ECLI:NL:RBZWB:2024:5383

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 juli 2024
Publicatiedatum
5 augustus 2024
Zaaknummer
C/02/415041/HA ZA 23-552
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. De Graaf
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van facturen en aansprakelijkheid voor schade door wanprestatie in expertise-overeenkomst

In deze civiele zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 juli 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Trett Consulting B.V. en Brodograđevna Industrija Split, Dioničko Društvo. Trett, de eisende partij, vorderde betaling van onbetaalde facturen ter waarde van € 61.753,40, vermeerderd met contractuele rente en buitengerechtelijke kosten. De vordering was gebaseerd op een overeenkomst waarin Trett expertise-werkzaamheden heeft verricht voor Brodosplit, die een scheepswerf is. Brodosplit betwistte de vordering en stelde dat Trett tekortgeschoten was in haar verplichtingen door geen kritieke-pad-analyse uit te voeren, wat volgens hen leidde tot schade in een arbitrageprocedure tegen Star Clippers. De rechtbank oordeelde dat Brodosplit de facturen moest betalen, omdat er geen sprake was van wanprestatie aan de zijde van Trett. De rechtbank verwierp ook het beroep op verrekening van schade door Brodosplit, omdat er geen bewijs was dat Trett tekortgeschoten was. De rechtbank heeft Brodosplit veroordeeld tot betaling van de gevorderde bedragen, inclusief proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK Zeeland-West-Brabant

Civiel recht
Zittingsplaats Middelburg
Zaaknummer: C/02/415041 / HA ZA 23-552
Vonnis van 24 juli 2024
in de zaak van
TRETT CONSULTING B.V.,
te Goes,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: Trett,
advocaat: mr. S.J.A. van Dam,
tegen
BRODOGRAƉEVNA INDUSTRIJA SPLIT, DIONIČKO DRUŠTVO,
te Split, Kroatië,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: Brodosplit,
advocaat mr. T. Bezmalinovic.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
­ het vonnis in incident van 19 oktober 2022,
­ het verzoek doorhalen/opbrengen (doorgehaalde) zaak van Trett d.d. 10 oktober 2023,
­ de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie,
­ het tussenvonnis van 24 januari 2024,
­ de conclusie van antwoord in reconventie, met producties,
­ de akte overlegging nadere productie van Brodosplit,
­ de mondelinge behandeling van 6 juni 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Brodosplit is een Kroatische scheepswerf. Op 2 oktober 2014 heeft Brodosplit een overeenkomst gesloten met Star Clippers Ltd (hierna te noemen: Star Clippers). Op grond van deze overeenkomst was Brodosplit gehouden een zeilschip te bouwen, genaamd “Flying clipper”. De overeengekomen contractuele prijs bedroeg € 63.335.000,00.
2.2.
Partijen hebben op 18 april 2018 een overeenkomst gesloten op grond waarvan Trett expertise-werkzaamheden heeft verricht voor Brodosplit. In die overeenkomst staat, voor zover hier van belang, onder meer het volgende:
“4.0
Trett Consulting will:(…)
4.8
Produce report of assessment and calculation of the losses and damages incurred by the Appointor as a result of delay in submission of Buyer’s documents. In addition, include in the report costs attributable to upgrade of Contractual documents provided by Appointor.
(…)
6
Fees and disbursements:
6.1
The agreed fees (…) are as follows:
(…)
6.3
Trett Consulting will present invoices on a monthly basis. Payment of each invoice is due strictly within 30 days of the date of the invoice.
6.4
Invoices remaining unpaid after the final date for payment shall bear interest at 0,5% per month.
(…)
7
Disputes:
7.1
If Appointer disputes the service(s) delivered by Trett Consulting or the amount of Trett Consulting’s fees, Appointer shall give notice in writing as soon as practical but within 21 days after the appointer became aware, or should have become aware of the dispute.
2.3.
Op 29 maart 2019 heeft Star Clippers de scheepsbouwovereenkomst met Brodosplit ontbonden vanwege vertraging in de oplevering.
