ECLI:NL:RBZWB:2024:5542

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 augustus 2024
Publicatiedatum
12 augustus 2024
Zaaknummer
10898281 CV EXPL 24-288
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. Ebben
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding wegens gebrekkige uitvoering van werkzaamheden in het kader van een gemengde overeenkomst van aanneming van werk en consumentenkoop

In deze zaak vordert eiser, [eiser], schadevergoeding van gedaagde, [gedaagde], wegens gebrekkige uitvoering van werkzaamheden die voortvloeien uit een gemengde overeenkomst van aanneming van werk en consumentenkoop. De overeenkomst werd op 19 oktober 2022 gesloten, waarbij [eiser] [gedaagde] opdracht gaf om werkzaamheden aan zijn woning uit te voeren. Eiser heeft diverse klachten geuit over de gebrekkige uitvoering van deze werkzaamheden, die door [gedaagde] niet zijn verholpen. Eiser heeft [gedaagde] in gebreke gesteld, maar de werkzaamheden zijn niet voltooid. Eiser heeft vervolgens een deskundige ingeschakeld om de gebreken te onderzoeken, wat leidde tot een rapport met een raming van de herstelkosten van € 19.060,00. Eiser vordert in totaal € 25.320,00, inclusief expertisekosten en buitengerechtelijke kosten.

De kantonrechter heeft de vordering beoordeeld en vastgesteld dat [gedaagde] in verzuim is geraakt. De kantonrechter heeft de gebreken per onderwerp besproken en heeft een aantal herstelkosten toegewezen, waaronder kosten voor het demonteren en herplaatsen van een aluminium kozijn, het aanbrengen van een plafond, en het herstellen van de aansluiting voor de wasautomaat. De totale schadevergoeding die aan [eiser] is toegewezen bedraagt € 11.265,00, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast zijn de expertisekosten en buitengerechtelijke kosten toegewezen, evenals de proceskosten, die door [gedaagde] moeten worden vergoed. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [gedaagde] grotendeels in het ongelijk is gesteld en heeft de vordering van [eiser] in grote lijnen toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 10898281 \ CV EXPL 24-288
Vonnis van 7 augustus 2024
in de zaak van
[eiser],
te [plaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. R.L.A.M. Oors,
tegen
[gedaagde] H.O.D.N. [handelsnaam],
te [plaats 2] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 10 april 2024
- de akte wijziging/vermeerdering van eis van 30 mei 2024 van [eiser]
- de mondelinge behandeling van 7 juni 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Tussen partijen staan de volgende feiten in rechte vast:
a. Partijen hebben op 19 oktober 2022 een overeenkomst gesloten waarbij [eiser] aan [gedaagde] opdracht heeft gegeven om werkzaamheden uit te voeren aan en in de woning van [eiser] .
b. [eiser] heeft bij [gedaagde] geklaagd over een gebrekkige uitvoering van de werkzaamheden. De klachten zijn door [gedaagde] niet verholpen.
c. [gedaagde] heeft de werkzaamheden niet voltooid.
d. [eiser] heeft [gedaagde] bij e-mailbericht van 6 maart 2013 in gebreke gesteld.
e. [gedaagde] heeft bij e-mail van 13 maart 2023 laten weten dat hij de werkzaamheden heeft gestaakt.
g. Bij brief van 12 april 2023 heeft [eiser] zijn vordering tot nakoming omgezet in een vordering tot vervangende schadevergoeding.
