Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
- cliënt, bijgestaan door waarnemend advocaat mr. F.J. Koningsveld;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 24 juli 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure naar aanleiding van een verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt. De cliënt, geboren in 1985, woont momenteel in een zorginstelling en wordt geconfronteerd met ernstige gedragsproblemen, waaronder onrustig en fysiek agressief gedrag. Het CIZ verzoekt om een machtiging voor de duur van zes maanden, omdat de huidige zorg en begeleiding niet voldoende zijn om het ernstig nadeel voor de cliënt en anderen te voorkomen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 24 juli 2024 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de cliënt zelf, zijn mentor, de zorgverantwoordelijke en een senior begeleider. De cliënt verzet zich tegen de opname en voelt zich bedreigd door het verzoek. De zorgverantwoordelijke en de mentor bevestigen echter dat de situatie van de cliënt zorgwekkend is en dat er sprake is van ernstige ontregeling, wat leidt tot risico's voor zowel de cliënt als zijn omgeving.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt lijdt aan een verstandelijke handicap en een psychische stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel. Gezien de omstandigheden en het gebrek aan minder ingrijpende mogelijkheden, heeft de rechtbank besloten om de gevraagde machtiging te verlenen voor de duur van zes maanden, tot en met 24 januari 2025. De beschikking is mondeling gegeven door mr. De Kroon en is op 2 augustus 2024 schriftelijk uitgewerkt.