2.4.
Op 10 juli 2019 is Brodosplit een arbitrageprocedure gestart tegen Star Clippers. Trett heeft expertise-werkzaamheden verricht voor Brodosplit met betrekking tot deze procedure.
2.5.
Op 13 februari 2020 heeft Trett een rapportage ingediend ten behoeve van de arbitrageprocedure. Op 14 februari 2020 heeft Brodosplit haar eis ingediend in de arbitrageprocedure.
2.6.
Op 8 mei 2020 heeft Star Clippers haar verweer in de arbitrageprocedure ingediend.
2.7.
Op 24 juli 2020 heeft de heer [naam 1] , project manager bij Brodosplit, per e-mail aan Trett gereageerd op de ‘Critical path analyse’ in het verweer van Star Clippers.
Later die dag heeft er een conference call plaatsgevonden tussen, Trett, Brodosplit en haar juridisch adviseurs van NautaDutihl.
2.8.
Bij e-mail van 24 juli 2020 om 17.09 uur heeft de heer [naam 2] namens Trett het volgende geschreven aan Brodosplit en NautaDutihl:

Further to our conference call this morning, we will include a section in our supplemental report detailing the critical path,. (…) as a rebuttal on [naam 3] ’s assessment.
(…)
As I mentioned it should be more or less a total overview /summary of the -individual -findings (the BDE’s) in the DT First Report, providing an overview of the critical path as we see it.
2.9.
Op 27 juli 2020 heeft [naam 4] van NautaDutilh hierop als volgt gereageerd:

Ons voorstel is om het alternatieve scenario op te nemen na hoofdstuk 8, zodat het duidelijk te onderscheiden is van onze -primaire – interpretatie van artikel 2.4 (hoofdstuk 3) en jouw methodologische en inhoudelijke commentaar op de analyse van [naam 3] (hoofdstuk 6 en 8). Dit past wat ons betreft het beste bij het subsidiaire karakter van de ‘critical path’ benadering.
2.10.
Op 10 augustus 2020 heeft Trett een conceptversie van haar tweede rapport ten behoeve van de arbitrageprocedure aan Brodosplit en NautaDutihl toegezonden. Brodosplit heeft dit rapport van commentaar voorzien waarna het definitieve rapport op 14 augustus 2020 in de arbitrageprocedure is ingediend.
2.11.
Op 14 tot en met 16 december 2020 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden bij het scheidsgerecht. Bij deze zitting was onder meer de heer [naam 2] van Trett aanwezig als expert namens Brodosplit.
2.12.
Bij beslissing van 15 februari 2021 heeft het scheidsgerecht op de vorderingen beslist. Geoordeeld is dat Star Clippers de overeenkomst met Brodosplit rechtsgeldig heeft ontbonden.
2.13.
In de periode van april 2018 tot en met december 2020 heeft Trett haar werkzaamheden maandelijks aan Brodosplit gefactureerd. Tot oktober 2020 heeft Brodosplit de facturen van Trett betaald. Daarna heeft Trett nog de volgende facturen gestuurd aan Brodosplit:
  • factuur [nummer 1] van 31 oktober 2020 ad € 20.330,00,
  • factuur [nummer 2] van 30 november 2020 ad € 24.890,00,
  • factuur [nummer 3] van 21 december 2020 ad € 16.533,40,
Deze facturen heeft Brodosplit onbetaald gelaten.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
Trett vordert – samengevat – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Brodosplit te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 61.753,40, vermeerderd met de contractuele rente van 0,5% per maand, althans de wettelijke handelsrente, vanaf de vervaldata van de facturen en te vermeerderen met de buitengerechtelijke kosten ad € 1.392,53, met veroordeling van Brodosplit in de proceskosten.
3.2.
Trett heeft de tussen partijen gesloten overeenkomst aan haar vordering ten grondslag gelegd. Op grond van deze overeenkomst heeft Trett tegen betaling expertise-werkzaamheden verricht voor Brodosplit. Trett heeft de laatste drie facturen ten onrechte onbetaald gelaten. Trett vordert betaling van deze facturen.
