ECLI:NL:RBZWB:2024:5734

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 augustus 2024
Publicatiedatum
20 augustus 2024
Zaaknummer
10919732 \ CV EXPL 24-403 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Borm
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot uitbetaling van ADV-uren en afgifte van gereedschappen in arbeidsovereenkomst met cao Metaal en Techniek

In deze bodemzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 augustus 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en gedaagde over de toekenning van ADV-uren en de afgifte van gereedschappen. Eiser, die in dienst was bij gedaagde, vorderde betaling van niet-toegekende ADV-uren over de jaren 2020, 2021 en 2022, alsook de afgifte van gereedschappen die hij in eigendom zou hebben. Gedaagde betwistte de vordering en stelde dat eiser niet aan zijn substantiëringsplicht voldeed. De kantonrechter oordeelde dat eiser recht had op de gevorderde ADV-uren, omdat de cao Metaal en Techniek dit voorschrijft. De kantonrechter wees de vordering tot betaling van € 5.436,14 bruto toe, vermeerderd met wettelijke rente en een wettelijke verhoging van 20%. Daarnaast werd gedaagde veroordeeld tot afgifte van de gereedschappen aan eiser, omdat deze in eigendom aan eiser toebehoorden. De kantonrechter oordeelde dat gedaagde geen verweer had gevoerd tegen de gevorderde dwangsom en dat de buitengerechtelijke incassokosten toewijsbaar waren, zij het tot het bedrag dat in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is vastgesteld. Gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten, die op € 1.200,42 werden vastgesteld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Middelburg
Zaaknummer: 10919732 \ CV EXPL 24-403
Vonnis van 7 augustus 2024
in de zaak van
[eiser],
te [plaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. R.J.H. van den Dungen,
tegen
[gedaagde] B.V.,
te [plaats 2] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. J.A. de Waard.

1.De procedure

1.1.
Voor het verloop van de procedure verwijst de kantonrechter naar het tussenvonnis van 10 april 2024 en de daarin genoemde processtukken. Ten behoeve van de mondelinge behandeling heeft [eiser] de producties 4 tot en met 6 ingediend. Op 14 juni 2024 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. De gemachtigde van [eiser] heeft daarbij spreekaantekeningen overgelegd en voorgedragen. Ook heeft de gemachtigde van [eiser] een akte wijziging van eis ingediend die betrekking heeft op het gevorderde hierna genoemde onder punt 3.1 sub c.. De griffier heeft verder aantekeningen gemaakt van hetgeen partijen hebben aangevoerd.
1.2.
Partijen hebben deels een minnelijke regeling bereikt die in een proces-verbaal is vastgelegd.
1.3.
Na het sluiten van de mondelinge behandeling heeft de kantonrechter de procedure verwezen naar de rol voor het wijzen van vonnis.

2.De feiten

2.1.
[eiser] is per 1 december 2020 in dienst getreden van [gedaagde] . Op de arbeidsovereenkomst is de cao Metaal en Techniek Metaalbewerkingsbedrijf (hierna: de cao) van toepassing verklaard.
2.2
De arbeidsovereenkomst is op 1 december 2023 geëindigd.
2.3.
[eiser] is per 1 december 2023 in dienst getreden van [B.V.] .