h. Op verzoek van [eiser] heeft [b.v.] een onderzoek ingesteld naar de oorzaak, de omstandigheden en de omvang van de gebreken aan de door [gedaagde] uitgevoerde werkzaamheden. Dit onderzoek heeft op 13 april 2023 plaatsgevonden. De bevindingen van dit onderzoek zijn neergelegd in het onderzoeksrapport van 4 mei 2023. De herstelkosten van de gebreken zijn door de deskundige als volgt geraamd:
- Aluminium kozijn achtergevel demonteren € 460,00
- Stelkader verplaatsen € 135,00
- Gaten in de kozijnstijlen repareren € 250,00
- Kozijn herplaatsen € 650,00
- Plafond en koven aanpassen € 1.500,00
- Tegel terras verwijderen en terugplaatsen € 1.880,00
- Voorzetwanden en plafonds slopen en afvoeren € 750,00
- Nieuwe voorzetwanden aanbrengen en afwerken € 2.925,00
- Plafond berging aanbrengen en afwerken € 960,00
- Berging leegruimen en nadien inrichten € 200,00
- Vloertegels berging slopen en afvoeren € 450,00
- Vloer van de berging egaliseren € 800,00
- Leveren en aanbrengen vloertegels € 1.140,00
- Deur berging omdraaien en afwerken € 850,00
- Slaapkamermuren repareren en afwerken € 1.130,00
- Radiatoren terugplaatsen en aansluiten € 530,00
- Waterleiding wasautomaat herstellen € 220,00
- Koperen leiding airco vervangen € 300,00
- Koofconstructie schuifdeur vervangen € 1.080,00
- Voegwerk tuinmuur herstellen € 240,00
- Draaikiepbeslag deugdelijk aanbrengen € 110,00
- Herstel gebroken/gescheurde gipsplaten
€ 2.500,00
Totaal inclusief btw € 19.060,00
i. Op verzoek van [eiser] heeft [b.v.] op 14 mei 2024 een aanvullend onderzoek verricht, waarvan de bevindingen zijn neergelegd in het onderzoeksrapport van 17 mei 2024. De herstelkosten zijn in dit rapport geraamd op € 1.170,00 inclusief btw waarvan arbeidskosten € 520,00, materialen € 300,00 en € 350,00 voor een NEN 1010 keuring.
j. [gedaagde] was voor beide onderzoeken uitgenodigd, maar niet verschenen.
k. De door [b.v.] in rekening gebrachte expertisekosten bedragen in totaal
€ 3.176,25 inclusief btw.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert na vermeerdering van eis - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 25.320,00, vermeerderd met de wettelijke rente over € 24.150,00 vanaf 3 juli 2013 en over € 1.170,00 vanaf 31 mei 2023, € 3.176,25 aan expertisekosten, € 1.244,12 aan buitengerechtelijke kosten, de proceskosten vermeerderd met rente en de nakosten.
3.2.
Ter onderbouwing van zijn vordering stelt [eiser] dat hij met [gedaagde] een gemengde overeenkomst van aanneming van werk en consumentenkoop heeft gesloten. [gedaagde] heeft diverse werkzaamheden niet uitgevoerd zoals van een redelijk en bekwaam handelend aannemer mag worden verwacht. Dit is ook zo door een deskundige vastgesteld. Als gevolg hiervan heeft [eiser] schade geleden. Een ingebrekestelling heeft niet tot herstel geleid. De herstelkosten zijn door de deskundige geraamd op € 19.060,00, € 5.090,00 aan kosten voor het leveren en aanbrengen van de tegelvloer op de begane grond en € 1.170,00 aan herstelkosten elektriciteit, zijnde in totaal € 25.320,00. Daarnaast vordert [eiser] expertisekosten en andere kosten.
3.3.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] betwist dat hij de handtekening op de door [eiser] overlegde overeenkomst heeft gezet. Hij erkent wel dat hij werkzaamheden bij [eiser] heeft uitgevoerd tegen een uurtarief van € 30,00. Verder voert hij aan dat [eiser] de werkzaamheden zoveel mogelijk zelf wilde uitvoeren. [gedaagde] heeft onder directe aansturing van [eiser] gewerkt. Na goedkeuring vond betaling per uur plaats. [eiser] veranderde zijn verbouwplannen steeds. Daardoor zijn dingen niet goed gegaan. Wegens agressieve benadering van [eiser] jegens [gedaagde] heeft [gedaagde] de werkzaamheden niet afgerond. Nadat [gedaagde] gestopt was bij [eiser] heeft hij nog één keer de stopcontacten verplaatst. Hij wenst geen werkzaamheden meer bij [eiser] uit te voeren, aldus [gedaagde] .
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

De overeenkomst
4.1.
De kantonrechter acht het verweer van [gedaagde] dat hij de door [eiser] overgelegde overeenkomst niet heeft ondertekend niet relevant, nu tussen partijen vast staat dat [gedaagde] diverse werkzaamheden in opdracht van [eiser] voor € 30,00 per uur op regiebasis heeft uitgevoerd.
