3.1.[eiseres] vordert – samengevat – na wijziging van haar eis, uitvoerbaar bij voorraad:
[gedaagde] te veroordelen op basis van het bepaalde in artikel 22 lid 1 Rv tot het in geding brengen van (afschriften van) alle jachthuurovereenkomsten welke door hem medio 2021 zijn gesloten met de grondeigenaren en/of grondgebruikers, welke tot 1 januari 2023 met [eiseres] een jachthuurovereenkomst hadden gesloten, te weten, doch nadrukkelijk niet daartoe beperkt: [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] , [naam 5] , [naam 6] , [naam 7] , [naam 8] , [naam 9] , [naam 10] , [naam 11] , [naam 12] , [naam 13] , [naam 14] , [naam 15] , [naam 16] , [naam 17] en [naam 18] ; althans,
[gedaagde] te veroordelen op basis van het bepaalde in artikel 843a Rv afschrift of uittreksel te verstrekken van de bescheiden aangaande de rechtsbetrekking, zijnde de percelen waartoe met de sub a. genoemde partijen een jachthuurovereenkomst is gesloten, waarin hij of zijn rechtsvoorgangers partij is, alsmede afschrift of uittreksel te verstrekken van wederverhuurovereenkomsten met betrekking tot de hier bedoelde percelen;
te verklaren voor recht dat [gedaagde] jegens [eiseres] onrechtmatig heeft gehandeld; zulks met veroordeling van [gedaagde] tot vergoeding van de door [eiseres] geleden schade, nader op te maken bij staat;
te vernietigen de jachthuurovereenkomsten die door [gedaagde] met de sub a. genoemde grondeigenaren en grondgebruikers is gesloten, althans
de sub d. genoemde jachthuurovereenkomst te wijzigen in dier voege, dat de tenaamstelling van de huurder in die jachthuurovereenkomsten op naam komt te staan van [eiseres] , en met verplichting van [gedaagde] tot medewerking aan deze wijziging, ingeval van weigering de kantonrechter wordt verzocht te bepalen dat het vonnis in de plaats komt van de handtekening van [gedaagde] ;
[gedaagde] te verbieden om binnen het jachtveld van [eiseres] jachthuurovereenkomsten te sluiten of te doen sluiten inclusief beheer en schadebestrijding, deze weder te verhuren of onder te huren, daartoe een toestemmingsverklaring te verkrijgen om al dan niet in gezelschap te mogen jagen of schade te bestrijden, zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,- voor iedere dag of deel van de dag dat deze handeling voortduurt;
althans een zodanig vonnis te wijzen, rekening houdend met de redelijke belangen van [eiseres] , als de kantonrechter in goede justitie zal vermenen te behoren.
[eiseres] vordert ook dat [gedaagde] in de proceskosten wordt veroordeeld.