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen:
tot betaling van € 5.436,14 bruto wegens niet-toegekende ADV-uren, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 19 december 2023 tot aan de dag der algehele voldoening, te vermeerderen met de wettelijke verhoging € 2.718,07 bruto (50%), te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 januari 2024;
tot betaling van € 668,61 wegens buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 19 december 2023;
primair tot afgifte aan [eiser] de lijst van de verboden Relaties binnen twee weken na betekening van het vonnis met een daarbij af te geven verklaring voor recht inhoudende dat [gedaagde] geen rechten meer kan ontlenen aan het concurrentiebeding indien hij deze lijst niet tijdig afgeeft en
subsidiair [gedaagde] te veroordelen tot afgifte aan [eiser] de lijst van de verboden Relaties binnen twee weken na betekening van het vonnis, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000 indien [gedaagde] niet tijdig aan de tegen hem uit te spreken veroordeling voldoet, te vermeerderen met een dwangsom van € 100,- per dag voor elke dag dat deze overtreding van het vonnis voortduurt;
tot afgifte aan [eiser] van de aan hem in eigendom toebehorende goederen zoals gespecificeerd in alinea 10 van de dagvaarding, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000, indien [gedaagde] niet tijdig aan de tegen hen uit te spreken veroordeling voldoet, te vermeerderen met een dwangsom van € 100 per dag voor elke dag dat deze overtreding van het vonnis voortduurt.
Daarnaast vordert [eiser] de veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
[eiser] heeft in verband met de gedeeltelijk bereikte minnelijke regeling op de mondelinge behandeling, zijn vordering onder c. ingetrokken.
3.3.
[eiser] legt – samengevat – het volgende ten grondslag aan zijn vorderingen. [eiser] heeft conform de cao over 2020, 2021 en 2022 recht op 216,96 uren ADV. [gedaagde] heeft deze uren niet toegekend. Volgens de cao worden niet toegekende ADV-uren omgezet in een geldelijke vordering. [eiser] heeft gelet hierop een (loon)vordering van € 5.436,14 bruto inclusief vakantiebijslag. [eiser] maakt daarbij ook aanspraak op de maximale wettelijke verhoging en de wettelijke rente.
[eiser] is eigenaar van gereedschappen die [gedaagde] onder zich houdt en weigert af te geven.
3.4.
[gedaagde] voert – samengevat – het volgende verweer. [eiser] voldoet niet aan zijn substantiëringsplicht. [gedaagde] verzoekt de kantonrechter hieraan conclusies te verbinden die zij gerade acht.
[gedaagde] betwist dat [eiser] recht heeft op betaling van ADV-uren over 2020, 2021 en 2022. Partijen zijn een loon overeengekomen gebaseerd op een werkweek van 40 uur. De cao kent echter alleen een 38-urige werkweek. [eiser] heeft daardoor twee uur teveel loon ontvangen. Het is verder in de branche gebruikelijk voor werknemers om te kiezen tussen een arbeidsduur van 38 uur per week met twee ADV-uren per week, of een werkweek van 40 uur met een hoger salaris.
[gedaagde] heeft onverplicht vanaf 2023 wel ADV-uren toegekend, maar hier kunnen geen rechten aan worden ontleend voor de jaren vóór 2023.
Daarnaast is het bedrijf tussen kerst en nieuwjaar gesloten. De medewerkers hoeven hiervoor geen vrije dagen op te nemen. Indien [eiser] een vordering qua dagen heeft, dan dienen deze uren voor 2020, 2021 en 2022 in mindering worden gebracht. Ook heeft [eiser] extra verlofdagen opgenomen die hij nu uitbetaald wil zien terwijl hij telkens voor 40 uur per week is uitbetaald. [eiser] heeft uiteindelijk meer verlof gekregen dan waar hij recht op had. Ook de vordering tot betaling van de wettelijke verhoging dient afgewezen te worden, dan wel dient deze gematigd te worden tot nihil.
[gedaagde] heeft alle cursussen van [eiser] betaald. Indien in het kader van cursussen gereedschappen zijn verstrekt, behoort het eigendom toe aan [gedaagde] . Daarnaast heeft [gedaagde] betaald voor het onderhoud van de gereedschappen. [eiser] maakt dan ook ten onrechte aanspraak op afgifte van de gereedschappen. [eiser] heeft niet aangetoond dat hij eigenaar is van de gereedschappen.