3.3.
Brodosplit betwist primair de facturen verschuldigd te zijn. Trett heeft werkzaamheden verricht voor Brodosplit in het kader van een arbitrageprocedure tussen Brodosplit en Star Clippers. In deze procedure stond de vraag centraal of Brodosplit een beroep kon doen op toegelaten vertraging aan haar kant indien die is veroorzaakt door Star Clippers omdat zij masten en tuigage niet tijdig had geleverd. Brodosplit stelt zich op het standpunt dat Trett is tekortgeschoten in de nakoming van de op haar rustende verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst. Trett is als expert ingeschakeld en het was haar taak om een deskundigenrapport uit te werken waaruit zou volgen dat het aan Star Clippers zelf te wijten was dat er vertraging was ontstaan in het bouwproces. Daarvoor was het cruciaal om een kritieke-pad-analyse te maken. Brodosplit stelt deze opdracht ook uitdrukkelijk aan Trett te hebben gegeven maar Trett heeft hieraan geen gevolg gegeven. Brodosplit heeft de arbitrageprocedure verloren vanwege het ontbreken van deze kritieke-pad-analyse. Trett heeft dan ook een beroepsfout gemaakt door de kritieke-pad-analyse niet uit te werken.
3.4.
Voor zover zou worden geoordeeld dat Brodosplit de gevorderde facturen wel aan Trett verschuldigd is, beroept Brodosplit zich op verrekening. Door haar wanprestatie heeft Trett schade veroorzaakt voor Brodosplit. Deze schade bedraagt minstens het totaal bedrag dat Star Clippers in de arbitrage toegewezen heeft gekregen, te weten circa € 14.000.000,00. Brodosplit wenst de facturen te verrekenen met deze schade.
3.5.
Brodosplit heeft verder de hoogte van de gevorderde facturen betwist. De opgegeven uren zijn ‘opgeklopt’ en de noodzaak tot het maken van deze uren ontbreekt. In de specificatie ontbreekt een omschrijving van de werkzaamheden zodat Brodosplit niet kan nagaan of de opgegeven uren noodzakelijk waren. Brodosplit verzoekt daarom een deskundige te benoemen die objectief kan nagaan en beoordelen wat een redelijk loon is dat Brodosplit is verschuldigd aan Trett, gelet op de niet uitgewerkte kritieke-pad-analyse.
in reconventie
3.6.
Brodosplit vordert te verklaren voor recht dat Trett aansprakelijk is jegens Brodosplit voor alle schade die Brodosplit heeft geleden en nog zal lijden als gevolg van het nalaten van Trett om een kritieke-pad-analyse uit te werken, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, met veroordeling van Trett in de proceskosten.
3.7.
Voor de onderbouwing van haar vordering verwijst Brodosplit naar hetgeen zij in conventie als verweer heeft aangevoerd. De schade van Brodosplit bestaat uit datgene dat zij aan Star Clippers heeft betaald en nog zal moeten betalen. Omdat het totale bedrag op dit moment nog niet bekend is, vraagt Brodosplit een verwijzing naar de schadestaatprocedure.
3.8.
