Uitspraak
1.De procedure
- de inleidende dagvaarding van 27 oktober 2023 met (5) producties;
- de aantekeningen van het mondelinge antwoord;
- het tussenvonnis van 10 januari 2024 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de mondelinge behandeling van 12 juli 2024, waarbij zijn verschenen [eiser in conventie] met zijn gemachtigde en namens THN de heer [naam] (bestuurder), en waarvan door de griffier zittingsaantekeningen zijn gemaakt.
2.De feiten
€ 2.500,00 in contanten betaald. Op 9 mei 2023 is nog een bedrag van € 2.500,00 in contanten aanbetaald aan THN.
De koopsom bedraagt € 17.000,00 (zegge: zeventienduizend euro);
3.De vordering en het verweer
€ 32.000,00. Er was een aanbetaling nodig van € 17.000,00. In werkelijkheid is er maar
€ 5.000,00 aanbetaald. Het resterende bedrag van € 12.000,00, genoemd in artikel 4 lid 1 onder b van de overeenkomst, moest direct na ondertekening van de overeenkomst worden betaald, maar dat is niet gebeurd. THN heeft daarom haar prestatie richting [eiser in conventie] opgeschort en meegedeeld dat het werk pas na betaling verder zou worden opgepakt. THN beroept zich daarnaast ook op verrekening met de kosten die zij heeft gemaakt. THN doet dat, zo begrijpt de kantonrechter, voorwaardelijk, namelijk alleen in het geval de vordering van [eiser in conventie] wordt toegewezen en THN de aanbetaling dus (deels) zou moeten terugbetalen. Het gaat op grond van de algemene voorwaarden van THN om 10% van de koopsom. Bovendien heeft THN meer kosten gemaakt die het bedrag van € 5.000,00 te boven gaan, aldus THN.
4.De beoordeling
€ 5.000,00 genoemd in artikel 4 lid 1 onder a van de overeenkomst, toen al was betaald aan THN.
na opleveringvan het tiny house. Dit blijkt echter niet uit de overeenkomst en die overeenkomst is juist door [eiser in conventie] (en [zoon 1] en [zoon 2] ) zelf opgesteld. Andere stukken of verklaringen waaruit die bedoeling zou blijken, ontbreken.
na de ondertekeningvan de overeenkomst betaald zou worden. Dit past wèl bij de hiervoor genoemde bepaling in artikel 4 lid 1 onder b. THN heeft ook verklaard dat hem was meegedeeld dat de overeenkomst getekend moest worden en dat [eiser in conventie] dan direct de nadere aanbetaling zou doen. THN verklaarde verder dat hij meerdere malen heeft meegedeeld dat hij het werk pas zou hervatten na betaling van het bedrag van € 12.000,00. [eiser in conventie] heeft de juistheid van deze verklaringen niet weersproken.
€ 12.000,00. Die vordering hing ook voldoende samen met de daar tegenoverstaande verbintenis van THN. Opschorting van de verdere werkzaamheden in afwachting van de nadere aanbetaling was naar het oordeel van de kantonrechter proportioneel en ook gerechtvaardigd.
5.De beslissing
7 augustus 2024.