ECLI:NL:RBZWB:2024:5592

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 juli 2024
Publicatiedatum
14 augustus 2024
Zaaknummer
C/02/424424 / FA RK 24/3163
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. De Kroon
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor betrokkene met psychische stoornis

Op 24 juli 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging werd ingediend door de officier van justitie, naar aanleiding van zorgen over de geestelijke gezondheid van betrokkene, geboren op [geboortedag] 1964. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, waaronder schizofrenie en verslavingsstoornissen, wat leidt tot ernstig nadeel voor zowel betrokkene als zijn omgeving. Tijdens de mondelinge behandeling op 24 juli 2024 was betrokkene niet aanwezig, ondanks dat de behandelend rechter hem opzocht in de zorgaccommodatie. Betrokkene weigerde deel te nemen aan de behandeling en ontkende zijn ziekte, wat de noodzaak voor verplichte zorg onderstreepte. De rechtbank oordeelde dat er geen minder bezwarende alternatieven waren en dat de voorgestelde zorgvormen noodzakelijk waren om het ernstig nadeel af te wenden. De zorgmachtiging werd verleend voor de duur van twaalf maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid en het insluiten van betrokkene. De beschikking is mondeling gegeven door mr. De Kroon, kinderrechter, en is op 2 augustus 2024 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/424424 / FA RK 24/3163
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorgmachtiging aansluitend op een zorgmachtiging.
Beschikking van 24 juli 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1964 te [geboorteplaats],
wonende [woonadres],
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. Z. Yeral te Roosendaal

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 10 juli 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 9 juli 2024;
- de medische verklaring van 3 juli 2024;
- een zorgplan van 18 juni 2024;
- een zorgkaart;
- een uittreksel uit het curateleregister;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 24 juli 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- de advocaat van betrokkene via een telefonische verbinding;
- mevrouw [naam], psychiater.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.
1.5
Op de datum en het tijdstip van de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene, in strijd met het advies van zijn behandelaar, zich elders op het terrein van de zorgaccommo-datie, te weten bij [horecagelegenheid] bevindt. De behandelend rechter bezoekt vervolgens in aanwezigheid van de griffier en een zorgmedewerkster betrokkene op deze locatie, waarbij door de advocaat van betrokkene langs telefonische weg wordt aangesloten. Op de vraag van de behandelend rechter of hij bij de mondelinge behandeling van het verzoek aanwezig wil zijn reageert betrokkene afwijzend. Verder spreekt betrokkene over dreigementen van anderen, waar hij op dat moment veel last van heeft. Daarop stelt de advocaat aan betrokkene de vraag of hij er alsnog voor kiest bij de mondelinge behandeling aanwezig te zijn. Daarop wordt door betrokkene opnieuw afwijzend gereageerd. De behandelend rechter stelt vervolgens vast dat betrokkene niet bereid is zich te doen horen op het voorliggend verzoek.

