Uitspraak
[minderjarige], geboren te [plaats 2] op [geboortedag] 2018, hierna: [minderjarige] .
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 augustus 2024 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende het ouderlijk gezag over de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedag] 2018. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.A. Scanlan, verzocht de rechtbank om haar met het eenhoofdig gezag over [minderjarige] te belasten, omdat de man, die geen advocaat meer had, niet of nauwelijks bereikbaar was. De Raad voor de Kinderbescherming had geadviseerd om het verzoek van de vrouw toe te wijzen, gezien de omstandigheden die sinds het gezamenlijk gezag waren veranderd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de communicatie tussen de ouders ernstig verstoord is, waardoor belangrijke beslissingen over de zorg voor [minderjarige] niet genomen kunnen worden. De man heeft sinds 20 december 2023 geen contact meer gehad met [minderjarige] en is niet betrokken in zijn leven, wat de zorg voor het kind bemoeilijkt. De rechtbank oordeelde dat de wijziging van het gezag in het belang van [minderjarige] noodzakelijk is, en heeft het verzoek van de vrouw toegewezen. De vrouw is voortaan belast met het eenhoofdig ouderlijk gezag, maar blijft verplicht de man te informeren over belangrijke zaken in het leven van [minderjarige].
De rechtbank heeft ook opgemerkt dat er geen verzoek is gedaan voor een zorg- en contactregeling, maar benadrukt het belang van contact tussen [minderjarige] en zijn vader. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze onmiddellijk moet worden nageleefd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.