Op 3 juli 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren op [geboortedag] 1984. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel, die oorspronkelijk was opgelegd op 29 juni 2024. Tijdens de mondelinge behandeling werd betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn advocaat, mr. W. van der Sande. Betrokkene gaf aan dat het goed met hem ging en dat hij niet akkoord ging met de diagnose van een psychische stoornis, maar enkel ADHD had. Hij verzocht om afwijzing van het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel, omdat hij zich aan een gebiedsverbod zou houden en geen verdere incidenten had vertoond sinds zijn opname bij Stichting Emergis.
De arts die tijdens de behandeling aanwezig was, stelde echter dat er bij betrokkene sprake was van een manisch psychotisch toestandsbeeld, wat leidde tot de conclusie dat er een vermoeden bestond van een psychische stoornis. De rechtbank oordeelde dat er onmiddellijk dreigend ernstig nadeel was, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade, en dat de situatie zo ernstig was dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kon worden afgewacht. De rechtbank verleende daarom een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, met de noodzakelijke vormen van verplichte zorg, zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid.
De beschikking werd mondeling gegeven door mr. Smits en is op 3 juli 2024 in het openbaar uitgesproken. De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig en effectief was, en dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar waren. De machtiging geldt tot en met 24 juli 2024, en tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.