Gemengde overeenkomst en bevoegdheid kantonrechter
4.2.
Ter zitting is met partijen de bevoegdheid van de kantonrechter besproken. [eiser] heeft zich op het standpunt gesteld dat sprake is van een gemende overeenkomst van aanneming van werk en consumentenkoop. Gebleken is dat partijen een overeenkomst hebben gesloten waarbij [gedaagde] opdracht heeft gekregen om werkzaamheden in en aan de woning van [eiser] uit te voeren. Daarnaast heeft [gedaagde] met gipsplaat een TV-meubel voor [eiser] op maat gemaakt. Juist voor deze situatie, waarin de aan de consument te leveren roerende zaak nog tot stand moet worden gebracht en de overeenkomst ook voldoet aan de wettelijke omschrijving van aanneming van werk, is in de wet bepaald dat de overeenkomst mede wordt aangemerkt als consumentenkoop. De wettelijke bepalingen van koop en aanneming zijn dan naast elkaar van toepassing en in geval van onderlinge strijdigheid gaan de consumentenkoopregels vóór (artikel 7:5 lid 4 BW). De overeenkomst tussen partijen moet dus (mede) worden aangemerkt als consumentenkoop. Zaken betreffende consumentenkoop worden behandeld en beslist door de kantonrechter, ongeacht het beloop of de waarde van de vordering. De kantonrechter acht zich daarom bevoegd van de vordering kennis te nemen.
Verzuim
4.3.
Om aanspraak te kunnen maken op (vervangende) schadevergoeding is vereist dat [gedaagde] in verzuim is geraakt. Gelet op de inhoud van het e-mailbericht van 13 maart 2023 van [gedaagde] en de door [gedaagde] ter zitting gedane mededeling dat hij niet van plan is om nog herstelwerkzaamheden bij [eiser] uit te voeren, stelt de kantonrechter vast dat sprake is van verzuim.
Gebreken
4.4.
De kantonrechter zal de gebreken hierna per onderwerp bespreken en beoordelen.
Gebrek 1: de pui / aluminium kozijn.
4.5.
[eiser] stelt dat het aluminium kozijn scheef is geplaatst als gevolg waarvan de deuren slecht sluiten en de scharnieren slijten. Verder stelt hij dat er schroeven door de profielen van het kozijn steken als gevolg waarvan de kwaliteit van het kozijn is afgenomen en er tochtklachten kunnen ontstaan.
[gedaagde] voert aan dat het hier gaat om een kozijn van 5 meter breed bij een hoogte van 2,4 meter. Dit zware kozijn is zo goed als mogelijk geplaatst. Er werd toen al geconstateerd dat het iets uit het lood stond. Dit vormde echter geen probleem voor de heer [eiser] aangezien alles naar behoren functioneerde. Het grootste belang was hier dat de kou zo snel mogelijk uit de woning geweerd werd en dat het opnieuw richten meer kosten met zich mee zou brengen, wat hij te verwaarlozen vond. De werkzaamheden werden daarom ook goedgekeurd en volledig betaald, aldus [gedaagde] .
4.6.
Uit het rapport van de deskundige blijkt dat het aluminium kozijn 11 mm scheef naar achteren is geplaatst en dat de schroeven door de profielen steken. Hiervan zijn foto’s overgelegd. Hoewel [gedaagde] stelt dat [eiser] voor het scheef plaatsen van het kozijn zijn goedkeuring heeft gegeven, heeft hij deze stelling niet nader onderbouwd. De kantonrechter gaat er daarom vanuit dat de toestemming niet is gegeven.
De kantonrechter volgt de deskundige dat sprake is van een gebrek en zal de volgende herstelkosten – waarvan de hoogte door [gedaagde] verder niet is betwist – zoals door de deskundige zijn geraamd – toewijzen:
Aluminium kozijn achtergevel demonteren € 460,00
Stelkader verplaatsen € 135,00
Gaten in de kozijnen repareren € 250,00
Kozijn herplaatsen
€ 650,00
Totaal € 1.495,00
Gebrek 2: stoeptegels (terug)leggen en besmeurde tuintegels
4.7.