Trett betwist dat zij aansprakelijk is voor enige schade van Brodosplit. Trett is niet degene geweest die heeft betoogd dat de ‘Permissible Delay’, zoals beschreven in artikel 2.4 en 7.13 van de overeenkomst tussen Brodosplit en Star Clippers, moest worden gebaseerd op het tijd-voor-tijd principe. Deze strategie is door de interne en externe juridische adviseurs van Brodosplit bepaald. Op basis daarvan heeft Trett geen kritieke-pad-analyse maar een tijd-voor-tijd analyse uitgevoerd. Al haar keuzes en overwegingen heeft Trett beschreven in het eerste deskundigenrapport dat zij aan Brodosplit heeft verstrekt. Dit rapport is conform opdracht opgeleverd. Brodosplit heeft hier ook geen enkel bezwaar tegen gemaakt. Brodosplit was zeer tevreden over de werkzaamheden van Trett en zij heeft het rapport ook ingebracht in de arbitrageprocedure. Pas na het verweer van Star Clippers ontving Trett de e-mail van 24 juli 2020, met betrekking tot de kritieke-pad-analyse. Anders dan Brodosplit betoogt, bevat deze e-mail echter geen directe opdracht tot het uitvoeren van een kritieke-pad-analyse. Na overleg tussen Brodosplit en haar juridisch adviseurs is besloten om de opmerkingen enkel te verwerken in een separaat hoofdstuk in het aanvullend deskundigenrapport. Dit omwille van de tijd, het ontbreken van informatie en overige beperkingen en risico’s. Het concept van het aanvullend deskundigenrapport is herhaaldelijk gecontroleerd door Brodosplit en haar juridisch adviseurs en akkoord bevonden. Brodosplit draagt bovendien geen bewijs aan voor haar stelling dat de vorderingen van Star Clippers zijn toegewezen als gevolg van het niet uitvoeren van een kritische-pad-analyse. Dit volgt ook niet uit het arbitrale vonnis.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie
4.1.
Gelet op de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie zullen beide geschillen gezamenlijk worden behandeld.
Internationale bevoegdheid en toepasselijk recht
4.2.
In het vonnis in incident van 19 oktober 2022 dat tussen partijen is gewezen, is al geoordeeld dat de Nederlandse rechter bevoegd is van het geschil kennis te nemen. Niet in geschil is dat partijen in de overeenkomst een keuze hebben gemaakt voor de toepassing van Nederlands recht. De rechtbank zal daarom op grond van artikel 3, eerste lid, van verordening (EG), Nr. 593/2008 (Rome I) Nederlands recht toepassen.
Wanprestatie / verrekening
4.3.
De rechtbank verwerpt het primaire verweer van Brodosplit, inhoudende dat zij de laatste drie facturen onbetaald kan laten omdat Trett is tekortgeschoten in haar verplichtingen uit de overeenkomst. Een gebrekkige prestatie – voor zover deze zou komen vast te staan – brengt niet met zich dat de overeengekomen tegenprestatie niet is verschuldigd. Dit is enkel het geval indien de overeenkomst wegens die wanprestatie wordt ontbonden en daarvan is geen sprake geweest. Brodosplit heeft haar betalingsverplichting evenmin opgeschort.
4.4.
Brodosplit heeft subsidiair een beroep gedaan op verrekening van de factuurbedragen met schade die zij stelt te hebben geleden als gevolg van wanprestatie van Trett. Brodosplit legt ook aan haar vordering in reconventie ten grondslag dat sprake is van wanprestatie door Trett.
4.5.
De rechtbank moet dus beoordelen of Trett is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst en of Brodosplit daardoor (voor verrekening vatbare) schade heeft geleden. Om dit te kunnen beoordelen is in de eerste plaats van belang om vast te stellen waar de opdracht van Trett uit bestond. Hierover verschillen partijen van mening.
Opdracht
4.6.
De rechtbank stelt vast dat de overeenkomst tussen partijen is gesloten voordat Star Clippers de scheepsbouwovereenkomst met Brodosplit heeft ontbonden. Trett heeft onweersproken gesteld dat zij aanvankelijk is ingeschakeld omdat Brodosplit een vordering op Star Clippers meende te hebben omdat zij documenten niet tijdig had ingediend. Dat blijkt ook uit de omschrijving van de aan Trett gegeven opdracht in artikel 4.8. van de overeenkomst. Trett diende de omvang van die vordering te berekenen. Pas toen ontbinding van de scheepsbouwovereenkomst dreigde, heeft Trett de (aanvullende) opdracht gekregen om tevens de toelaatbare vertraging ten aanzien van de opleverdatum van het schip te berekenen. Die opdracht is niet afzonderlijk in een overeenkomst vastgelegd.
4.7.
