Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 augustus 2024 in de zaken tussen
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
- over het jaar 2018 een navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 9.309 en gelijktijdig een beschikking waarbij € 56 belastingrente in rekening is gebracht (zaaknummer 23/3168);
- over het jaar 2019 een navorderingsaanslag IB/PVV naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 6.431 en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 18.824, en gelijktijdig beschikkingen waarbij het verlies uit werk en woning is vastgesteld op € 0, een vergrijpboete is opgelegd van € 1.031 en belastingrente in rekening is gebracht van € 382 (zaaknummer 23/3169);
- over het jaar 2020 een navorderingsaanslag IB/PVV naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van nihil en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 24.157, en gelijktijdig beschikkingen waarbij het verlies is vastgesteld op € /- 117, een vergrijpboete is opgelegd van € 907 en belastingrente in rekening is gebracht van € 227 (zaaknummer 23/3170).
Beoordeling door de rechtbank
.De boetebeschikkingen bij de navorderingsaanslagen IB/PVV 2019 en 2020 zijn te hoog vastgesteld en moeten worden verminderd. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Feiten
- een correctie in de IB/PVV voor 2019 en 2020 van de winst uit onderneming ten bedrage van € 9.192 (2019) respectievelijk € 6.017 (2020) omdat geen sprake is van een bron van inkomen;
- een correctie in de IB/PVV voor 2019 en 2020 van het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang in verband met geconstateerde uitdelingen van [B.V. 1] en [B.V. 2] ten bedrage van € 18.824,50 (2019) respectievelijk € 24.157,50 (2020).
Motivering
- het beschikbaar stellen van de Sym scooter aan [naam 12] ;
- het beschikbaar stellen van een veulen voor privégebruik van [naam 12] en – zo begrijpt de rechtbank – de verkoopopbrengst van dit veulen;
- het beschikbaar stellen van stalling voor drie privépaarden van [naam 12] .
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart de beroepen tegen de uitspraken op bezwaar ten aanzien van de boetebeschikking IB/PVV 2019 en de boetebeschikking IB/PVV 2020 gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar met betrekking tot de boetebeschikking IB/PVV 2019 en de boetebeschikking IB/PVV 2020;
- vermindert de boetebeschikking bij de navorderingsaanslag IB/PVV 2019 tot € 500;
- vermindert de boetebeschikking bij de navorderingsaanslag IB/PVV 2020 tot € 500;
- verklaart de overige beroepen ongegrond;
- veroordeelt de inspecteur tot betaling van de proceskosten van belanghebbende van € 1.124,25;
- bepaalt dat de inspecteur het griffierecht van € 50 aan belanghebbende moet vergoeden.