ECLI:NL:RBZWB:2024:5531

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 augustus 2024
Publicatiedatum
12 augustus 2024
Zaaknummer
10791673
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. de Graauw
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot terugvordering aanbetaling en ontbinding koopovereenkomst tiny house

In deze zaak heeft [eiser in conventie] een koopovereenkomst gesloten met Tiny House Nederland B.V. (THN) voor de bouw en levering van een tiny house. Na het doen van een aanbetaling van € 5.000,00 vordert [eiser in conventie] terugbetaling van deze aanbetaling, omdat THN de afgesproken leverdatum van 1 juni 2023 niet heeft gehaald. De kantonrechter heeft de vordering van [eiser in conventie] afgewezen, omdat hij in verzuim was gekomen door het niet tijdig voldoen van een aanvullende betaling van € 12.000,00 die volgens de overeenkomst direct na ondertekening betaald moest worden. De kantonrechter oordeelt dat THN niet in verzuim is gekomen, omdat [eiser in conventie] niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan. De kantonrechter heeft ook de voorwaardelijke reconventionele vordering van THN afgewezen, omdat deze niet aan de orde kwam nu de vordering van [eiser in conventie] werd afgewezen. De proceskosten zijn voor rekening van [eiser in conventie].

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 10791673 \ CV EXPL 23-3875
Vonnis van 7 augustus 2024
in de zaak van:
[eiser in conventie],
te [plaats] , gemeente Moerdijk,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [eiser in conventie] ,
gemachtigde: [gemachtigde] , werkzaam bij [b.v.] ,
tegen
TINY HOUSE NEDERLAND B.V.,
statutair te Oosterhout, kantoorhoudend te Waspik,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: THN,
procederend in de persoon van de heer [naam] .
Samenvatting en leeswijzer
[eiser in conventie] en THN hebben een koopovereenkomst gesloten. THN zou een tiny house (ver)bouwen en op het erf van [eiser in conventie] plaatsen. [eiser in conventie] heeft hiervoor een aanbetaling gedaan, maar hij vordert deze nu terug omdat het tiny house niet op tijd is geleverd. De kantonrechter wijst de vordering echter af. Dit betekent dat THN de aanbetaling niet hoeft terug te betalen. Aan de voorwaardelijke tegenvordering van THN komt de kantonrechter niet toe. De redenen voor het oordeel van de kantonrechter zijn in hoofdstuk 4 van dit vonnis weergegeven.
Eerst wordt in hoofdstuk 1 kort opgesomd welke stappen er in deze procedure allemaal zijn genomen tot het moment van deze uitspraak. Daarna worden in hoofdstuk 2 een aantal feiten vermeld waarover partijen het eens zijn, of die niet zijn betwist en die de kantonrechter belangrijk vindt voor de beoordeling. In hoofdstuk 3 wordt kort uiteengezet wat de precieze vorderingen van partijen zijn, wat zij daaraan ten grondslag hebben gelegd en wat de ander daartegen heeft aangevoerd. De uiteindelijke beslissing is vermeld in hoofdstuk 5 van dit vonnis.