Niet in geschil is dat Trett dit in haar eerste rapport ten behoeve van de arbitrageprocedure heeft gedaan op basis van het tijd-voor-tijd-principe. Hierbij is het uitgangspunt dat de vertraging in de nakoming van de verplichtingen van de zijde van de koper één op één wordt toegevoegd aan de overeengekomen levertermijn.
Brodosplit heeft naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende onderbouwd dat het rapport van Trett niet conform de aan haar gegeven opdracht was. Trett heeft gemotiveerd als verweer aangevoerd dat de keuze om in de arbitrageprocedure in te zetten op de “tijd-voor-tijd-strategie”, in goed onderling overleg tussen Brodosplit en haar juridisch adviseurs is gemaakt. Enerzijds was dit gebaseerd op de volgens hen juiste uitleg van de daarop betrekking hebbende bepalingen uit de scheepsbouwovereenkomst. Anderzijds gold dat een “kritieke-pad-benadering” wegens een gebrek aan de daarvoor benodigde informatie niet kon worden onderbouwd en (daardoor) juist in het nadeel van Brodosplit zou kunnen werken, omdat dan ook de tekortkomingen van Brodosplit zelf in de analyse zouden moeten worden meegenomen. Dat deze keuze destijds expliciet is gemaakt blijkt ook uit een passage in het processtuk uit een procedure tussen Brodosplit en NautaDutilh, waarvan Brodosplit een deel in het geding heeft gebracht. NautaDutilh schrijft daarin dat zij voor aanvang van de arbitrageprocedure heeft geadviseerd om een kritieke-pad-analyse op te stellen maar dat Trett hiertoe niet kon overgaan vanwege het ontbreken van informatie aan de zijde van Brodosplit. Bovendien bleek uit onderzoek van Trett dat Brodosplit ook zelf bepaalde aspecten van het bouwproces had vertraagd. Dit zou bij een kritieke-pad-analyse geen toegestane vertraging opleveren in verhouding tot Star Clippers. NautaDutilh schrijft in haar conclusie van antwoord in reconventie vervolgens onder meer:

Aangezien er geen sluitende analyse van het kritieke pad kon worden uitgevoerd, zag NautaDutilh zich genoodzaakt – zoals besproken met Brodosplit – om in de arbitrage primair in te zetten op het standpunt dat de vertraging van de oplevering door Star Clippers van Buyer’s Supplies leidde tot een automatische verlenging van bouwtijd (time-for-time in plaats van critical delay). Zo had Brodosplit het contract zelf altijd geïnterpreteerd (ook gedurende de bouw van het schip) en dit was naar het oordeel van NautaDutilh ook in overeenstemming met de letterlijke bewoordingen van de Schipbuilding Agreement, en in lijn met in de scheepsbouwindustrie voorkomende builder-friendly bouwcontracten.
4.8.
Gelet op deze passage en het verweer van Trett, had het op de weg van Brodosplit gelegen om nader te onderbouwen waaruit volgt dat zij aan Trett de opdracht heeft gegeven om een kritieke-pad-analyse te maken in plaats van of naast een berekening op basis van het tijd-voor-tijd-principe. Anders dan Brodosplit stelt, blijkt uit haar e-mail van 24 juli 2020 niet dat zij dat heeft gedaan. Die e-mail is immers pas gestuurd, nadat Trett haar eerste rapport had afgerond en betreft een inhoudelijke reactie op het door Star Clippers op 8 mei 2020 ingediende verweer in de arbitrageprocedure. Uit de daarop volgende correspondentie en het op 14 augustus 2020 ingediende tweede rapport van Trett blijkt dat die reactie, in overleg met Brodosplit en haar juridisch adviseurs, is verwerkt en is toegevoegd als “alternatief scenario” en subsidiair standpunt. Waaruit volgt dat aan Trett iets anders was opgedragen, stelt Brodosplit evenmin.
4.9.
