ECLI:NL:RBZWB:2024:5517

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 juli 2024
Publicatiedatum
9 augustus 2024
Zaaknummer
C/02/424848 / FA RK 24/3364
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • B. Borm
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 25 juli 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1992. De officier van justitie had op 23 juli 2024 verzocht om verlenging van de crisismaatregel, die eerder op 22 juli 2024 was opgelegd. De betrokkene was op dat moment niet aanwezig bij de mondelinge behandeling, maar werd telefonisch gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan vermoedelijke psychische stoornissen, waaronder een drugs geïnduceerde psychose, en dat er een onmiddellijk dreigend ernstig nadeel bestaat, waaronder levensgevaar en suïcidegevaar. De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstige nadeel af te wenden. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel en bepaalde dat de maatregelen zoals genoemd in de beschikking konden worden getroffen. De beschikking is mondeling gegeven door rechter B. Borm en in het openbaar uitgesproken op 25 juli 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/424848 / FA RK 24/3364
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 25 juli 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1992 te [geboorteplaats] ,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
thans verblijvende op een onbekende locatie,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. G. Veen te 's-Heer Arendskerke.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 23 juli 2024, ingekomen ter griffie op 23 juli 2024, waarin de officier van justitie heeft verzocht om voortzetting van de op 22 juli 2024 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Goes tot het nemen van de crisismaatregel van 22 juli 2024;
- een informatierapport Wvggz van 23 juli 2024;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz;
- een episode journaal van 22 juli 2024;
- de medische verklaring van 22 juli 2024;
- een afschrift van de justitiële documentatie waarin betrokkene niet voorkomt.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 25 juli 2024, bij [stichting] te [plaats] .
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat –
betrokkene is telefonisch gehoord;
- dhr. [naam] , behandelaar.
1.4
Uit artikel 6:1 Wvggz jo. artikel 7:8 lid 1 Wvggz volgt dat de rechter betrokkene hoort na ontvangst van het verzoekschrift voor het verlenen van een crisismaatregel tenzij de rechter vaststelt dat betrokkene niet in staat is of niet bereid is zich te doen horen. Betrokkene is op 23 juli 2024 door de rechtbank in kennis gesteld van het plaatsvinden van de mondelinge behandeling op donderdag 25 juli 2024 om 11:00 uur bij [stichting] te [plaats] . De behandelaar en de advocaat van betrokkene hebben voorafgaand aan de mondelinge behandeling aangegeven dat betrokkene twee dagen voor de mondelinge behandeling is vertrokken bij [stichting] en dat zij sindsdien niet meer terug is gekomen. Betrokkene is dan ook niet verschenen op de mondelinge behandeling. In overleg met de aanwezigen heeft de behandelaar telefonisch contact opgenomen met betrokkene. De rechtbank heeft betrokkene vervolgens in de gelegenheid gesteld via de luidspreker op de telefoon deel te nemen aan de mondelinge behandeling. Betrokkene was hiermee akkoord.
1.5
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene te verlenen.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat zij bij [stichting] is vertrokken omdat zij zich daar niet fijn voelde. Betrokkene geeft aan dat zij momenteel bij vrienden verblijft en dat het beter met haar gaat. Zij wil niet zeggen waar zij is. Betrokkene geeft aan dat zij geen drugs gebruikt. Vrienden in haar omgeving gebruiken wel drugs. Desgevraagd geeft betrokkene aan dat zij niet bereid is om terug te keren naar [stichting] . Verder geeft betrokkene aan dat zij het niet eens is met het verzoek. Toen zij bij het station werd aangetroffen was zij verward, maar zij vormt geen gevaar voor zichzelf of anderen. Zij wil graag de hulpverlening in het ambulante kader voortzetten. Betrokkene wil niet terugkeren naar een kliniek nu zij daar niet beter van wordt.
3.2
De advocaat van betrokkene bepleit afwijzing van het verzoek nu er geen sprake meer is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Betrokkene reageert tijdens de mondelinge behandeling rustig en adequaat. Daarnaast is het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel in de toekomst niet voorzienbaar.
3.3
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft de behandelaar aangegeven dat er bij betrokkene vermoedelijk sprake is van een psychose. Er zijn sterke aanwijzingen dat betrokkene naar aanleiding van drugsgebruik psychotisch is geworden. Betrokkene was namelijk ineens ernstig verward. Ook zijn er vanuit de omgeving van betrokkene duidelijke aanwijzingen dat betrokkene verdovende middelen gebruikt en maakt de familie van betrokkene zich grote zorgen. Betrokkene ontkent daarentegen dat zij drugs gebruikt. Betrokkene was tijdens het incident, en de dag erna, ernstig verward en niet aanspreekbaar. Betrokkene kan gedurende een psychose niet goed voor zichzelf zorgen. Ook is er gedurende een psychose sprake van acute maatschappelijke teloorgang. Of er nu, op dit moment, sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel is lastig te bepalen. Het kan wel – door drugsgebruik – binnen een paar dagen ontstaan. Het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel is volgens de behandelaar wel degelijk voorzienbaar, mede gelet op het recente verleden van betrokkene. Verder geeft de behandelaar aan dat hij geen vertrouwen heeft in een voortzetting van de hulpverlening in het vrijwillig kader. Dit jaar is betrokkene eerder opgenomen geweest met een crisismaatregel. Ook is betrokkene recent twee keer eerder vrijwillig opgenomen geweest bij GGZ WNB. Bemoeizorg is toen betrokken geraakt en er is IHT in de thuissituatie ingezet. Dit is echter niet van de grond gekomen omdat betrokkene ofwel niet thuis was of de deur niet open deed voor de hulpverlening. Daar komt bij dat betrokkene bij [stichting] in goed vertrouwen vrijheden heeft gekregen, waarna zij bij [stichting] is vertrokken. De behandelaar is aldus van mening dat een voortzetting van de crisismaatregel noodzakelijk is. Ten aanzien van de vormen van verplichte zorg kan worden volstaan met de zorgmodaliteiten: ‘toedienen van medicatie’, ‘verrichten van medische controles’, ‘beperken van de bewegingsvrijheid’, ‘onderzoek aan kleding of lichaam’, ‘onderzoek van de woon- of verblijfsruimte’, ‘controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen’, ‘aanbrengen van beperkingen’ en ‘opnemen in een accommodatie’.