[eiser] stelt dat [gedaagde] de stoeptegels die hij heeft verwijderd voor het plaatsen van de pui/aluminium kozijn niet deugdelijk heeft teruggelegd. De tegels liggen schots en scheef, hebben een verkeerd waterafschot (namelijk naar de woning toe) en zijn besmeurd met cementresten. Het opnieuw leggen van de stoeptegels hoort bij het plaatsen van de pui en maakt aantoonbaar onderdeel uit van de werkzaamheden van [gedaagde] , aldus [eiser] .
4.8.
[gedaagde] betwist dat hij de stoeptegels bij de aanbouw heeft weggehaald en terug heeft gelegd. Dit heeft [eiser] zelf gedaan. Ook heeft [gedaagde] geen draingoot geplaatst. Er is een zeil gebruikt op de tegels om zoveel mogelijk vuil te voorkomen. Het vuil is eenvoudig schoon te maken met een hogedruk spuit. In het geval dat er ergens cement zou zitten, is dit te verwijderen met zoutzuur zoals dat verkocht wordt in bouwmarkten.
4.9.
De kantonrechter acht onvoldoende onderbouwd dat [gedaagde] de stoeptegels heeft verwijderd en scheef heeft teruggelegd, zodat dit deel van de vordering wordt afgewezen.
Hoewel [eiser] stelt dat [gedaagde] de tegels met specie heeft besmeurd, heeft hij in verband hiermee geen schadevergoeding gevorderd. Of [gedaagde] al dan niet op de tegels heeft geknoeid, doet er daarom niet toe.
Gebrek 3: vocht in de verlengde schuur
4.10.
[eiser] stelt dat hij de schuur heeft laten vergroten en een tweede keuken heeft laten plaatsen. Het verlengen van de schuur is niet deugdelijk gebeurd als gevolg waarvan sprake is van vocht- en schimmelplekken aan de onderzijde van de wanden. De wand aan de onderzijde is als gevolg daarvan volledig nat en door water verzadigd, aldus [eiser] .
4.11.
[gedaagde] voert aan dat de schuur nog niet af was toen hij gestopt was. Er diende nog een drainagerail aangebracht te worden, zodat eventueel water weg kon stromen. Dit is nodig omdat de vloeren gelijk lopen. [gedaagde] heeft aangevoerd dat hij wel folie tegen de halfsteense muur heeft aangebracht.
4.12.
De deskundige heeft geconcludeerd dat het vocht is ontstaan doordat de voorzetwanden en de isolatie direct tegen de halfsteense muur van de berging zijn aangebracht. [gedaagde] heeft dit betwist en heeft gesteld dat hij folie tegen de halfsteense muur heeft aangebracht. De kantonrechter is van oordeel dat het rapport van de deskundige op dit punt teveel vragen oproept. Onduidelijk is op welke wijze de deskundige heeft geconstateerd dat de voorzetwanden en isolatie direct tegens de halfsteense muren zijn aangebracht. Daarbij komt dat volgens [gedaagde] nog een drainagerail moest worden aangebracht, wat mogelijk ook de vochtproblemen kan verklaren. Gelet hierop heeft [eiser] onvoldoende onderbouwd wat de oorzaak is geweest van de vochtproblemen. Dit deel van de vordering zal de kantonrechter daarom afwijzen.
Gebrek 4: tegelvloer schuur
4.13.
[eiser] stelt dat [gedaagde] de tegels in de schuur niet goed heeft gelegd. De tegels zijn scheef gelegd, er is een verloop van 8 mm. Ook zijn de tegels niet goed verlijmd. Er is onvoldoende lijm gebruikt en er liggen tegels los waardoor de voegen scheuren, aldus [eiser] .
[gedaagde] erkent dat hij de tegels in de schuur heeft gelegd. Volgens hem is het praktisch echter onmogelijk om geen verloop te hebben op een afstand van 6 meter. De tegelvloer kreeg ook geen kans om te drogen omdat de vrouw van [eiser] meerdere malen gebruik maakte van de keuken en over de vloer heen liep.
4.14.