De conclusie is dus dat het standpunt van Brodosplit dat zij aan Trett een expliciete opdracht heeft gegeven om een kritieke pad analyse te maken, anders dan Trett als “alternatief scenario”, in reactie op het deskundigenrapport van Star Clippers, in het tweede rapport heeft gedaan, wordt verworpen.
Zorgplicht
4.10.
Brodosplit stelt zich subsidiair op het standpunt dat het in de taak van Trett als deskundige besloten lag om de juiste strategie te kiezen dan wel te adviseren om een kritieke-pad-analyse te maken. Daarmee is de vraag aan de orde of Trett is tekort geschoten in de nakoming van haar verbintenissen omdat zij haar zorgplicht heeft geschonden. In dit kader dient de vraag te worden beantwoord of Trett heeft gehandeld zoals van een redelijk handelend en redelijk bekwaam vakgenoot mag worden verwacht. Concreet gaat het er hierbij om of van Trett in de gegeven omstandigheden mocht worden verwacht dat zij een rapportage had opgesteld met een berekening van de contractueel toegestane vertraging die ook gebaseerd was op een (volledige) kritieke pad analyse. De rechtbank is van oordeel dat dit niet het geval is en zij overweegt daarover het volgende.
4.11.
Uit hetgeen hiervoor is overwogen, volgt reeds dat de processtrategie in de arbitrageprocedure, in goed onderling overleg en op basis van de beschikbare informatie, is afgestemd tussen Brodosplit, haar juridisch adviseurs en Trett. Brodosplit heeft de stelling van Trett, dat de informatie die nodig was om een volledige kritieke-pad-analyse uit te voeren niet voorhanden was, onvoldoende weersproken. Uit de stellingen van NautaDutilh in de tegen haar aanhangige procedure volgt dat Trett het gebrek aan de nodige informatie ook meermaals bij haar en bij Brodosplit heeft aangegeven. Ook volgt daaruit dat Trett haar zorgen heeft geuit over de aan Brodosplit zelf toe te rekenen vertraging. NautaDutilh citeert onder meer een e-mail van Trett van 5 juni 2020 aan NautaDutilh. Trett schrijft hierin:

Ref your request at item 5.4 on possibility critical delay assessment herewith a short response.
  • It would not be impossible but it require extensive review of engineering data and outfitting schedules. The latter were not available in the first stage of (pre-outfitting).
  • (…)
  • A critical delay assessment needs to look into Builder delays as well; likely outcome would be concurrent delays (which reduces the possibility to claim losses) and less remaining permissible delays. The amount of remaining permissible delays is heavily depending on the argumentation / demonstration pacing delays.
  • (…)
4.12.
Uit de geciteerde e-mails blijkt ook dat juist vanwege het ontbreken van voldoende informatie om een sluitende kritieke-pad-analyse te kunnen maken, in overleg met Brodosplit, primair is ingezet op het “time-for-time” standpunt. Van Trett kon onder die omstandigheden niet worden verwacht dat zij, in afwijking van het advies van de juridisch adviseurs en hetgeen in onderling overleg was afgesproken, een (volledige) kritieke-pad-analyse in haar rapporten zou opnemen. Het standpunt dat Trett in de nakoming van de overeenkomst is tekortgeschoten wegens een schending van de zorgplicht, wordt daarom verworpen.
4.13.
Nu van een tekortkoming aan de zijde van Trett geen sprake is, is Trett niet aansprakelijk voor de door Brodosplit gestelde schade.
4.14.
Dit betekent dat het beroep op verrekening wordt verworpen. Ook de in reconventie gevorderde verklaring voor recht en de verwijzing naar de schadestaatprocedure zullen worden afgewezen.
Hoogte facturen - klachtplicht
4.15.
Het verweer van Brodosplit ten aanzien van de hoogte van de facturen waarvan Trett betaling vordert, wordt eveneens verworpen. Tussen partijen staat vast dat Trett in opdracht van Brodosplit werkzaamheden heeft verricht op grond van de tussen hen gesloten overeenkomst tegen betaling van het in artikel 6 overeengekomen uurloon.
