ECLI:NL:RBZWB:2024:5514

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
9 juli 2024
Publicatiedatum
9 augustus 2024
Zaaknummer
C/02/423729 / FA RK 24/2847
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Mr. Weerkamp
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met psychische stoornissen

Op 9 juli 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren in 1985. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, waarbij verschillende vormen van verplichte zorg werden voorgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan ernstige psychische stoornissen, waaronder neurobiologische ontwikkelingsstoornissen en schizofreniespectrumstoornissen, die leiden tot ernstig nadeel voor haarzelf en anderen. Betrokkene heeft in een referteverklaring aangegeven dat zij instemt met het verzoek en afziet van het recht om gehoord te worden. De rechtbank oordeelt dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank verleent de zorgmachtiging voor de gevraagde duur en met de voorgestelde maatregelen, die zijn gebaseerd op medische verklaringen en het zorgplan. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. Weerkamp, in aanwezigheid van griffier mr. Verplanke.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/423729 / FA RK 24/2847
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 9 juli 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1985 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. S. Köller te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 21 juni 2024, ingekomen ter griffie op 21 juni 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie;
- een maatschappelijk plan van 18 juni 2024;
- de medische verklaring van 13 juni 2024;
- een zorgkaart van 12 juni 2024;
- een zorgplan van 13 juni 2024;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 18 juni 2024;
- een uittreksel uit het curateleregister.
1.2
Op 3 juli 2024 heeft mr. S. Köller de door betrokkene ondertekende referteverklaring bij de rechtbank per digitale postkamer doen inkomen.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Beoordeling

3.1
Uit de referteverklaring van betrokkene leidt de rechtbank af dat betrokkene het verzoekschrift heeft besproken met haar advocaat en dat betrokkene erkent dat aan de voorwaarden voor toewijzing van het verzoek met de daarin opgenomen vormen van verplichte zorg wordt voldaan. Ook volgt uit de referteverklaring dat betrokkene afziet van het recht te worden gehoord. Gelet op de referteverklaring en de inhoud van de stukken acht de rechtbank zich voldoende geïnformeerd om op het verzoek te beslissen.
3.2
De rechtbank stelt, gelet op de referteverklaring, vast dat betrokkene ermee instemt dat de zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden wordt verleend met daarbij de vormen van verplichte zorg zoals door de officier van justitie zijn verzocht.
3.3
Uit de overgelegde stukken is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (o.a. verstandelijke beperkingen en autismespectrumstoornissen), schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen, middelgerelateerde en verslavingsstoornissen, overige DSM-5 stoornissen en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn. Betrokkene is bekend met een impulscontrolestoornis en forse psychotische decompensaties bij stress. Door of namens betrokkene is de stoornis niet betwist.
3.4
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, ernstige immateriële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, ernstig verstoorde ontwikkeling voor of van betrokkene of een ander, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Het is de rechtbank gebleken dat betrokkene snel overvraagd is. Hierdoor raakt betrokkene overprikkeld en gestrest, ten gevolge waarvan zij medicatie gaat weigeren, met een ontregeling tot gevolg. Gedurende een ontregeling verliest betrokkene de controle, put zij zichzelf uit, is zij suïcidaal, is sprake van automutilatie en van forse agressie naar personeel en medebewoners, als ook van isolatie en/of verwaarlozing.
3.5
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval diens gedrag als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
3.6
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank neemt hierbij in overweging dat betrokkene een beperkt ziektebesef en -inzicht heeft. Het is de verwachting dat betrokkene niet langer de noodzakelijk geachte medicatie zal innemen als de zorg in het vrijwillig kader wordt verleend. Betrokkene is immers eerder medicatieontrouw geweest. Het besef van betrokkene van de noodzaak van medicatie is vanwege haar cognitieve vermogen, impulsiviteit en drang naar een mate van controle vaak van korte duur. Daarnaast wordt betrokkene ook door haar familie aangezet tot het weigeren van de noodzakelijk geachte behandeling en medicatie. Om die reden is verplichte zorg noodzakelijk.
3.7
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Betrokkene stemt middels haar referteverklaring in met de vormen van verplichte zorg. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
3.8
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
3.9
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
3.1
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden.

4.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1985 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 3.7 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 9 juli 2025.
Deze beschikking is in het openbaar uitgesproken door mr Weerkamp, rechter, in tegenwoordigheid van de griffier mr. Verplanke op 9 juli 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.