ECLI:NL:RBZWB:2024:5599

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 augustus 2024
Publicatiedatum
14 augustus 2024
Zaaknummer
C/02/424886 / FA RK 24/3381
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. Meyboom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg met beperking van de duur tot 12 maanden

Op 5 augustus 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een verzoek om een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek was ingediend door de officier van justitie en betrof een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis, specifiek schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, in combinatie met middelengebruik. De rechtbank heeft vastgesteld dat er ernstig nadeel kan ontstaan voor de betrokkene en de maatschappij als gevolg van deze stoornis, en dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis. Tijdens de mondelinge behandeling op 5 augustus 2024 werd de betrokkene bijgestaan door zijn advocaat, mr. H.M.Th. de Pont, en werd de behandelende arts gehoord. De betrokkene gaf aan geen bezwaar te hebben tegen een zorgmachtiging, maar wel tegen de duur van twee jaar die door de officier van justitie was verzocht. De rechtbank heeft de verzochte zorgmachtiging voor een periode van 24 maanden afgewezen en in plaats daarvan een machtiging verleend voor de duur van 12 maanden. Dit biedt de mogelijkheid om te bezien of een wijziging van medicatie effect heeft op de bijwerkingen en of de betrokkene in een vrijwillig kader zorg kan ontvangen. De rechtbank heeft de noodzakelijke vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M. Meyboom en in het openbaar uitgesproken op 5 augustus 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/424886 / FA RK 24/3381
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg aansluitend op een zorgmachtiging
Beschikking van 5 augustus 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1997 te [geboorteplaats],
wonende aan [woonadres],
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. H.M.Th. de Pont te Tilburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 23 juli 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 18 juli 2024;
- de medische verklaring van 17 juli 2024;
- het zorgplan van 26 juni 2024;
- een blanco zorgkaart van 6 juni 2024;
- een historisch overzicht van verplichte zorg;
- een aanvraagformulier voorbereiding zorgmachtiging van 4 juni 2024;
- een uittreksel uit het curatele- en bewindregister, waaruit blijkt dat betrokkene onder bewind is gesteld;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en het bericht dat er voor betrokkene geen politiemutaties zijn;
- de beschikking van deze rechtbank van 15 september 2023 betreffende een machtiging tot het verlenen van verplichte zorg.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 5 augustus 2024 bij de [accommodatie], [locatie], aan [adres].
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- behandelaar, mevrouw [naam].
1.4
De officier is, zoals hij al aangaf in zijn verzoek, niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twee jaren en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene brengt, samengevat, naar voren dat hij op zich geen bezwaar heeft tegen een zorgmachtiging, maar wel tegen de verzochte duur daarvan. Betrokkene heeft last van de bijwerkingen van zijn medicatie en hoopt hierover het gesprek aan te kunnen gaan met de behandelaar. Verder hoopt betrokkene dat hem de kans wordt geboden om het ook zonder medicatie te proberen. Als het dan fout zou gaan, kan er binnen de machtiging gehandeld worden. Betrokkene vindt het belangrijk om goed over zijn medicatie geïnformeerd te worden.
3.2
De behandelaar verklaart, samengevat, als volgt. Het FACT acht het van belang dat de zorgmachtiging van betrokkene verlengd wordt. Op dit moment krijgt betrokkene eens per maand depotmedicatie en dan ziet hij ook zijn behandelaar. Wanneer de zorgmachtiging vervalt, is de verwachting dat betrokkene zal stoppen met zijn medicatie, met alle gevolgen van dien. Zijn stabiliteit zal op dat moment verdwijnen en betrokkene zal dan psychotisch worden. Het gaat beter met betrokkene op dit moment; hij is verhuisd naar een woonvorm van Amarant en is bezig met het vinden van dagbesteding. Het is begrijpelijk dat betrokkene goed wil worden geïnformeerd over zijn medicatie en dat hij wil bekijken of andere medicatie minder bijwerkingen geeft. Hierover kan betrokkene een gesprek aangaan met de psychiater. Wanneer er wordt gekozen om van medicatie te veranderen, dan is het juist belangrijk om goed in contact te staan met betrokkene en de zorgmachtiging te verlengen. Of door een verandering van medicatie het inzicht van betrokkene wijzigt, is niet te voorspellen. Desgevraagd verklaart de behandelaar niet te weten waarom een termijn van twee jaren is verzocht.
