Uitspraak
1.De procedure
- het proces-verbaal en de zittingsaantekeningen van de mondelinge behandeling van 16 november 2023;
- het bericht van mr. Luijk-van Veldhuizen van 23 april 2024, waarin zij vraagt een datum te bepalen voor het wijzen van een vonnis.
2.De feiten
niet binnen een maand, nadat het bedrag opeisbaar is geworden, aan de vereniging heeft voldaan, is hij hierover vanaf de datum van opeisbaarheid af een rente verschuldigd, berekend op basis van de wettelijke rente ten tijde van de dag van opeisbaarheid verhoogd met twee punten, met een minimum van honderd gulden (ƒ 100,-) of zoveel meer als de vergadering telken jare mocht vaststellen.