Uitspraak
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.De procedure
2.De feiten
“Renovatieplan [adres] ”meegezonden.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak vorderden eisers, die de verhuurders zijn van een woning, de ontbinding van de huurovereenkomst met de gedaagde huurder op basis van dringend eigen gebruik. De eisers stelden dat zij de woning nodig hadden voor renovatie, maar de kantonrechter oordeelde dat eisers onvoldoende bewijs hadden geleverd voor de noodzaak van de renovatie en dat de huurrelatie met de gedaagde niet beëindigd kon worden. De procedure begon met een tussenvonnis en mondelinge behandeling, maar na minnelijk overleg bleek er geen akkoord te zijn bereikt. De kantonrechter concludeerde dat er geen structurele wanverhouding was tussen de exploitatiekosten en de huuropbrengsten en dat de renovatie niet zo dringend was dat deze niet kon plaatsvinden met voortzetting van de huur. De vorderingen van eisers werden afgewezen, en zij werden veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde.