ECLI:NL:RBZWB:2024:5511

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 juli 2024
Publicatiedatum
9 augustus 2024
Zaaknummer
C/02/423730 / FA RK 24/2848
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Mr. Weerkamp
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met psychische stoornis

Op 8 juli 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren op [geboortedag] 1971. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) vanwege de psychische stoornis van betrokkene, die lijdt aan schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en middelgerelateerde en verslavingsstoornissen. Betrokkene verblijft momenteel in de accommodatie Stichting Emergis en heeft in het verleden problemen gehad met middelenmisbruik, waaronder amfetamine en flakka.

Tijdens de mondelinge behandeling op 8 juli 2024 werd betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn advocaat, mr. Ph. van Kampen. De rechtbank heeft ook een verpleegkundig specialist gehoord, die de noodzaak van verplichte zorg bevestigde. Betrokkene gaf aan gemotiveerd te zijn om te stoppen met drugsgebruik, maar de rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank concludeerde dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade.

De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden en bepaalde dat de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen. De overige door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg werden niet noodzakelijk geacht. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Weerkamp en in het openbaar uitgesproken op 8 juli 2024, met een schriftelijke uitwerking op 22 juli 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/423730 / FA RK 24/2848
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 8 juli 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 1971 te [plaats 1] ,
wonende te [woonadres] ,
thans verblijvende in de accommodatie Stichting Emergis te [plaats 2] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. Ph. van Kampen te Goes.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 21 juni 2024, ingekomen ter griffie op 21 juni 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een informatierapport Wvggz van 17 mei 2024 en 21 juni 2024;
- een uittreksel van het curatele- en bewindregister;
- een afschrift van de justitiële documentatie;
- een crisissignaleringsplan van 11 maart 2024;
- een maatschappelijk plan van 7 juni 2024;
- de medische verklaring van 5 juni 2024;
- een zorgkaart van 17 juni 2024;
- een zorgplan van 17 juni 2024;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 20 juni 2024;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 8 juli 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- mw. [naam 1] , verpleegkundig specialist.
Tevens was mw. [naam 2] , een verpleegkundige, aanwezig. Zij is echter niet gehoord.
1.4
De officier van justitie is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat hij sinds ongeveer twee maanden weer bij Stichting Emergis verblijft. Naar omstandigheden gaat het goed met hem. Betrokkene geeft aan dat hij verslaafd was aan amfetamine. Hij is gestopt met het gebruik van amfetamine doordat hij op zoek is gegaan naar een ander middel, namelijk flakka. Betrokkene erkent dat hij door het gebruik van flakka dreigend en agressief gedrag heeft vertoond en geeft aan dat hij dan ook abstinent wil blijven. Betrokkene heeft er veel vertrouwen in dat dit hem gaat lukken. Momenteel krijgt betrokkene hulp vanuit Stichting Emergis om op termijn veilig te kunnen terugkeren naar zijn woning. Er moeten nog wel gesprekken plaatsvinden over het vervolgtraject. Betrokkene heeft namelijk het advies gekregen om een behandeling te gaan volgen in Zuid-Afrika, hetgeen hij liever niet wil. Betrokkene wil graag in Nederland behandeld worden. Tot slot geeft betrokkene aan dat hij begrijpt dat een zorgmachtiging op dit moment noodzakelijk is.
3.2
De advocaat van betrokkene bepleit dat er geen sprake is van ernstig nadeel, gelegen in ernstige psychische schade en ernstig lichamelijk letsel voor derden. Het gaat hier enkel om het feit dat betrokkene weleens luidruchtig kan worden. Deze vormen van ernstig nadeel zijn aldus niet aan de orde. Verder bepleit de advocaat dat de vorm van verplichte zorg, te weten ‘opnemen in een accommodatie’ enkel als uiterst middel mag worden ingezet en dat deze zorgmodaliteit in duur beperkt moet worden.
3.3
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling licht de verpleegkundig specialist toe dat zij het zorgplan van 17 juni 2024 volgt voor wat betreft de psychische stoornis en de vormen van ernstig nadeel. De verpleegkundig specialist bevestigt dat betrokkene momenteel abstinent is van drugsgebruik. Betrokkene is erg gemotiveerd om te stoppen met drugs maar de ervaring leert dat dit erg lastig kan zijn, vooral wanneer iemand terugkeert naar zijn eigen woning. De gewoonte om in de thuissituatie weer drugs te gebruiken is vaak sterk aanwezig waardoor voor een terugval moet worden gevreesd. Om die reden is een zorgmachtiging noodzakelijk. Het is belangrijk dat er depotmedicatie zal worden toegediend. Als betrokkene in de thuissituatie dan alsnog verdovende middelen zal gebruiken, zal het effect hiervan – dankzij de depotmedicatie – minder heftig zijn. Er moeten wel nog gesprekken plaatsvinden om te kijken welk middel voor betrokkene het beste is. Daarnaast is het ook van belang dat betrokkene een behandeling zal volgen om daadwerkelijk abstinent te blijven. Ten aanzien van de vormen van verplichte zorg sluit de verpleegkundig specialist zich aan bij de vormen zoals die zijn verzocht in het verzoekschrift van 21 juni 2024, met uitzondering van de zorgmodaliteiten ‘insluiten’, ‘uitoefenen van toezicht’ en ‘beperken van het recht op het ontvangen van bezoek’. Deze vormen van verplichte zorg zijn niet voorzienbaar en hoeven derhalve niet te worden toegewezen.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en middelgerelateerde en verslavingsstoornissen. De rechtbank volgt hierin het zorgplan van 17 juni 2024. Betrokkene is al jaren bekend met middelenmisbruik, ten gevolge waarvan betrokkene acuut paranoïde psychotisch kan worden, met wanen en bevelshallucinaties tot gevolg. De stoornis wordt door of namens betrokkene niet betwist.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. Het is de rechtbank gebleken dat betrokkene – vanuit zijn psychotisch toestandsbeeld – onberekenbaar, oninvoelbaar, dreigend en agressief gedrag kan veroorzaken. Dan is betrokkene niet te corrigeren in zijn gedrag en veroorzaakt hij overlast. Zo hebben omwonenden hiervan meermaals meldingen gedaan en vrezen zij voor hun veiligheid en die van hun kinderen. Tot slot moet volgens de verpleegkundig specialist - door het gebruik van flakka door betrokkene - voor levensgevaar worden gevreesd.
4.3
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval diens gedrag als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Hoewel betrokkene op dit moment gemotiveerd is om mee te werken aan de noodzakelijk geachte behandeling en om te stoppen met het gebruik van verdovende middelen, heeft betrokkene zich in het verleden meermaals onttrokken aan ambulante hulpverlening met een ontregeling tot gevolg. Betrokkene is om die reden het afgelopen jaar meermaals opgenomen geweest. Een zorgmachtiging is dan ook noodzakelijk en dient te worden gezien als een ‘stok achter de deur’, waarmee er tijdig kan worden ingegrepen indien betrokkene als gevolg van middelengebruik psychotisch decompenseert.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de verpleegkundig specialist tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden.
4.9
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene] ,geboren op [geboortedag] 1971 te [plaats 1] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
8 juli 2025;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Weerkamp, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 8 juli 2024 in tegenwoordigheid van mr. Verplanke, griffier, en op 22 juli 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.