2.Verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
De psychiater brengt naar voren dat bij betrokkene sprake is van een psychische
stoornis, in de vorm van een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en
middel gerelateerde en verslavingsstoornissen. In geval van ontregeling verkeert betrokkene
in psychotische toestand, waarbij sprake is van waanbeelden die op hem beangstigend
werken en hem achterdochtig maken. Op die momenten zorgt betrokkene erg slecht voor
zichzelf en is er sprake van lijdensdruk, mede door het gebruik van middelen, waaronder
speed en cannabis. Ook heeft betrokkene dan grote moeite om de stress- en spannings-
gevoelens waarmee hij kampt voldoende te reguleren en te begrenzen. In vergelijkbare
eerdere situaties heeft betrokkene zich levensbedreigend opgesteld naar anderen, waaronder
zorg- en verpleegkundig personeel.
Ter afwending van het beschreven ernstig nadeel is in haar visie van de aldus verzochte
verplichte zorgvormen nog steeds noodzakelijk het toedienen van medicatie, het verrichten
van medische controles, het beperken van de bewegingsvrijheid, insluiten, onderzoek van de
woon- of verblijfsruimte op gedragbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen en
het opnemen in een accommodatie. Op de vraag van de advocaat waarom er nog steeds een
noodzaak voor insluiten wordt gezien antwoordt de psychiater dat haar bekend is dat in elk
geval in juni 2024 er nog een situatie is geweest waarbij ernstige ontregeling dreigde en op
dat moment althans het aankondigen van insluiten als toe te passen zorgvorm afdoende bleek
om de rust bij betrokkene te herstellen. Naast de door haar al genoemde zorgvormen ziet zij,
verwijzend naar haar eerdere toelichting, eveneens de noodzaak tot het kunnen toepassen van
onderzoek aan kleding of lichaam - bij wijze van verplichte zorgvorm - naar het door
betrokkene mogelijk onder zich houden van gedragbeïnvloedende middelen en/of wapens.
3.2
De advocaat van betrokkene voert aan dat zijn cliënt in het voorgesprek duidelijk heeft gemaakt dat hij verplichte zorg als zodanig ingrijpend en vrijheidsbeperkend ervaart dat hij daar beslist niet achter kan staan. Ook is betrokkene van opvatting dat hij niet ziek is. Desondanks is betrokkene wel bereid zijn verblijf in de zorgaccommodatie voort te zetten. Bij elkaar maakt dit dat hij zich namens betrokkene primair op het standpunt stelt dat het voorliggend verzoek dient te worden afgewezen. In het geval dat de rechtbank anders mocht oordelen verzoekt hij - bij wijze van subsidiair standpunt - in elk geval insluiting als verplichte zorgvorm af te wijzen.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofrenie-spectrum- en andere psychotische stoornissen, middel gerelateerde en verslavings-stoornissen, andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn. De enkele ontkenning door betrokkene dat hij ziek is geeft de rechtbank geen reden om te twijfelen aan hetgeen daarover in de medische verklaring is opgenomen.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. Betrokkene kampt in situaties waarin sprake is van ontregeling met waanbeelden, die hem angsten bezorgen en leiden tot gevoelens van achterdocht. Er is op die momenten bovendien sprake van een grote lijdensdruk, betrokkene zorgt dan slecht voor zichzelf en hij kampt met emotieregulatie problemen. Betrokkene heeft in eerdere vergelijkbare situaties agressief en dreigend gedrag naar anderen, waaronder zorgverleners en verpleegkundig personeel laten zien. Betrokkene is bekend met het gebruik van middelen waaronder speed en cannabis, wat het toestands-beeld in deze situaties kan verergeren.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
4.4
Betrokkene laat blijken geen inzicht te hebben in zijn psychotische kwetsbaarheid. Hij is van opvatting dat hij niet ziek is. Er kan daarom niet van worden uitgegaan dat bij hem sprake is van voldoende intrinsieke motivatie om aan de zorg, die noodzakelijk is ter afwending van het hiervóór beschreven ernstig nadeel, in een vrijwillig kader consequent mee te werken. Daarom is verplichte zorg nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- opnemen in een accommodatie.
Daarnaast zal de rechtbank, analoog aan artikel 6:4, tweede lid Wvggz (met betrekking tot
het ambtshalve opnemen van vormen van verplichte zorg in de zorgmachtiging), ook als
verplichte vormen van zorg in deze machtiging verplichte zorg opnemen:
- onderzoek aan kleding of lichaam.
Gebleken is tenslotte dat voor andere dan de aldus genoemde zorgvormen geen noodzaak
bestaat, zodat het verzoek voor het overige zal worden afgewezen.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1964 te [geboorteplaats];
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de hierna volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 24 juli 2025;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr De Kroon, kinderrechter, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 24 juli 2024 in tegenwoordigheid van
Baremans als griffier, en op 2 augustus 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.