4.De beoordeling

ADV-uren
4.1.
Partijen verschillen van mening over de vraag of [eiser] recht heeft op uitbetaling van ADV-uren over de jaren 2020, 2021 en 2022. De kantonrechter is van oordeel dat [eiser] daar inderdaad recht op heeft en zal hierna uitleggen waarom.
4.2.
Uit artikel 18a lid 2 van de cao volgt dat de werknemer recht heeft op Arbeidsduurverkorting (ADV). In artikel 18b lid 2 van de cao is bepaald dat wanneer de werknemer stopt met werken en nog ADV-uren overheeft, deze worden omgezet in tijd of geld. In artikel 7 van de arbeidsovereenkomst is vermeld dat de cao op de arbeidsovereenkomst van toepassing is. Hierop zijn geen uitzonderingen gemaakt. Daarnaast blijkt ook niet van andersoortige afspraken over deze uren. Partijen zijn het erover eens dat er bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst niet over deze ADV-uren of de voorwaarden waaronder deze zouden worden toegekend is gesproken. Dit betekent dat [eiser] vanaf de aanvang van de arbeidsovereenkomst recht had op deze ADV-uren. Dat [eiser] salaris ontving voor een 40-urige werkweek, maakt dit niet anders. Hij werkte immers ook 40 uur per week in plaats van de 38-urige werkweek waarvan de cao uitgaat. De kantonrechter volgt [gedaagde] evenmin in haar (subsidiaire) standpunt dat de ADV-uren over 2020, 2021 en 2022 verrekend moeten worden met de vrije dagen tussen kerst en oud en nieuw. Partijen zijn dat niet overeengekomen. [gedaagde] heeft nog een vakantiedagenoverzicht overgelegd, maar heeft daarop geen nadere toelichting gegeven. Uit dit overzicht kan niet worden afgeleid dat [eiser] meer verlofdagen heeft opgenomen dan waar hij recht op had. Nu [gedaagde] verder geen verweer heeft gevoerd tegen de hoogte van de ADV-uren en het daaraan gekoppelde bedrag inclusief 8% vakantietoeslag, zal de vordering van € 5.436,14 bruto worden toegewezen.
Wettelijke verhoging
4.3.
De vordering tot betaling van de wettelijke verhoging is toewijsbaar, omdat [gedaagde] het loon (uitbetaling van ADV-uren) niet op tijd heeft voldaan. Het komt de kantonrechter met het oog op de omstandigheden billijk voor om de wettelijke verhoging te beperken tot 20%. Dit maakt dat [gedaagde] zal worden veroordeeld tot betaling van € 1.087,23 bruto wegens wettelijke verhoging, te vermeerderen met de wettelijke rente.
Afgifte gereedschappen
4.4.
Op de mondelinge behandeling heeft [gedaagde] niet betwist dat de volgende gereedschappen in eigendom van [eiser] toebehoren:
1. x De kleine haaksleutel,
1. x hulpstuk demontage ventiel permanent druk blusser 2x schroefdraad,
1. x Ajax/Gloria sleutel origineel wartelring montage en demontage patroonblustoestellen,
1. x verloopstuk inwendig voor permanent druk blussers met demontabele manometer,
1. x RVS Manometer gekalibreerd voor drukmeting permanent druk blusser met vulventiel.
De kantonrechter zal [gedaagde] dan ook veroordelen tot afgifte hiervan.
4.5.
[eiser] vordert thans nog de afgifte van de volgende gereedschappen:
1. x Saval M48 sleutel,
1. x Afperspomp brandslanghaspels met flowmeter RVS uitvoering,
3 x afperspomp brandslanghaspels inclusief adapter (gemaakt van 6 à 7 oude pompen beschikbaar gesteld door Chubb/Ajax),
3 x assortiment koffer afdichtingen brandslanghaspels,
3 x Ajax tang Euro brandslanghaspel glijbussen demontage,
1. x Frits Embden Vulpistool stikstof,
1. x Reduceer plus vulslang Stikstof 200 bar,
1. x steeksleutel rood Neuruppin wartel demontage,
1. x Ajax/Gloria sleutel origineel wartelring montage en demontage patroonblustoestellen,
2 x verloopstuk inwendig voor permanent druk blussers met demontabele manometer,
4 x haspeltrommel Ajax 30 mtr garantie ivm productiefout staal/poedercoating i.v.m. roest,
1. x binnenkern Ajax Euronorm kunststof.
4.6.
[eiser] heeft op de mondelinge behandeling verklaard dat hij tevens werkzaamheden verricht als examinator. Deze werkzaamheden behoren niet tot de werkzaamheden die [eiser] verricht in het dienstverband met [gedaagde] . [gedaagde] heeft dit op de mondelinge behandeling bevestigd. [eiser] heeft verder verklaard dat hij de gereedschappen, waarvan hij afgifte vordert, in privé heeft ontvangen van een collega examinator. Ter onderbouwing van die stelling verwijst hij naar een verklaring van deze collega (productie 3 bij dagvaarding). [eiser] heeft de gereedschappen vervolgens in gebruik genomen ten behoeve van de onderneming van [gedaagde] . [gedaagde] heeft een keer de keuring van de gereedschappen betaald. [gedaagde] heeft aangevoerd dat zij ervan uit ging dat zij de gereedschappen heeft verkregen. In ruil daarvoor heeft zij een wijnpakket aan de collega examinator geschonken. Ook heeft [gedaagde] aangevoerd dat zij de kosten voor onderhoud heeft betaald. De kantonrechter gaat hieraan voorbij. Uit de verklaringen volgt dat [eiser] de gereedschappen heeft verkregen op het tijdstip dat hij geen werkzaamheden in dienstverband van [gedaagde] verrichtte. Het eigendom is om die reden overgedragen aan [eiser] en niet aan [gedaagde] . [eiser] heeft vervolgens de gereedschappen in bruikleen gegeven aan [gedaagde] . Dat [gedaagde] hiervoor een wijnpakket heeft geschonken en de kosten voor het onderhoud een keer heeft betaald maakt dit niet anders. [gedaagde] heeft namelijk ook profijt gehad van de gereedschappen ten behoeve van de onderneming. De kantonrechter zal [gedaagde] dan ook veroordelen tot afgifte van deze gereedschappen.
4.7.
Tegen de gevorderde dwangsom heeft [gedaagde] geen verweer gevoerd. Op de zitting heeft [eiser] toegelicht dat de gereedschappen een totale waarde vertegenwoordigen van tussen de € 3.000,00 en € 3.500,00. Omdat [gedaagde] ten aanzien van een deel van de gereedschappen al heeft toegezegd deze te zullen retourneren, ziet de kantonrechter aanleiding de dwangsom te matigen.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.8.
[eiser] maakt aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is. [eiser] heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijk incassowerkzaamheden zijn verricht. [gedaagde] heeft de hoogte van de buitengerechtelijke incassokosten niet betwist. Het gevorderde bedrag is echter hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief. Dit dient € 646,81 te zijn. De kantonrechter zal dit bedrag toewijzen.
Substantiëringsplicht
4.9.
Mr. Van Dungen heeft op de mondelinge behandeling toegelicht dat hij de brief van mr. De Waard met betrekking tot incorporatie van de cao verkeerd heeft geïnterpreteerd. Hij heeft daarvoor zijn excuses aangeboden. Gelet op het voorgaande verbindt de kantonrechter geen conclusies aan het niet opnemen van dit verweer.
Proceskosten
4.10.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en zal om die reden worden veroordeeld in de proceskosten. De kantonrechter stelt deze kosten aan de zijde van [eiser] tot vandaag vast op:
- griffierecht € 248,00
- kosten exploot van dagvaarding € 139,42
- salaris gemachtigde (2 punten à 339,-) € 678,00
- nakosten
€ 135,00
Totaal € 1.200,42

