In deze zaak heeft verzoeker, een fietser, een deelgeschil aangespannen tegen verweerder, de bestuurder van een auto die hem op 17 november 2020 aanreed. De verzekeraar van verweerder erkende aansprakelijkheid, maar stelde dat zij slechts 50% van de schade van verzoeker diende te vergoeden. Verzoeker was het hier niet mee eens en vroeg de rechtbank om te verklaren dat verweerder voor meer dan 50% aansprakelijk was en om volledige vergoeding van de kosten van de deelgeschilprocedure. De rechtbank oordeelde dat verweerder niet voor meer dan 50% aansprakelijk was, maar veroordeelde verweerder wel tot betaling van de volledige kosten van de deelgeschilprocedure. De rechtbank concludeerde dat verzoeker 75% eigen schuld had aan het ongeval, terwijl verweerder slechts 25% schuld had. De rechtbank paste een billijkheidscorrectie van 10% toe, gezien de ernst van het letsel en de gevolgen voor verzoeker, die verstandelijk beperkt is. De kosten van de deelgeschilprocedure werden begroot op € 3.498,20, die volledig door verweerder moesten worden vergoed. De rechtbank wees de verzoeken van verzoeker af, behalve de kostenvergoeding.