3.3
De advocaat zegt dat betrokkene het eens is met een verlenging van de zorgmachtiging, maar niet met de termijn daarvan. In de medische verklaring wordt gesuggereerd dat andere medicatie mogelijk beter werkt. Hier moet naar gekeken worden. Wanneer een wijziging van medicatie effect geeft, moet betrokkene de kans worden geboden het ook zonder machtiging te proberen. Voor te stellen is dat betrokkene juist achter de inname van medicatie gaat staan wanneer zijn huidige bijwerkingen verdwijnen. Om betrokkene enig perspectief te bieden, moet de verzochte termijn van twee jaar worden bekort tot maximaal één jaar.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en middelengerelateerde en verslavingsstoornissen. Er is sprake van schizofrenie en het gebruik van cannabis en in lichte mate cocaïne.
4.2
Uit de overgelegde stukken is gebleken dat deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, maatschappelijke teloorgang, bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat hij onder invloed van een ander raakt en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. De rechtbank neemt hierbij onder andere in aanmerking dat wanneer betrokkene psychotisch is, hij wantrouwend en achterdochtig wordt. Vanuit achterdocht kan hij gevaarlijk en agressief naar anderen reageren. Ook kan betrokkene, gelet op zijn kwetsbaarheid, slachtoffer worden van drugsdealers.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Hoewel betrokkene aangeeft geen bezwaar te hebben tegen een zorgmachtiging, bestaat er ook gerede twijfel over zijn bereidheid om depotmedicatie te nemen in een vrijwillig kader. Vermoed wordt dat betrokkene zonder zorgmachtiging de inname van medicatie zal staken. Gelet hierop heeft de rechtbank er op dit moment onvoldoende vertrouwen in dat met betrokkene (behandel)afspraken zijn te maken in een vrijwillig kader. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken.
4.5.1
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat de zorgmachtiging is bedoeld om de toediening van depotmedicatie te kunnen waarborgen en om medische controles uit te kunnen voeren. Het is de rechtbank voldoende gebleken dat de verzochte vormen van verplichte zorg, waarin de huidige zorgmachtiging van betrokkene ook voorziet, noodzakelijk zijn om dit doel te bereiken.
4.5.2
Gelet op de toelichting van de behandelaar en de overgelegde stukken wordt onder de verplichte zorg ‘aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten’, verstaan dat betrokkene periodiek contact heeft met zijn ambulant behandelteam en de aanwijzingen daarvan opvolgt. De rechtbank wijst deze vorm van verplichte zorg op deze wijze toe
.
4.6
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten.
4.7
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
Indien betrokkene de anti-psychotische medicatie staakt, is de kans zeer groot dat de psychotische klachten opnieuw in ernst terugkeren, waarbij er gevaarlijk gedrag kan ontstaan voortkomend uit achterdocht. Met medicatie is betrokkene stabiel en functioneert hij goed. Die situatie moet met een zorgmachtiging gewaarborgd blijven.
4.8
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.9
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De rechtbank volgt de stelling van de advocaat dat de duur van de machtiging beperkt moet worden en zal de machtiging verlenen voor de duur van twaalf maanden. In die periode kan worden bezien of een wijziging van medicatie tot effect heeft dat de bijwerkingen die betrokkene nu heeft verdwijnen én of dit tot gevolg heeft dat betrokkene wellicht zorg kan ontvangen in een vrijwillig kader.

5.Beslissing

De rechtbank:
5.1
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1997 te [geboorteplaats], inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen kunnen worden getroffen zoals genoemd onder 4.6;
5.2
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 5 augustus 2025;
5.3
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Meyboom, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 5 augustus 2024 in tegenwoordigheid van mr. Vos als griffier, en op 12 augustus 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.