In deze civiele zaak heeft Rohecom Automatisering B.V. (hierna: Rohecom) Dipi B.V. H.O.D.N. DIPI MOTO (hierna: Dipi) aangeklaagd voor betaling van openstaande onderhoudsfacturen en jaarfacturen die voortvloeien uit een overeenkomst voor het gebruik van een softwarepakket. De overeenkomst, gesloten op 1 oktober 2009, verleende Dipi het niet-exclusieve recht om het softwarepakket Unishop te gebruiken. Rohecom stelt dat Dipi nog steeds onderhoudsfacturen verschuldigd is tot het einde van de overeenkomst, terwijl Dipi betwist dat zij nog betalingen moet doen. Dipi voert aan dat de overeenkomst rechtsgeldig is opgezegd en dat zij geen verdere verplichtingen heeft. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Dipi de onderhoudsfacturen moet betalen, omdat de overeenkomst nog loopt tot 2 oktober 2024. De jaarfacturen zijn echter afgewezen, omdat deze overeenkomsten een kortere looptijd hebben en door de opzegging van Dipi geen grondslag meer hebben. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat Dipi onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar verweer dat Rohecom tekortgeschoten zou zijn in de nakoming van de overeenkomst. De vordering van Rohecom is grotendeels toegewezen, inclusief de wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten.