ECLI:NL:RBZWB:2024:553
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Beschikking
- mr. Eijssen-Vruwink
- Rechtspraak.nl
Verzoek om machtiging tot verwerping van een nalatenschap namens een minderjarige met Belgische erflater
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 januari 2024 een beschikking gegeven op een verzoek tot machtiging om de nalatenschap van een overleden vader te verwerpen namens een minderjarige. De minderjarige woont in Nederland, terwijl de erflater zijn laatste woonplaats in België had. Het verzoek werd ingediend door de wettelijke vertegenwoordiger van de minderjarige, die stelt dat de nalatenschap deficitair is en dat de minderjarige het vruchtgebruik heeft van de nalatenschap. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is om het verzoek te behandelen, omdat de minderjarige in Nederland woont. De beoordeling van het verzoek dient te geschieden naar Belgisch recht, aangezien de minderjarige op het moment van overlijden van de erflater in België woonachtig was. De rechtbank heeft geoordeeld dat de minderjarige te allen tijde een nalatenschap kan verwerpen na het verkrijgen van een machtiging van de bevoegde rechtbank. De kantonrechter heeft uiteindelijk de gevraagde machtiging verleend, met de voorwaarde dat de verwerping van de nalatenschap op korte termijn wordt ingeschreven in een openbaar register in België of in het boedelregister van de rechtbank Zeeland-West-Brabant.