Uitspraak
1.De procedure
- de aanvullende producties 7 tot en met 9 van l’escaut;
- de mondelinge behandeling van 13 augustus 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 augustus 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting L'Escaut en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, L'Escaut, vorderde een machtiging om schoonmaakwerkzaamheden en bestrijdingsmaatregelen uit te voeren in de huurwoning van de gedaagde, die sinds 16 september 1998 de woning huurt. De aanleiding voor de vordering was een melding van buren over een ratten- en muizenplaag, die op 19 juli 2024 was ontvangen. Na inspectie door de gemeente Vlissingen en de GGD bleek de woning ernstig vervuild en onbewoonbaar, wat een gevaar voor de gezondheid van de bewoners en omwonenden met zich meebracht. De gedaagde weigerde toestemming te geven voor toegang tot de woning.
L'Escaut vorderde in kort geding om de gedaagde te machtigen de noodzakelijke schoonmaak- en bestrijdingswerkzaamheden uit te voeren, en om de gedaagde tijdelijk te ontruimen. De voorzieningenrechter oordeelde dat er sprake was van een spoedeisend belang, gezien de verantwoordelijkheid van L'Escaut als verhuurder om de gevaarzetting te beëindigen. Aangezien de gedaagde niet was verschenen, werden de vorderingen van L'Escaut toegewezen. De rechter machtigde L'Escaut om de woning schoon te maken en de ongediertebestrijding uit te voeren, en veroordeelde de gedaagde tot tijdelijke ontruiming van de woning. Tevens werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten van € 944,72.