ECLI:NL:RBZWB:2024:5614

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 augustus 2024
Publicatiedatum
15 augustus 2024
Zaaknummer
11097256 CV EXPL 24-1669 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Van 't Nedereind
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van factuur en geschil over ontvangst van bestelling

In deze civiele procedure vordert Alektum B.V. van [gedaagde] betaling van een bedrag van € 140,34, vermeerderd met rente en kosten, op basis van een koopovereenkomst die zou zijn gesloten tussen [gedaagde] en Wish. Alektum stelt dat [gedaagde] een airfryer met toebehoren heeft besteld en dat deze is geleverd, maar [gedaagde] betwist de ontvangst van de bestelling. De procedure omvat verschillende stukken, waaronder de dagvaarding en antwoorden van [gedaagde]. De kantonrechter heeft ambtshalve de (pre)contractuele informatieverplichtingen van de handelaar beoordeeld en vastgesteld dat Alektum voldoende heeft aangetoond dat aan deze verplichtingen is voldaan. Echter, de kantonrechter oordeelt dat Alektum niet voldoende bewijs heeft geleverd dat [gedaagde] de bestelling daadwerkelijk heeft ontvangen. De kantonrechter wijst de vorderingen van Alektum af en veroordeelt Alektum in de proceskosten van [gedaagde], vastgesteld op nihil. Dit vonnis is uitgesproken op 14 augustus 2024.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 11097256 \ CV EXPL 24-1669
Vonnis van 14 augustus 2024
in de zaak van
ALEKTUM B.V.,
te Amsterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: Alektum,
gemachtigde: [gemachtigde],
tegen
[gedaagde],
te [plaats],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties;
- het extract audiëntieblad van de rolzitting van 15 mei 2024 met het antwoord van [gedaagde];
- de akte van Alektum;
- het extract audiëntieblad van de rolzitting van 10 juli 2024 met het antwoord van [gedaagde].
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Alektum vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 140,34, vermeerderd met rente en kosten.
2.2.
Alektum stelt dat er sprake is van een koopovereenkomst tussen Wish en [gedaagde]. Op grond daarvan heeft Wish een airfryer met toebehoren verkocht en geleverd aan [gedaagde] en deze zijn door hem ontvangen en behouden. Klarna heeft 26 september 2020 aan [gedaagde] een orderbevestiging gestuurd met een factuur voor een bedrag van € 90,27 en met een betalingstermijn van 30 dagen. [gedaagde] heeft niet binnen deze betalingstermijn betaald. Daarom is hij vanaf 12 december 2020 in verzuim. Aangezien [gedaagde] niet heeft betaald, is de betalingsvordering door middel van cessie overgedragen aan Alektum.
2.3.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] erkent dat hij een bestelling heeft geplaatst bij Wish, maar betwist dat hij deze bestelling heeft ontvangen. In 2021 is [gedaagde] ook verhuisd en hij weet niet of de bestelling bij zijn oude adres is ontvangen. [gedaagde] concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Alektum, met veroordeling van Alektum in de kosten van deze procedure.
2.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

3.De beoordeling

Ambtshalve toetsing van de (pre)contractuele informatieverplichtingen
3.1
De overeenkomst is gesloten tussen een handelaar en een consument. De overeenkomst is buiten de verkoopruimte gesloten. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet de handelaar voldoen aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van artikel 6:230m Burgerlijk Wetboek (BW). Dit ter bescherming van de consument. De handelaar moet gemotiveerd stellen en onderbouwen dat aan deze plichten is voldaan. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd.
3.2
De kantonrechter is van oordeel dat Alektum voldoende heeft toegelicht en onderbouwd dat aan voornoemde informatieplichten is voldaan, zodat in beginsel sprake is van een rechtsgeldige koopovereenkomst.
Beoordeling van bestelling en ontvangst
3.3
[gedaagde] heeft erkend dat hij bij Wish een bestelling heeft gedaan. Hij voert aan dat hij deze bestelling nooit heeft ontvangen. De kantonrechter begrijpt uit de stellingen van [gedaagde] dat [gedaagde] zich op het standpunt stelt dat hij niet hoeft te betalen voor iets wat hij niet geleverd heeft gekregen.
3.4
Alektum betwist het verweer van [gedaagde] en stelt hier tegenover dat [gedaagde] contact had dienen te zoeken met Wish, Klarna dan wel eiseres. [gedaagde] heeft niet eerder dan tijdens deze procedure Alektum op de hoogte gebracht dat hij de bestelling niet zou hebben ontvangen.
3.5
Omdat [gedaagde] aanvoert dat hij de bestelling niet heeft ontvangen, zou hij op grond van de hoofdregels van artikel 150 Rv hiervan de bewijslast dragen. In dit geval geldt daar echter een uitzondering op. Op grond van artikel 7:11 BW gaat bij bezorging van zaken het risico op de consument over op het moment dat de consument de zaak heeft ontvangen. Met ‘ontvangen’ wordt bedoeld dat de consument daadwerkelijk de zaak in handen heeft gekregen. De verkoper is dus verantwoordelijk voor het pakket tot de feitelijke aflevering aan de consument. Op Alektum rust daarom de bewijslast dat [gedaagde] de bestelling heeft ontvangen. Verder dient op grond van artikel 7:26 lid 2 BW de koopsom in beginsel te worden betaald ten tijde van de aflevering. Nu [gedaagde] betwist dat hij de bestelling heeft ontvangen, betwist hij tevens de opeisbaarheid van de koopsom. Het ligt daarom op de weg van Alektum om haar stelling dat [gedaagde] de bestelling wel ontvangen heeft en dat de vordering dus opeisbaar is, nader te onderbouwen. De enkele stelling van Alektum dat de producten naar het opgegeven adres zijn verzonden, zonder enige vorm van onderbouwing en bevestiging van aflevering van de bestelling, is daartoe onvoldoende. Zij laat na te stellen en onderbouwen wanneer aflevering heeft plaatsgevonden, op welke wijze en of en hoe zij [gedaagde] daarvan op de hoogte heeft gebracht. Om die reden volgt de kantonrechter Alektum niet in haar standpunt dat [gedaagde] eerder had moeten laten weten dat hij de bestelling niet heeft ontvangen en kan de vordering van Alektum niet slagen.
Proceskosten
3.6
Alektum zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. De kantonrechter ziet geen reden om tot een ander oordeel te komen. Nu [gedaagde] zich niet heeft laten bijstaan door een professioneel gemachtigde, en gesteld noch gebleken is dat hij anderszins kosten heeft gemaakt in het kader van deze procedure die voor vergoeding in aanmerking komen, zullen de proceskosten aan de zijde van [gedaagde] worden vastgesteld op nihil.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
wijst de vorderingen van Alektum af,
4.2.
veroordeelt Alektum in de proceskosten van [gedaagde], vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van 't Nedereind en in het openbaar uitgesproken op 14 augustus 2024.