Trett heeft de facturen weliswaar niet gedetailleerd gespecificeerd, maar wel voorzien van een overzicht van de per dag, in de betreffende factuurperiode, gewerkte uren en gemaakte reiskosten. Trett heeft steeds maandelijks gefactureerd waarbij de specificatie van de uren ook steeds op dezelfde wijze was opgemaakt. Brodosplit heeft de facturen tot oktober 2020 altijd betaald en heeft niet weersproken dat zij de facturen voor deze procedure nooit heeft betwist. De rechtbank gaat ervan uit dat Brodosplit bekend is met de werkzaamheden die Trett in haar opdracht heeft verricht. Ter zitting heeft Brodosplit ook niet weersproken dat Trett in de periode waar de laatste facturen betrekking op hebben werkzaamheden heeft verricht voor het opstellen van een nader rapport en het bijwonen van de zitting in de arbitrageprocedure van 14 tot 16 december 2020. Dat Trett deze werkzaamheden heeft verricht, blijkt ook uit het vonnis van het scheidsgerecht. Mede gelet hierop, had het op de weg van Brodosplit gelegen om te onderbouwen waarom de facturen waarvan Trett nu betaling vordert, niet juist zouden zijn en om daar tijdig tegen te protesteren. Op grond van artikel 7.1 van de overeenkomst had zij binnen 21 dagen na ontvangst van de facturen moeten klagen. Nu zij dat niet heeft gedaan, heeft zij haar rechten verwerkt. Brodosplit heeft zich ter zitting op het standpunt gesteld dat dit artikel niet geldig is omdat er niet afzonderlijk over is onderhandeld tussen partijen maar dit verweer wordt verworpen. Het beding is immers niet opgenomen in de algemene voorwaarden maar in de overeenkomst zelf.
Toewijzing hoofdvordering van Trett
4.16.
Uit het voorgaande volgt dat Brodosplit de factuurbedragen, vermeerderd met de gevorderde contractuele rente van 0,5% per maand, aan Trett moet betalen. De daartoe strekkende vordering zal daarom worden toegewezen.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.17.
Trett maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De rechtbank stelt vast dat Trett voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten komt ook overeen met het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
Proceskosten
4.18.
Brodosplit is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Trett worden in conventie begroot op:
- kosten van de dagvaarding
98,52
- griffierecht
2.076,00
- salaris advocaat
2.428,00
(2,00 punten × € 1.214,00)
- nakosten
139,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
4.741,52
4.19.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten in conventie wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
4.20.
Voor zover Trett heeft gevorderd om Brodosplit te veroordelen in de deurwaarderskosten ter zake de betekening van de dagvaarding in het buitenland, zal deze vordering als onvoldoende gemotiveerd worden afgewezen. Trett heeft niet gesteld hoe hoog deze kosten zijn.
4.21.
Brodosplit is ook in reconventie in het ongelijk gesteld en moet daarom ook die proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Trett worden in reconventie begroot op:
- salaris advocaat
1.214,00
(2,00 punten × 0,5 × € 1.214,00)
- nakosten
139,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.353,00

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
veroordeelt Brodosplit om aan Trett te betalen een bedrag van € 61.753,40, te vermeerderen met de overeengekomen rente van 0,5% per maand over het toegewezen bedrag, vanaf de respectieve vervaldata van de onderliggende facturen, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt Brodosplit om aan Trett te betalen een bedrag van € 1.392,53 aan buitengerechtelijke incassokosten,
5.3.
veroordeelt Brodosplit in de proceskosten van € 4.741,52, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe,
5.4.
veroordeelt Brodosplit tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.7.
wijst de vorderingen van Brodosplit af,
5.8.
veroordeelt Brodosplit in de proceskosten van € 1.353,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe,
in conventie en in reconventie
5.9.
veroordeelt Brodosplit tot betaling van € 92,00 plus de kosten van betekening als Brodosplit niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend.
Dit vonnis is gewezen door mr. De Graaf en in het openbaar uitgesproken op 24 juli 2024.