5.De beslissing

De kantonrechter
veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan [eiser] € 5.436,14 bruto wegens niet toegekende ADV-uren, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 19 december 2023 tot aan de dag van algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan [eiser] € 1.087,23 bruto wegens wettelijke verhoging, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 januari 2024 tot aan de dag van algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan [eiser] € 646,81 wegens buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 19 december 2023 tot aan de dag van algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] om binnen 7 werkdagen na betekening van dit vonnis aan [eiser] , dit op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,00 per dag dat [gedaagde] daarmee in gebreke blijft tot een maximum van € 5.000,00 is bereikt tot afgifte van:
1. x de kleine haaksleutel,
1. x hulpstuk demontage ventiel permanent druk blusser 2x schroefdraad,
2 x Ajax/Gloria sleutel origineel wartelring montage en demontage patroonblustoestellen,
3 x verloopstuk inwendig voor permanent druk blussers met demontabele manometer,
1. x RVS Manometer gekalibreerd voor drukmeting permanent druk blusser met vulventiel.
1. x Saval M48 sleutel,
1. x afperspomp brandslanghaspels met flowmeter RVS uitvoering,
3 x afperspomp brandslanghaspels inclusief adapter (gemaakt van 6 à 7 oude pompen beschikbaar gesteld door Chubb/Ajax),
3 x assortiment koffer afdichtingen brandslanghaspels,
3 x Ajax tang Euro brandslanghaspel glijbussen demontage,
1. x Frits Embden Vulpistool stikstof,
1. x Reduceer plus vulslang Stikstof 200 bar,
1. x steeksleutel rood Neuruppin wartel demontage,
4 x haspeltrommel Ajax 30 mtr garantie ivm productiefout staal/poedercoating i.v.m. roest,
1. x binnenkern Ajax Euronorm kunststof;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot vandaag vastgesteld op € 1.200,42, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [gedaagde] ook de kosten van betekening betalen;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. Borm en in het openbaar uitgesproken op 7 augustus 2024.