1.De procedure

1.1.
De procedure blijkt uit:
  • de inleidende dagvaarding van 27 oktober 2023 met (5) producties;
  • de aantekeningen van het mondelinge antwoord;
  • het tussenvonnis van 10 januari 2024 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
  • de mondelinge behandeling van 12 juli 2024, waarbij zijn verschenen [eiser in conventie] met zijn gemachtigde en namens THN de heer [naam] (bestuurder), en waarvan door de griffier zittingsaantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser in conventie] is een natuurlijk persoon. Hij heeft twee zonen: [zoon 1] (hierna: [zoon 1] ) en [zoon 2] (hierna: [zoon 2] ).
2.2.
THN is een aannemer die tiny houses en andere verblijfsaccommodaties ontwerpt, bouwt en plaatst.
2.3.
[zoon 1] en [zoon 2] hebben bij THN een tiny house besteld om op het erf van [eiser in conventie] te plaatsen. Het ging om een bestaand huisje dat verbouwd en op een trailer geplaatst zou worden door THN.
2.4.
Op 25 maart 2023 is als aanbetaling voor het tiny house aan THN een bedrag van
€ 2.500,00 in contanten betaald. Op 9 mei 2023 is nog een bedrag van € 2.500,00 in contanten aanbetaald aan THN.
2.5.
Tussen [eiser in conventie] als koper en THN als verkoper is vervolgens schriftelijk een “Koopovereenkomst Tiny House” tot stand gekomen. De overeenkomst is opgesteld door [eiser in conventie] , [zoon 1] en [zoon 2] . [eiser in conventie] heeft de overeenkomst getekend op 12 mei 2023. In de overeenkomst is, voor zover van belang, het volgende bepaald:
Artikel 2
De overdracht en de aflevering van de zaak geschiedt door afgifte van die zaak aan koper door verkoper. De afgifte van de zaak bij koper zal uiterlijk op 01 juni 2023 door verkoper en voor rekening van verkoper geschieden op het adres van koper.
(..)
Artikel 4
1.
De koopsom bedraagt € 17.000,00 (zegge: zeventienduizend euro);
De koopsom zal voor € 5.000,00 (zegge: vijfduizend euro) in contanten zo spoedig mogelijk door koper aan verkoper betaald worden;
De koopsom zal voor € 12.000,00 (zegge: twaalfduizend euro) per girale overboeking zo spoedig mogelijk geschieden door koper op het rekeningnummer van verkoper.”
2.6.
[eiser in conventie] heeft naast het eerder betaalde bedrag van in totaal € 5.000,00 geen nadere aanbetaling aan THN voldaan.
2.7.
Er heeft geen (op)levering van het tiny house plaatsgevonden.
2.8.
Op 25 juli 2023 heeft [eiser in conventie] per e-mail en per reguliere post een brief aan THN verstuurd. Hierin is, voor zover van belang, het volgende meegedeeld:
“(..) Aangezien u de overeengekomen afleverdatum van 01 juni 2023 niet heeft gehaald, bent u in verzuim op grond van artikel 6:81 jo. 6:83 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: “BW”). Op grond van art. 6:265 BW ontbindt de heer [eiser in conventie] per heden de gehele koopovereenkomst voor de koop van een Tiny House.
Wij verzoeken u onmiddellijk, maar uiterlijk binnen veertien (14) dagen na heden de betaalde€ 5.000,00 (..) in contanten of via girale overboeking op rekeningnummer (..) terug te betalen. Mocht niet binnen de gestelde termijn aan bovenstaand verzoek voldoen, dan zal de heer [eiser in conventie] zich vrij achten om andere rechtsmaatregelen te treffen. (..)”
2.9.
THN heeft de aanbetaling niet terugbetaald. Het tiny house is door THN aan een derde verkocht.

