Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.[verzoeker] WETTELIJK VERTEGENWOORDIGER [minderjarige] ,
[verzoekster] WETTELIJK VERTEGENWOORDIGER [minderjarige],
1.De procedure
- het verzoekschrift ex art. 1019w Rv, ter griffie ingekomen op 6 februari 2024, met de bijlagen 1-11;
- het verweerschrift ex art. 1019w Rv;
- de mondelinge behandeling op 11 juni 2024;
- de tijdens de mondelinge behandeling door [verzoekers] ingediende Aantekeningen mondelinge behandeling;
- de zittingsaantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling.
2.Het geschil
€ 6.001,60 respectievelijk € 7.502,00 indien een verweerschrift wordt ingediend, en
€ 9.002,40 indien een comparitie van partijen wordt gelast - en het Beweegburo en Nationale Nederlanden hoofdelijk te veroordelen in de betaling van deze kosten, vermeerderd met het verschuldigde griffierecht en te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 14 dagen na het geven van de beschikking.
3.Waar gaat deze zaak over?
4.De beoordeling
- [minderjarige] heeft op [datum] 2021 letsel opgelopen bij een ongeval tijdens een gymles op [basisschool] in [plaats] .
- [minderjarige] was tijdens het ongeval 11 jaar en zat in groep 8.
- De gymlessen werden door de school uitbesteed aan het Beweegburo.
- De gymles op [datum] 2021 vond plaats onder leiding van [docent] (hierna [docent] ). [docent] was de vaste gymdocent van groep 8.
- [docent] is in dienst als gecertificeerd sportdocent bij het Beweegburo.
- Nationale Nederlanden is de aansprakelijkheidsverzekeraar van het Beweegburo.
- Tijdens de gymles op [datum] 2021 heeft [docent] drie activiteiten in de gymzaal uitgezet: handbal (vak 1), kastspringen (steunspringen) met een plank of met een minitrampoline (vak 2) en 'over de kop gaan' (boogjes oefenen en duikelen) (vak 3).
- [minderjarige] nam deel aan het onderdeel 'steunspringen', waarbij gebruik werd gemaakt van een minitrampoline. Daarbij werd de zogenaamde wendsprong uitgevoerd. Het groepje waarin [minderjarige] zat, bestond uit 7 a 8 meisjes.
- [docent] heeft aan het begin van de les uitleg gegeven over de activiteiten in de zaal. [docent] heeft ook de wendsprong uitgelegd en deze sprong voor laten doen door [klasgenoot 1] , een meisje uit het groepje van [minderjarige] . [minderjarige] en de andere meisjes uit haar groepje deden vervolgens de wendsprong. [docent] begeleidde het groepje.
- Op enig moment heeft [klasgenoot 2] uit het groepje van [minderjarige] aan [docent] toestemming gevraagd om een andere sprong te mogen doen, de zogenaamde handstand overslag. [klasgenoot 2] had turnervaring.
- [docent] heeft [klasgenoot 2] toestemming gegeven om de handstand overslag te doen. [klasgenoot 2] heeft deze handstand overslag ook uitgevoerd.
- [minderjarige] heeft daarna ook geprobeerd de handstand overslag uit te voeren. Bij de landing gleden haar voeten door, waardoor zij met een harde klap op haar billen terechtkwam. Hierdoor klapte haar bovenlichaam in elkaar, waarbij [minderjarige] voelde dat er iets in haar rug krakte. [docent] was op dat moment bij een ander groepje leerlingen.
- Na het ongeval had [minderjarige] veel pijn. Ze moest hard huilen en kreeg bijna geen lucht. [minderjarige] is door de huisarts doorverwezen naar het ziekenhuis om foto's te laten maken. Uit de röntgenfoto’s bleek dat [minderjarige] een ruggenwervel had gebroken.
- Op 4 februari 2022 heeft DAS rechtsbijstand namens [verzoekers] het Beweegburo aansprakelijk gesteld omdat het Beweegburo onrechtmatig heeft gehandeld.
- Nationale Nederlanden heeft namens het Beweegburo aansprakelijkheid afgewezen.
- de bezwaarlijkheid van voorzorgsmaatregelen of toezicht;
- de kans op schade.
21 % btw en het griffierecht van € 320,-. De gevraagde wettelijke rente zal worden afgewezen omdat van Nationale Nederlanden als verzekeraar mag worden verwacht dat zij de kosten tijdig zal voldoen.