wartaal en is incoherent en achterdochtig. Hiernaast blijkt uit die verklaring dat betrokkene ontremd is en lijdt aan decorumverlies. Hier komt bij dat de rechtbank recent heeft vastgesteld dat sprake is van een vermoeden van een psychische stoornis, namelijk in de beschikking van 19 december 2023.
4.2
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat hij onder invloed van een ander raakt, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat betrokkene fors psychotisch is, zichzelf slecht verzorgd en geen ziektebesef en -inzicht heeft.
4.3
Het ernstige vermoeden bestaat dat dit onmiddellijk dreigend ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit de hierboven genoemde psychische stoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
4.4
De rechtbank is van oordeel dat de in de crisismaatregel genoemde zorg noodzakelijk is om het nadeel af te wenden, te weten:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
De rechtbank oordeelt hierbij wel dat de vorm van verplichte zorg te weten ‘aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten (…)’ aangewend kan worden om betrokkene afspraken met de hulpverlening in het ambulante kader te laten nakomen en die te accepteren en om betrokkene die hulpverlening toegang tot haar woning te verschaffen.
4.5
Betrokkene verzet zich tegen de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft betrokkene duidelijk aangegeven dat zij niet bij de zorgaanbieder wil blijven.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De rechtbank is van oordeel dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig is en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, voor de verzochte duur.
4.9
Dit leidt tot de volgende beslissing.

5.Beslissing

De rechtbank:
5.1
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1978 in [geboorteplaats] ;
5.2
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd en overwogen in rechtsoverweging 4.4 kunnen worden getroffen indien de situatie dat vergt;
5.3
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 9 februari 2024.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Van Eck, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 19 januari 2024 in tegenwoordigheid van mr. Hol, griffier, en op 2 februari 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.