3.De vordering en het verweer

in conventie:
3.1.
[eiser in conventie] vordert – kort samengevat – veroordeling van THN bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, tot betaling van primair een bedrag van € 5.000,00 en subsidiair een bedrag van € 9.234,00, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
[eiser in conventie] legt hieraan, zo begrijpt de kantonrechter, in de eerste plaats ten grondslag dat de koopovereenkomst is ontbonden [1] . [eiser in conventie] mocht de overeenkomst ontbinden omdat THN de overeengekomen leverdatum [2] niet is nagekomen. THN heeft immers niet uiterlijk op 1 juni 2023 een tiny house geleverd aan [eiser in conventie] . THN is dus direct, zonder ingebrekestelling, in verzuim gekomen [3] . [eiser in conventie] heeft de koopovereenkomst zonder tussenkomst van de rechter al ontbonden in zijn brief aan THN van 25 juli 2023. THN moet daarom direct alle van [eiser in conventie] ontvangen betalingen vergoeden [4] , althans de aanbetaling ongedaan maken oftewel terugbetalen [5] .
In de tweede plaats stelt [eiser in conventie] dat er sprake is van een toerekenbare tekortkoming (wanprestatie) aan de zijde van THN. Omdat het tiny house niet tijdig is geleverd, heeft [eiser in conventie] voor een bedrag van € 9.234,00 een vervangende stacaravan moeten kopen en daardoor vermogensschade geleden. THN is verplicht om die schade te vergoeden, aldus [eiser in conventie] .
3.3.
THN voert hiertegen het volgende aan. Niet [eiser in conventie] , maar [zoon 1] wilde een tiny house kopen. Het klopt wel dat de koopovereenkomst door partijen is getekend en dat [eiser in conventie] daarin als koper is aangemerkt. De koopsom van het tiny house bedroeg in totaal
€ 32.000,00. Er was een aanbetaling nodig van € 17.000,00. In werkelijkheid is er maar
€ 5.000,00 aanbetaald. Het resterende bedrag van € 12.000,00, genoemd in artikel 4 lid 1 onder b van de overeenkomst, moest direct na ondertekening van de overeenkomst worden betaald, maar dat is niet gebeurd. THN heeft daarom haar prestatie richting [eiser in conventie] opgeschort en meegedeeld dat het werk pas na betaling verder zou worden opgepakt. THN beroept zich daarnaast ook op verrekening met de kosten die zij heeft gemaakt. THN doet dat, zo begrijpt de kantonrechter, voorwaardelijk, namelijk alleen in het geval de vordering van [eiser in conventie] wordt toegewezen en THN de aanbetaling dus (deels) zou moeten terugbetalen. Het gaat op grond van de algemene voorwaarden van THN om 10% van de koopsom. Bovendien heeft THN meer kosten gemaakt die het bedrag van € 5.000,00 te boven gaan, aldus THN.
3.4.
Op de (overige) stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in (voorwaardelijke) reconventie:
3.5.
THN vordert veroordeling van [verweerder in reconventie] tot betaling van een bedrag van € 5.000,00. THN doet dat, zo begrijpt de kantonrechter, voorwaardelijk, namelijk alleen in het geval de vordering van [verweerder in reconventie] (in conventie) wordt toegewezen en het beroep van THN op verrekening met die vordering niet kan slagen.
3.6.
THN legt aan haar tegenvordering ten grondslag dat zij schade heeft geleden. De schade bestaat op grond van de algemene voorwaarden van THN uit 10% van de koopsom, maar in feite heeft THN kosten gemaakt die hoger zijn dan € 5.000,00, aldus THN.
3.7.
[verweerder in reconventie] heeft tijdens de mondelinge behandeling betwist dat de algemene voorwaarden van THN van toepassing zijn. Daarnaast heeft [verweerder in reconventie] aangevoerd dat THN de kosten en dus de schade niet heeft onderbouwd.
3.8.
Op de (overige) stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie:
4.1.
De vraag die in deze zaak beantwoord moet worden is of [eiser in conventie] tegenover THN aanspraak kan maken op terugbetaling van zijn aanbetaling van € 5.000,00, dan wel op een schadevergoeding van € 9.234,00.
4.2.
