Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- de brief van 20 februari 2024 van NTV met aanvullende producties.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak vorderde NEWTARGETVISION B.V. (NTV) betaling van een bedrag van € 3.350,57 van ALTENA OCCASIONS B.V. (Altena) op basis van een geldleningsovereenkomst. De overeenkomst was gesloten op 7 oktober 2021, waarbij Altena zich verplichtte om een bedrag van € 11.487,62 aan NTV terug te betalen in maandelijkse termijnen. Altena was in gebreke gebleven met de betaling van de termijnbedragen van februari tot en met juli 2023, wat leidde tot de vordering van NTV.
Altena voerde verweer en stelde dat de leningsovereenkomst nietig was, omdat deze in strijd zou zijn met de goede zeden. De kantonrechter oordeelde dat de overeenkomst tussen NTV en Altena kwalificeerde als een geldleningsovereenkomst en niet als een overeenkomst van cessie of subrogatie. Altena betwistte dat NTV schuldeiser was, maar de kantonrechter oordeelde dat de overeenkomst nietig was omdat deze in strijd was met de gedragsregels van accountants. BNR Accountants, die de lening had verstrekt, had niet rechtmatig een leningsovereenkomst met Altena kunnen aangaan, waardoor de overeenkomst tussen NTV en Altena ook nietig was.
De kantonrechter wees de vorderingen van NTV af en veroordeelde NTV in de proceskosten van € 677,00. Dit vonnis werd uitgesproken op 8 mei 2024.