4.Beoordeling

4.1
Bij beschikking van de gemeente Goes van 22 juli 2024 is ten aanzien van betrokkene een crisismaatregel genomen.
4.2
Het vermoeden bestaat dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en middelgerelateerde en verslavingsstoornissen. Zoals blijkt uit de medische verklaring van 22 juli 2024 en hetgeen besproken tijdens de mondelinge behandeling is er bij betrokkene vermoedelijk sprake van een drugs geïnduceerde psychose.
4.3
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Hoewel betrokkene tijdens de mondelinge behandeling rustig en adequaat overkomt is de rechtbank van oordeel dat onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voorzienbaar is, mede gelet op het verleden van betrokkene waarbij zij meermaals vrijwillig en een keer eerder gedwongen opgenomen is geweest. Ook de politieregistraties ondersteunen dit beeld. Het is de rechtbank gebleken dat betrokkene ernstig verward was. Zo is betrokkene gesignaleerd op het station en kon zij niet aangeven wat zij daar deed. Daarnaast is er sprake van suïcidegevaar en kan zij gedurende een psychose niet goed voor zichzelf zorgen.
4.4
Het ernstige vermoeden bestaat dat dit onmiddellijk dreigend ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit de hierboven genoemde psychische stoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
4.5
De rechtbank is derhalve van oordeel dat anders dan de in de crisismaatregel genoemde zorg, de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
- toedienen van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
4.6
Betrokkene verzet zich tegen de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg. Betrokkene heeft meermaals aangegeven dat zij niet bereid is om terug te komen naar [stichting] . Zij wil de hulpverlening voortzetten in het ambulante kader. Hoewel er in het verleden diverse pogingen zijn gedaan tot het aanbieden van vrijwillige ambulante behandeling, zijn deze door betrokkene vermeden. Om die reden is verplichte zorg noodzakelijk.
4.7
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8
De rechtbank is van oordeel dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig is en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.9
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, voor de verzochte duur.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1992 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
15 augustus 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Borm, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 25 juli 2024 in tegenwoordigheid van mr. Verplanke, griffier, en op 8 augustus 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.