De kantonrechter komt tot de conclusie dat dit niet het geval is. [eiser in conventie] was niet bevoegd om de koopovereenkomst te ontbinden en hij kan zich ook niet beroepen op een toerekenbare tekortkoming van THN. In beide gevallen is namelijk vereist dat THN in verzuim verkeert en niet THN, maar [eiser in conventie] is naar het oordeel van de kantonrechter als eerste in verzuim gekomen. Met andere woorden, [eiser in conventie] verkeert in schuldeisersverzuim [6] . De kantonrechter legt hieronder uit hoe zij tot dit oordeel komt en wat dat betekent voor de vordering van [eiser in conventie] .
Schuldeisersverzuim [eiser in conventie]
4.3.
Partijen zijn het erover eens dat de koopovereenkomst tot stand is gekomen na ondertekening door [eiser in conventie] op 12 mei 2023. Vaststaat ook dat de aanbetaling van
€ 5.000,00 genoemd in artikel 4 lid 1 onder a van de overeenkomst, toen al was betaald aan THN.
In artikel 4 lid 1 onder b is vervolgens bepaald dat een bedrag van € 12.000,00 “zo spoedig mogelijk” via een overboeking door [eiser in conventie] aan THN moest worden betaald. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiser in conventie] verklaard dat hiermee bedoeld zou zijn zo spoedig mogelijk
na opleveringvan het tiny house. Dit blijkt echter niet uit de overeenkomst en die overeenkomst is juist door [eiser in conventie] (en [zoon 1] en [zoon 2] ) zelf opgesteld. Andere stukken of verklaringen waaruit die bedoeling zou blijken, ontbreken.
THN heeft hiertegenover op zitting verklaard dat het bedrag van € 12.000,00 direct
na de ondertekeningvan de overeenkomst betaald zou worden. Dit past wèl bij de hiervoor genoemde bepaling in artikel 4 lid 1 onder b. THN heeft ook verklaard dat hem was meegedeeld dat de overeenkomst getekend moest worden en dat [eiser in conventie] dan direct de nadere aanbetaling zou doen. THN verklaarde verder dat hij meerdere malen heeft meegedeeld dat hij het werk pas zou hervatten na betaling van het bedrag van € 12.000,00. [eiser in conventie] heeft de juistheid van deze verklaringen niet weersproken.
Kortom, de kantonrechter oordeelt dat artikel 4 lid 1 onder b van de overeenkomst tussen partijen zo uitgelegd moet worden dat [eiser in conventie] het bedrag van € 12.000,00 zo spoedig mogelijk na de ondertekening op 12 mei 2023 moest voldoen aan THN.
4.4.
De vervolgvraag is dan wat “zo spoedig mogelijk” is. Gelet op de datum van 1 juni 2023 die in artikel 2 van de koopovereenkomst is genoemd, mag volgens de kantonrechter worden aangenomen dat het bedrag van € 12.000,00 in dit geval binnen een aantal dagen na 12 mei 2023 betaald moest worden. Het staat echter vast dat het bedrag van € 12.000,00 niet is betaald. Dit betekent dat, zoals de wet dat omschrijft [7] , een voor de voldoening bepaalde termijn, in dit geval “zo spoedig mogelijk” na 12 mei 2023, is verstreken zonder dat de verbintenis (betaling) door [eiser in conventie] is nagekomen. [eiser in conventie] is daardoor zonder ingebrekestelling in verzuim gekomen.
Opschorting door THN, geen verzuim
4.5.
Omdat [eiser in conventie] (schuldeiser) al in verzuim was gekomen, was er sprake van schuldeisersverzuim [8] en kon THN (schuldenaar) niet meer in verzuim komen [9] .
Daar komt nog bij dat THN naar het oordeel van de kantonrechter niet zonder ingebrekestelling in verzuim kon komen. Het is namelijk niet, tenminste onvoldoende gebleken dat de leverdatum van 1 juni 2023 “essentieel” was of als fatale termijn kon worden beschouwd [10] . Ook is niet gebleken dat [eiser in conventie] THN mondeling dan wel schriftelijk in gebreke heeft gesteld.
4.6.
Omdat de betaling van [eiser in conventie] achterwege bleef, mocht THN zich bovendien beroepen op opschorting van haar verbintenis: het (ver)bouwen van het tiny house. THN had namelijk een opeisbare vordering op [eiser in conventie] : zo spoedig mogelijke betaling van
€ 12.000,00. Die vordering hing ook voldoende samen met de daar tegenoverstaande verbintenis van THN. Opschorting van de verdere werkzaamheden in afwachting van de nadere aanbetaling was naar het oordeel van de kantonrechter proportioneel en ook gerechtvaardigd.
Geen terugbetaling of schadevergoeding
4.7.
