Uitspraak
1.[gedaagde 1] B.V.,
2.
[gedaagde 2],
3.
[gedaagde 3],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 135,00(maximaal tarief)
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze bodemzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 augustus 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen TECHNO WEST VERHUUR B.V. (hierna: TWS) en drie gedaagden, waaronder [gedaagde 1] B.V. De zaak betreft een huurkoopovereenkomst voor een heftruck, waarbij TWS vorderingen heeft ingesteld wegens betalingsachterstanden van [gedaagde 1]. TWS vordert een totaalbedrag van € 11.547,55, bestaande uit achterstallige huurkooptermijnen, incassokosten en contractuele rente. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde 1] tekort is geschoten in haar verplichtingen en heeft de vordering tot betaling van de achterstand toegewezen. De bestuurders van [gedaagde 1], [gedaagde 2] en [gedaagde 3], zijn echter niet aansprakelijk gesteld, omdat TWS onvoldoende feiten heeft aangedragen die wijzen op hun wetenschap van de betalingsproblemen van [gedaagde 1]. De kantonrechter heeft de proceskosten verdeeld, waarbij [gedaagde 1] in de kosten is veroordeeld, terwijl TWS in de kosten van [gedaagde 2] en [gedaagde 3] is veroordeeld. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.