ECLI:NL:RBZWB:2024:5508

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 juli 2024
Publicatiedatum
9 augustus 2024
Zaaknummer
C/02/423501 / FA RK 24/2739
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Smits
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met bipolaire stoornis

Op 3 juli 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1994, die lijdt aan een bipolaire stoornis. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging aansluitend op een eerder opgelegde crisismaatregel, die op 27 mei 2024 was verlengd. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde datum gehouden, waarbij de betrokkene, haar advocaat en medische professionals aanwezig waren. De betrokkene heeft tijdens de behandeling aangegeven dat het goed met haar gaat en dat zij baat heeft bij medicatie, wat haar ziektebesef en -inzicht heeft vergroot. De arts en verpleegkundige bevestigden de vooruitgang van de betrokkene, maar gaven aan dat de situatie nog te fragiel is voor vrijwillige zorg.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis die leidt tot ernstig nadeel, waaronder lichamelijk letsel en verwaarlozing. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, met specifieke vormen van verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief is. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Smits en schriftelijk uitgewerkt op 17 juli 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/423501 / FA RK 24/2739
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 3 juli 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 1994 te [plaats 1] ,
wonende te [woonadres] ,
thans verblijvende in de accommodatie Stichting Emergis te [plaats 2] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. S. van de Voorde te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 14 juni 2024, ingekomen ter griffie op 14 juni 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 13 juni 2024;
- een afschrift van de justitiële documentatie;
- een verklaring niet voorkomen in het curatele- en bewindregister;
- een zorgplan van 10 juni 2024;
- de medische verklaring van 12 juni 2024;
- een informatierapport Wvggz van 13 juni 2024;
- een zorgkaart van 6 juni 2024.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 3 juli 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- mw. [naam 1] , arts;
- [naam 2] , verpleegkundige.
1.4
De officier van justitie is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van zes maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat het goed met haar gaat. Betrokkene herkent zich in de stoornis die wordt geschetst en ziet in dat zij baat heeft bij het innemen van medicatie. Door het innemen van medicatie heeft betrokkene ziektebesef en -inzicht gekregen. Ook is zij veel rustiger geworden. Betrokkene is dan ook van mening dat het verzoek moet worden toegewezen. Zij ziet een zorgmachtiging als ‘stok achter de deur’ en is bang dat zij – wanneer er geen zorgmachtiging is – haar medicatiegebruik zal staken, hetgeen zal leiden tot een terugval. Dit moet voorkomen worden. Verder geeft betrokkene aan dat zij weer een relatie heeft met haar ex-partner. Door hem ziet betrokkene is dat zij medicatie nodig heeft.
3.2
Namens betrokkene verzoekt de advocaat om het verzoek toe te wijzen. Betrokkene stemt in met de zorgmachtiging en de daarbij behorende vormen van verplichte zorg. Door het toenemende ziektebesef en -inzicht herkent zij zichzelf in de stoornis die wordt geschetst en het ernstig nadeel wat daaruit voortvloeit. Een zorgmachtiging dient voor betrokkene als ‘stok achter de deur’. Op het moment dat het minder gaat met betrokkene kan er via een zorgmachtiging sneller worden ingegrepen waardoor een terugval voorkomen kan worden.
3.3
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft de arts toegelicht dat er bij betrokkene sprake is van een bipolaire stoornis met manische episoden waar ernstig nadeel uit voortvloeit. Betrokkene was - in het begin van de opname - het niet eens met de voorgeschreven medicatie. Ook herkende zij zich niet in de stoornis. Nu betrokkene al een geruime tijd medicatie inneemt is er sprake van vooruitgang. Wel is de situatie nog te fragiel om de behandeling voort te zetten in het vrijwillig kader. Om die reden is de arts van mening dat het verzoek moet worden toegewezen. Het is belangrijk dat er een zorgmachtiging is die dient als ‘stok achter deur’, gezien het verleden van betrokkene waarin zij meermaals haar medicatie-inname heeft gestaakt.
3.4
De verpleegkundige bevestigt dat er bij betrokkene sprake is van vooruitgang. Hij vindt het knap dat betrokkene nu ziekte-inzicht heeft en dat zij akkoord gaat met een zorgmachtiging.

4.Beoordeling

4.1
Bij beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, van 27 mei 2024 is de door de burgemeester van de gemeente Goes gegeven crisismaatregel van 23 mei 2024 verlengd. Op basis daarvan verblijft betrokkene op dit moment in de accommodatie Stichting Emergis te [plaats 2] .
4.2
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van bipolaire-stemmingsstoornissen. Betrokkene is in 2013 gediagnosticeerd met een bipolaire I stoornis met meerdere manische ontregelingen tot gevolg door het staken van psychiatrische medicatie.
4.3
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige financiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat zij onder invloed van een ander raakt. Het is de rechtbank gebleken dat betrokkene gedurende een manische ontregeling last heeft van slaapstoornissen waarbij zij zichzelf verwaarloost en uitput. Betrokkene slaapt, eet en drinkt dan erg weinig. Ook kan betrokkene dan agressief gedrag vertonen vanuit haar gestoorde impulsrelatie.
4.4
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.5
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene is op de momenten dat het slechter met haar gaat ambivalent ten aanzien van de medicatie. Het is de verwachting dat betrokkene dan niet langer de noodzakelijk geachte medicatie zal innemen als de zorg in het vrijwillig kader wordt verleend. Betrokkene is immers eerder medicatieontrouw geweest en betrokkene bevestigt dit tijdens de mondelinge behandeling. Bovendien staat betrokkene achter een zorgmachtiging. Deze dient als stok achter de deur om de gemaakte positieve stappen voort te zetten. Gelet op het voorgaande is verplichte zorg noodzakelijk.
4.6
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid –
in geval van opname;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten –
waaronder niet te verstaan het beperken van het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie –
als de zorg in het ambulante kader niet langer toereikend is.
4.7
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.9
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.
4.1
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene] ,geboren op [geboortedag] 1994 te [plaats 1] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.6 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
3 januari 2025;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Smits, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 3 juli 2024 in tegenwoordigheid van mr. Verplanke, griffier, en op 17 juli 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.