ECLI:NL:RBZWB:2024:5580
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Luijks
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding na onverzekerde aanrijding
In deze civiele zaak heeft ASR Schadeverzekering N.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens schadevergoeding na een aanrijding met een onverzekerde auto. De aanrijding vond plaats op 6 december 2019, waarbij [gedaagde] met zijn Renault Clio een Opel Zafira raakte. ASR, de verzekeraar van de eigenaar van de Opel Zafira, heeft op grond van artikel 13 WAM schadevergoeding betaald aan de benadeelde partij en vordert nu het door haar betaalde bedrag terug van [gedaagde].
De procedure begon met een tussenvonnis op 24 april 2024, gevolgd door een mondelinge behandeling op 4 juli 2024, waarbij [gedaagde] niet verscheen. ASR werd vertegenwoordigd door mw. A.J. Plate en mr. W. Brouwer. Ondanks het verzoek van [gedaagde] om een nieuwe zitting te plannen, werd dit verzoek niet gehonoreerd. De kantonrechter heeft op basis van het niet verschijnen van [gedaagde] de gevolgtrekkingen gemaakt die hij geraden acht.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat ASR een totaalbedrag van € 10.708,20 aan schade heeft uitgekeerd aan de eigenaar van de Opel Zafira en € 2.411,85 aan ZLM voor buitengerechtelijke kosten. ASR vordert nu een totaalbedrag van € 14.190,45 van [gedaagde], vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering van ASR toewijsbaar is, gezien het verweer van [gedaagde] onvoldoende was om de hoogte van de schade te betwisten. Tevens zijn de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, evenals de proceskosten aan de zijde van ASR.