Dit alles betekent, zoals al is overwogen onder 4.2, dat [eiser in conventie] geen aanspraak kan maken op terugbetaling en ook niet op schadevergoeding. De vorderingen van [eiser in conventie] (in conventie) zullen dus worden afgewezen. Concreet houdt dat in dat THN de aanbetaling niet terug hoeft te betalen aan [eiser in conventie] . De kantonrechter komt niet toe aan het (voorwaardelijke) beroep op verrekening.
4.8.
Omdat [eiser in conventie] in conventie ongelijk krijgt, moet hij de proceskosten (inclusief nakosten, in dit geval: de kosten van de eventuele betekening van het vonnis) betalen. De proceskosten van THN worden begroot op een bedrag van € 50,00 aan noodzakelijke reis- en verletkosten.
in voorwaardelijke reconventie:
4.9.
Aan beantwoording van de vraag of THN aanspraak maakt op schadevergoeding komt de kantonrechter niet toe. De vordering van [verweerder in reconventie] wordt immers afgewezen, zodat THN niet tot (terug)betaling veroordeeld wordt. De voorwaarde die THN aan haar tegenvordering heeft verbonden, wordt dus niet vervuld.
Ten overvloede: geen beroep op algemene voorwaarden en geen schade
4.10.
Bovendien zou de kantonrechter ten eerste hebben moeten concluderen dat de algemene voorwaarden van THN niet van toepassing zijn op de overeenkomst tussen partijen. De algemene voorwaarden zijn in ieder geval niet ter hand gesteld aan [verweerder in reconventie] . Het enkele feit dat voorwaarden gedeponeerd zijn en/of op internet te vinden zijn, is onvoldoende. THN kan hierop dus geen beroep doen tegenover [verweerder in reconventie] .
Daarnaast zou de conclusie zijn geweest dat THN onvoldoende heeft onderbouwd dat zij schade heeft geleden. Vaststaat ten eerste dat het tiny house dat THN voor [verweerder in reconventie] ( [zoon 1] en/of [zoon 2] ) zou (ver)bouwen, door THN aan een derde is verkocht. Het deurkozijn dat THN voor het tiny house had besteld, is naar eigen zeggen door THN in een ander huisje geplaatst.
Verder heeft THN tijdens de mondelinge behandeling gesteld dat zij een deel van haar werkruimte ongeveer 2,5 maand heeft gereserveerd voor de opslag van het tiny house en voor een keuken en een laminaatvloer die door [zoon 1] zelf waren aangeschaft. THN heeft de kosten hiervan begroot op € 800,00 per maand. Naar het oordeel van de kantonrechter zijn deze kosten echter onvoldoende onderbouwd. Zo is bijvoorbeeld niet gesteld wat de maandelijkse huur was, welke oppervlakte de ruimte in totaal heeft, hoeveel ruimte dan in beslag werd genomen, etc.
Ook de tijd die THN stelt (onnodig) aan het tiny house te hebben besteed, is onvoldoende onderbouwd. THN besteedde aanvankelijk haar tijd in het kader van de nakoming van haar verbintenis uit de koopovereenkomst. Toen [verweerder in reconventie] zijn prestatie (betaling) niet nakwam, heeft THN de nakoming van haar verbintenis opgeschort. Aangenomen mag worden dat zij daarna dus geen tijd meer heeft besteed aan het tiny house voor [verweerder in reconventie] . Voor zover THN heeft bedoeld dat zij een vergoeding wenst voor de tijd die met de procedure gemoeid is geweest, geldt dat daarvoor in beginsel geen ruimte bestaat naast een eventuele proceskostenveroordeling.

5.De beslissing

De kantonrechter,
in conventie:
5.1.
wijst de vorderingen van [eiser in conventie] af,
5.2.
veroordeelt [eiser in conventie] in de proceskosten van THN van € 50,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiser in conventie] niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. De Graauw en in het openbaar uitgesproken op
7 augustus 2024.

Voetnoten

1.op grond van artikel 6:265 BW
2.als bedoeld in artikel 7:9 lid 4 BW
3.op grond van artikel 7:19a lid 2 sub b en c BW of artikel 6:81 jo. 6:83 sub a BW
4.op grond van artikel 7:19a lid 4 BW
5.als bedoeld in artikel 6:271 BW
6.als bedoeld in artikel 6:59 BW
7.in artikel 6:81 jo. 6:83 aanhef en onder a BW
8.als bedoeld in artikel 6:59 BW
9.op grond van artikel 6:61 lid 2 BW
10.als bedoeld in artikel 7:19a lid 2 sub b en c BW of artikel 6:81 jo. 6:83 sub a BW