Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
2.Verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
[betrokkene] ,geboren op [geboortedag] 1971 te [plaats 1] ;
8 juli 2025;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 8 juli 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren op [geboortedag] 1971. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) vanwege de psychische stoornis van betrokkene, die lijdt aan schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en middelgerelateerde en verslavingsstoornissen. Betrokkene verblijft momenteel in de accommodatie Stichting Emergis en heeft in het verleden problemen gehad met middelenmisbruik, waaronder amfetamine en flakka.
Tijdens de mondelinge behandeling op 8 juli 2024 werd betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn advocaat, mr. Ph. van Kampen. De rechtbank heeft ook een verpleegkundig specialist gehoord, die de noodzaak van verplichte zorg bevestigde. Betrokkene gaf aan gemotiveerd te zijn om te stoppen met drugsgebruik, maar de rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank concludeerde dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade.
De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden en bepaalde dat de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen. De overige door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg werden niet noodzakelijk geacht. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Weerkamp en in het openbaar uitgesproken op 8 juli 2024, met een schriftelijke uitwerking op 22 juli 2024.