Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
[belanghebbende] BV,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 278,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele procedure vordert de curator van [belanghebbende] BV, die in faillissement verkeert, betaling van onbetaald gelaten facturen door [gedaagde] BV. De curator stelt dat [gedaagde] in de periode van 1 juni tot 19 juli 2021 producten heeft ontvangen, waarvoor facturen zijn verzonden die niet zijn betaald. De curator vordert een totaalbedrag van € 41.392,65, vermeerderd met rente en kosten. [gedaagde] voert verweer en stelt dat er een afspraak was over verrekening van kosten die zij heeft gemaakt voor de voortzetting van de activiteiten van de gefailleerde vennootschap. De rechtbank oordeelt dat het verrekeningsverweer deels slaagt, maar dat niet is aangetoond dat [gedaagde] meer dan € 8.678,24 aan kosten heeft gemaakt die voor verrekening in aanmerking komen. De rechtbank wijst de vordering van de curator toe tot een bedrag van € 30.990,20, vermeerderd met wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten. Tevens wordt [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak is gedaan op 17 juli 2024.