[gedaagde] heeft niet betwist dat de vloer scheef is aangebracht. Ook heeft de deskundige dit gebrek geconstateerd. Vaststaat dat sprake is van onvoldoende hechting van de lijm. [gedaagde] heeft zijn (bevrijdend) verweer dat de oorzaak hiervan is dat de vrouw van [eiser] hierop steeds liep onvoldoende onderbouwd.
Daarom zal de kantonrechter de volgende kosten zoals in het rapport van de deskundige zijn genoemd en waarvan de hoogte door [gedaagde] niet zijn betwist, toewijzen:
Berging leegruimen en nadien inrichten € 200,00
Vloertegels berging slopen en afvoeren € 450,00
Vloer van de berging egaliseren € 800,00
Leveren en aanbrengen vloertegels
€ 1.140,00
Totaal € 2.590,00
Gebrek 5: golvend en scheef plafond
4.15.
[eiser] stelt dat het plafond in de berging niet strak is aangebracht en scheef loopt.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat het plafond nog verder afgewerkt moest worden, het was nog niet afgeschuurd en er zat nog geen finish pasta op.
4.16.
De deskundige heeft geconstateerd dat het plafond scheef loopt en dat het opnieuw moet worden gedaan. Het gaat dus niet om het afwerken van het plafond zoals [gedaagde] stelt. Daarom zal de kantonrechter de post “Plafond berging aanbrengen en afwerken” ten bedrage van € 960,00 zoals door de deskundige is geraamd en waarvan de hoogte door [gedaagde] niet is betwist, toewijzen.
Gebrek 6: poort
4.17.
[eiser] stelt dat de poort naar een openbaar pad naar buiten toe draaiend is toegepast. Dat is in verband met de veiligheid van de mensen die van het pad gebruik maken, niet toegestaan.
[gedaagde] voert aan dat dit een keuze was van [eiser] . [gedaagde] heeft hem gewaarschuwd dat dit niet is toegestaan, maar [eiser] wilde naar buiten toe draaiend vanwege het feit dat hij zo meer ruimte kreeg.
4.18.
Niet in geschil is dat de poort in strijd met de van toepassing zijnde regels is geplaatst. Hoewel [gedaagde] heeft gesteld dat hij [eiser] hiervoor heeft gewaarschuwd, heeft hij dit niet onderbouwd. Indien [eiser] dat in strijd met de regels toch zo had gewild, had [gedaagde] dat als aannemer niet op die manier moeten uitvoeren. Daarom zal de kantonrechter de post “Deur berging omdraaien en afwerken” ten bedrage van € 850,00 zoals door de deskundige is geraamd en waarvan de hoogte door [gedaagde] niet is betwist, toewijzen.
Gebrek 7: aansluiting wasautomaat (in de schuur)
4.19.
[eiser] stelt dat de waterleiding voor de wasautomaat ondeugdelijk is aangebracht.
[gedaagde] voert aan dat in eerste instantie alleen een aansluiting is gemaakt voor een wasmachine. Daarna moest het aangepast worden omdat de heer [eiser] ook een buitenkraan wilde en daarna nog een aanpassing hiervan voor de toevoer van water naar het koffiezetapparaat, aldus [gedaagde] .
4.20.
De kantonrechter overweegt dat de deskundige heeft geconstateerd dat er vele bochten zijn en losse leidingen. Ook hiervoor geldt dat [gedaagde] [eiser] duidelijk had moeten waarschuwen als iets niet uitgevoerd kon worden kon door aanpassingen die [eiser] wilde. Daarom zal de kantonrechter de herstelkosten voor de post “Waterleiding wasautomaat herstellen” een bedrag van € 220,00 zoals door de deskundige is geraamd waarvan de hoogte door [gedaagde] niet is betwist, toewijzen.
Gebrek 8: gevolgschade
4.21.
[eiser] stelt dat bij het aanbrengen van een opvangconstructie (stut) de muur in de beide slaapkamers op de eerste verdieping is beschadigd.
[gedaagde] voert aan dat een steunbalk ingebracht moest worden. Dit kan alleen gedaan worden als het plafond gestut wordt. Door de stutpalen wordt dan inderdaad de muur beschadigd, die later gestukt zou worden. [gedaagde] is echter eerder gestopt en hij heeft hiervoor geen arbeidstijd berekend.
4.22.
