ECLI:NL:RBZWB:2024:5682
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- M. de Graaf
- Rechtspraak.nl
Vernietiging erkenning van de minderjarige en de verblijfsrechtelijke gevolgen
Op 25 juli 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de vernietiging van de erkenning van een minderjarige door de juridische vader. De zaak betreft de verblijfsrechtelijke gevolgen voor de minderjarige, die geboren is op [geboortedag 1] 2016 in [geboorteplaats 1]. De juridische vader, vertegenwoordigd door mr. V. de Roo, heeft verzocht om de erkenning van de minderjarige te vernietigen. De rechtbank heeft eerder, op 13 maart 2024, een verzoek tot vernietiging van de erkenning afgewezen, omdat het verzoek niet voldeed aan de voorwaarden van het Burgerlijk Wetboek. De bijzondere curator, mr. A.C.M. den Ridder-van den Meijden, heeft namens de minderjarige een nieuw verzoek ingediend, waarbij de verblijfsrechtelijke situatie van de minderjarige en de moeder aan de orde kwam. De moeder heeft de Thaise nationaliteit en de rechtbank heeft vastgesteld dat de juridische vader niet de biologische vader is van de minderjarige. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de toewijzing van het verzoek tot vernietiging van de erkenning geen gevolgen zal hebben voor het verblijfsrecht van de minderjarige in Nederland, gezien het bestendig verblijf van de moeder en de minderjarige in Nederland. De rechtbank heeft daarom besloten de erkenning van de minderjarige door de juridische vader te vernietigen, waardoor de minderjarige alleen in familierechtelijke betrekking tot de moeder komt te staan en de geslachtsnaam van de moeder zal dragen. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. M. de Graaf, in aanwezigheid van de griffier mr. Verger-Maas.