Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene] B.V.
Verloop van de procedure
Standpunten
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 juli 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene, vertegenwoordigd door mr. I.N.D.J. Rissema, had beroep ingesteld tegen een administratieve sanctie die was opgelegd voor het rijden van 4 kilometer per uur boven de toegestane snelheid op de N65 buiten de bebouwde kom. De gedraging vond plaats op 5 oktober 2022 om 15:23 uur te Udenhout, gemeente Tilburg. De officier van justitie had het beroep eerder ongegrond verklaard, waarna betrokkene de zaak voorlegde aan de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 30 juli 2024 was de betrokkene en zijn gemachtigde niet aanwezig, maar de zittingsvertegenwoordiger, mr. I.M.E. van der Meijden, was wel aanwezig. De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de ingediende stukken, waaronder foto’s en informatie van Google Maps. De kantonrechter concludeerde dat de gedraging voldoende was aangetoond en dat de bebording op de weg aanwezig was, wat de boete rechtvaardigde. De kantonrechter heeft geen aanleiding gezien om de boete te matigen en heeft het beroep ongegrond verklaard. Tevens is het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen.
De uitspraak is openbaar gedaan en er is geen mogelijkheid tot hoger beroep tegen deze beslissing.