De deskundige heeft in het rapport weergegeven dat de opvangconstruct ruw is aangebracht en dat de muur fors is beschadigd. Nu [eiser] hoe dan ook de muren in de slaapkamers had moeten repareren en niet is gebleken dat de herstelkosten hoger zijn omdat [gedaagde] de stut ruw heeft aangebracht, zal de kantonrechter de herstelkosten hiervan afwijzen.
Gebrek 9: betonvloer woonkamer met vloerverwarming en tegels
4.23.
[eiser] stelt dat de tegelvloer op de begane grond 30 mm hoger is aangebracht dan de vorige vloer. Hierdoor kan [eiser] geen vloerkleed bij de voordeur leggen.
4.24.
[gedaagde] voert aan dat de tegelvloer in de woning niet door hem is gelegd, maar door een ander bedrijf. Omdat [eiser] de wc lager wilde, is in overleg met [eiser] en het tegelzettersbedrijf besproken dat de dekvloer iets hoger gelegd mocht worden. Vervolgens zijn de tegels vanwege het zeer grote formaat, ongeveer één meter bij twee meter, in een dikkere lijmlaag door de tegelzetter gelegd. Hierdoor ontstond er een probleem met de binnendeuren, dat [gedaagde] heeft opgelost door deze in te korten.
4.25.
De kantonrechter overweegt dat zelfs als de vloer niet door [gedaagde] zou worden gelegd hij vooraf met de tegelzetter had moeten overleggen hoeveel ruimte de tegelzetter nodig had voor het leggen van de tegels. [gedaagde] is daarom verantwoordelijk voor dit gebrek. De deskundige heeft in het rapport aangegeven dat de kosten voor daadwerkelijk herstel geraamd kunnen worden op € 25.000,00 tot € 30.000,00, wat de deskundige disproportioneel vindt. Volgens de deskundige kan volstaan worden met een vergoeding voor het ongemak en het niet nakomen van de overeenkomst, waarbij te denken valt aan het terugbetalen van de kosten voor het leveren en aanbrengen van de tegelvloer op de begane grond. [eiser] vordert hiertoe een bedrag van € 5.090,00 terzake deze kosten. De kantonrechter acht vergoeding van de volledige kosten van herstel naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar, omdat het om een cosmetisch gebrek gaat wat van ondergeschikte betekenis is (zie ook HR 21 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:743). De kantonrechter volgt in zoverre de deskundige. [eiser] heeft in plaats van volledige schadevergoeding een bedrag van € 5.090,00 gevorderd en heeft daarbij aangesloten bij de kosten voor het leveren en aanleggen van de tegelvloer. De kantonrechter begroot de schade op het bedrag van € 2.000,00, overeenkomend met het bedrag dat [gedaagde] heeft genoemd voor het aanleggen van de smeervloer. De kantonrechter zal in redelijkheid een vergoeding tot dit bedrag toewijzen.
Gebrek 10: koof schuifdeur
4.26.
[eiser] stelt dat [gedaagde] tussen de woonkamer en de hal een koof heeft gemaakt om een schuifdeur te plaatsen. De rails zijn echter zo scheef geplaatst dat hier geen schuifdeur aan gemonteerd kan worden.
4.27.
[gedaagde] voert aan dat hij de rails op verzoek van [eiser] moest veranderen, want de stukadoor vond het niet goed. Het is daarom aangepast in samenwerking met de stukadoor.
4.28.
Vast staat dat de rails scheef zijn geplaatst. Ook indien [eiser] het anders wilde had [gedaagde] dat niet op die manier moeten uitvoeren. Daarom zal de kantonrechter een bedrag van € 1.080,00 aan “Koofconstructie schuifdeur vervangen” zoals door de deskundige is geraamd en waarvan de hoogte door [gedaagde] niet is betwist, toewijzen.
Gebrek 11: voegwerk tuinmuren
4.29.
[eiser] stelt dat het voegwerk van de tuinmuren niet deugdelijk is uitgevoerd. Er zijn open voegen bij de aansluiting tegen de schuur en [gedaagde] heeft verzuimd een metalen plaat in de muur te verwijderen waar tegenaan is gemetseld.
[gedaagde] voert aan dat het werk nog niet af was.
4.30.
De kantonrechter constateert dat de kosten waarvan [eiser] vergoeding vordert betrekking hebben op het afwerken/afronden van het voegwerk. Nu [gedaagde] op regiebasis werkzaam was, komen deze kosten niet voor toewijzing in aanmerking.
Gebrek 12: draai-/kiepraam slaapkamer
4.31.
[eiser] stelt dat het draai-/kiepraam in de slaapkamer niet goed is gemonteerd. Het raam kan wel draaien maar niet kiepen.
4.32.
[gedaagde] voert aan dat dit een bestaand raam is dat door [eiser] was afgedekt met plakband. [eiser] heeft sluitwerk aangeleverd dat [gedaagde] heeft gemonteerd. Er miste alleen een onderdeel van het kozijn, waardoor het raam inderdaad niet kon kiepen.
4.33.
Gebleken is dat [eiser] zelf onderdelen heeft geleverd waarbij een onderdeel voor het laten kiepen van het raam ontbrak. De kantonrechter zal deze post afwijzen, nu [eiser] degene is die het verkeerde onderdeel heeft geleverd.
Gebrek 13: airco
4.34.
[eiser] stelt dat [gedaagde] een leiding voor de airco heeft omgebogen waardoor deze is gescheurd en dicht is komen te zitten. Deze leiding moet worden vervangen.
4.35.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat de airco niet door hem is geïnstalleerd. Verder betwist hij dat hij de leiding heeft omgebogen.
4.36.
De kantonrechter zal de herstelkosten hiervan afwijzen, nu [eiser] onvoldoende heeft onderbouwd dat [gedaagde] de leiding heeft omgebogen.
Gebrek 14: stopcontacten
Hoogte
4.37.
[eiser] stelt dat [gedaagde] de stopcontacten op verschillende hoogtes heeft aangebracht. De stopcontacten verschillen tot 25 mm in hoogte.
De deskundige acht een hoogte verschil van 25 mm acceptabel en heeft dit niet als een gebrek aangemerkt. Daarnaast wordt hiervoor geen schadevergoeding gevorderd, zodat dit onderdeel verder onbesproken kan blijven.
Niet werkende stopcontacten
4.38.
[eiser] stelt dat de elektra door [gedaagde] is aangelegd. Vier stopcontacten in de schuur werken sinds 14 april 2024 niet meer. [gedaagde] heeft geen schema en aansluitwaarden berekend zodat onbekend is waardoor er storing optreedt. Daarnaast heeft hij de stopcontacten ondeskundig afgemonteerd.
4.39.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat [eiser] na het aanleggen van de leidingen allerlei extra apparatuur wilde plaatsen. Hiermee was geen rekening gehouden. [gedaagde] heeft aanpassingen gedaan, maar het kan zijn dat er toch sprake is van overbelasting.
4.40.
De deskundige heeft aangegeven dat het niet werken van de stopcontacten meerdere oorzaken kan hebben. Gebleken is in ieder geval dat [gedaagde] geen aansluitwaarden heeft berekend en geen schema heeft opgesteld, waardoor de groepen mogelijk te zwaar worden belast en dat hij de stopcontacten niet deskundig heeft afgemonteerd. Volgens de deskundige dient er nieuwe bedrading te worden aangebracht en de aangetaste onderdelen moeten worden vernieuwd.
De kantonrechter stelt vast dat ook [gedaagde] van mening is dat er sprake kan zijn overbelasting, doordat er te weinig groepen zijn. [gedaagde] is hiervoor als aannemer verantwoordelijk. De kantonrechter zal de deskundige volgen in de herstelkosten, met uitzondering van de NEN 1010 keuring, nu niet is gebleken dat deze keuring tussen partijen was overeengekomen. De kantonrechter zal een bedrag van € 820,00 toewijzen.
Gebrek 15: kastenwand
4.41.
[eiser] stelt dat de koven, de verlaagde plafonds en de kastenwand rond de tv door [gedaagde] zijn uitgevoerd in gipsplaat. De bedoeling was om de gipsplaten te stukadoren en af te werken. Omdat de gipsplaten bij de randen zijn gebroken, gescheurd, er verkeerde schroeven zijn gebruikt en de gipsplaten ongelijk en wisselend waren aangebracht, heeft [gedaagde] dit niet afgewerkt.
4.42.
[gedaagde] voert aan dat de tv-meubel meerdere malen is vermaakt op verzoek van [eiser] . [eiser] had de eerste keer verkeerde maten opgegeven waardoor het aangepast moest worden. Hiervoor moest hetzelfde materiaal worden hergebruikt om kosten te besparen. Vervolgens kwam de stukadoor en werd de kast opnieuw aangepast omdat de heer [eiser] de sierhaard er heel strak in wilde hebben. Opnieuw moest herstel met hetzelfde materiaal plaatsvinden. [gedaagde] erkent wel dat er verkeerde schroeven zijn gebruikt.
4.43.
De deskundige heeft aangegeven dat hij gebreken niet volledig kon waarnemen, omdat [eiser] door een derde de gipsplaten heeft laten repareren/vervangen en laten stuken. Op basis van filmopnames concludeert deskundige dat nagenoeg alle gipsplaten gebreken vertoonden.
De kantonrechter overweegt dat het op maat maken van het tv-meubel in beginsel de verantwoordelijkheid is van [gedaagde] als aannemer. Echter heeft [eiser] niet betwist dat er aanpassingen nodig waren, omdat hij de haard er heel strak in wilde hebben, hetgeen tot gebreken aan de gipsplaten kan hebben geleid. Dat er verkeerde schroeven zijn gebruikt heeft [gedaagde] niet betwist. De kantonrechter acht daarom beide partijen deels verantwoordelijk voor de ontstane gebreken.
Gelet hierop zal de kantonrechter in redelijkheid de helft van de door de deskundige geraamde herstelkosten, zijnde een bedrag van € 1.250,00 toewijzen.
Conclusie
4.44.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen zal worden toegewezen:
Gebrek 1: de pui / aluminium kozijn € 1.495,00
Gebrek 4: tegelvloer schuur € 2.590,00
Gebrek 5: golvend en scheef plafond € 960,00
Gebrek 6: Poort € 850,00
Gebrek 7: aansluiting wasautomaat (in de schuur) € 220,00
Gebrek 9: betonvloer woonkamer met vloerverwarming en tegels € 2.000,00
Gebrek 10: koof schuifdeur € 1.080,00
Gebrek 14: stopcontacten € 820,00
Gebrek 15: kastenwand
€ 1.250,00
Totaal € 11.265,00
De wettelijke rente over € 10.445,00 zal met ingang van 3 juli 2023 worden toegewezen.
De wettelijke rente over € 820,00 (stopcontacten) zal met ingang van 31 mei 2024 worden toegewezen.
Kosten deskundige
4.45.
Door [gedaagde] is onvoldoende gemotiveerd weersproken dat [eiser] de gestelde expertisekosten van in totaal € 3.176,25 inclusief btw ter vaststelling van de schade en de aansprakelijkheid heeft gemaakt. Nu deze kosten de kantonrechter voorts niet onredelijk voorkomen, zal de vordering die ziet op de expertisekosten op grond van artikel 6:96 lid 2 sub b BW worden toegewezen.
Buitengerechtelijke kosten
4.46.
[eiser] vordert een bedrag van € 1.244,12 inclusief btw als vergoeding van de buitengerechtelijke kosten. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [eiser] voldoende onderbouwd dat hij in redelijkheid buitengerechtelijke kosten heeft gemaakt. De kantonrechter zal, gelet op de hoogte van het toe te wijzen bedrag, een bedrag van
€ 1.074,06 inclusief btw aan buitengerechtelijke kosten toewijzen.
Proceskosten
4.47.
[gedaagde] is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
136,72
- griffierecht
706,00
- salaris gemachtigde
812,00
(2,00 punten × € 406,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.789,72
4.48.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 11.265,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 10.445,00 met ingang van 3 juli 2023 en over € 820,00 met ingang van 31 mei 2024 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiser] te betalen een bedrag van € 3.176,25 inclusief btw aan expertisekosten,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiser] te betalen een bedrag van € 1.074,06 inclusief btw aan buitengerechtelijke incassokosten;
5.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.789,72, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.5.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten van € 1.654,12 als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ebben en in het openbaar uitgesproken op 7 augustus 2024.