ECLI:NL:RBZWB:2024:5914

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 augustus 2024
Publicatiedatum
23 augustus 2024
Zaaknummer
C/02/425149 / FA RK 24/3542
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Jansen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met psychische stoornissen

Op 19 augustus 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een zorgmachtiging verleend voor betrokkene, geboren op [geboortedag] 1986, in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank sprak de hoop uit dat er spoedig een plek voor betrokkene gevonden wordt waar hij langdurig kan verblijven, gezien de huidige situatie van kortdurende opnames en crisissituaties die niet in het belang van betrokkene en zijn ouders zijn. De rechtbank oordeelde dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, waaronder neurobiologische ontwikkelingsstoornissen en schizofreniespectrumstoornissen, en dat hij zorg nodig heeft om ernstig nadeel af te wenden.

De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, met verschillende vormen van verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. Tijdens de mondelinge behandeling op 19 augustus 2024 waren verschillende betrokkenen aanwezig, waaronder de behandelaar en de vader van betrokkene. Betrokkene zelf verzette zich tegen de zorgmachtiging, maar de rechtbank concludeerde dat hij geen ziektebesef had en dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren.

De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk was om de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar waren. De zorgmachtiging werd verleend voor de duur van twaalf maanden, met specifieke maatregelen die alleen tijdens een opname toegepast mogen worden. De beschikking werd mondeling gegeven door mr. Jansen en is op 23 augustus 2024 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/425149 / FA RK 24/3542
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg in aansluiting op een zorgmachtiging
Beschikking van 19 augustus 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1986 te [geboorteplaats],
wonende aan de [woonadres],
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. T.R. Hüpscher te Rotterdam.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 31 juli 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 29 juli 2024;
- de medische verklaring van 18 juli 2024, opgesteld en ondertekend door [psychiater];
- het zorgplan van 10 juli 2024;
- een blanco zorgkaart;
- een uittreksel uit het curateleregister;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en een afschrift van de politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 19 augustus 2024, in accommodatie van [ggz-instelling] aan [adres].
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- behandelaar, de heer [naam 1];
- casemanager, mevrouw [naam 2];
- de vader van betrokkene.
1.4
Hoewel daartoe per e-mail opgeroepen is de curator van betrokkene niet bij de mondelinge behandeling verschenen. De rechtbank heeft op de werkdag voor en op de dag van de mondelinge behandeling tevergeefs getracht de curator telefonisch te bereiken. Volgens de behandelaar moet de curator van de mondelinge behandeling op de hoogte zijn geweest, nu hem vanuit de zorgaanbieder alle stukken zijn toegestuurd. De rechtbank zet de mondelinge behandeling voort in afwezigheid van de curator. De overige aanwezigen hebben daartegen geen bezwaar en geven aan dat de curator ook heeft aangegeven te kunnen instemmen met het verzoek.
1.5
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene brengt, kort samengevat, naar voren dat hij het niet met de zorgmachtiging eens is. Hij heeft geen psychische problematiek. De bij de stukken overgelegde politierapporten kloppen niet. Ook van cocaïnegebruik is al tien jaar geen sprake meer. Desgevraagd gebruikt betrokkene nu geen medicatie. Zijn depotmedicatie is uit de handel gehaald en dat geeft volgens betrokkene aan dat de medicatie niet goed was. Verder zegt betrokkene dat hij door GGZ ‘naar de klote is gegaan’. Betrokkene wil niet meer opgenomen worden. Anderzijds, de woning die betrokkene nu heeft is niets. Als betrokkene even niet thuis is, staat daarna alles op zijn kop.
3.2
De behandelaar verklaart, samengevat, dat het verhaal van betrokkene complex is. Betrokkene is bekend met een chronisch psychotisch toestandsbeeld. De zorgaanbieder is voor betrokkene op zoek naar een plek waar hij langdurig kan verblijven, te weten een plek met het oog op wonen, werken en kwaliteit van leven. De te zoeken woonvorm is residentieel en een vorm van begeleid wonen. Door zijn psychische toestand kan betrokkene eigenlijk niet langer thuis of bij zijn ouders wonen, die overbelast zijn geraakt. Het lastige is dat er op dit moment geen langdurige plek voor betrokkene beschikbaar is. Op dit moment wordt betrokkene steeds kortdurend opgenomen, enerzijds vanwege de crisissituatie, anderzijds omdat betrokkene gelet op zijn cardiale toestand een depot krijgt toegediend waarna het nodig is om betrokkene gedurende drie uur onder toezicht te houden. Verder wordt gezien dat een verdere psychische behandeling voor betrokkene niet meer effectief is en instellingen door de problematiek van betrokkene terughoudend zijn om hem langdurig op te nemen. Zo kwaad en zo goed als het kan, wordt het psychotisch toestandsbeeld van betrokkene in het ambulant kader behandeld. Een zorgmachtiging is nodig om betrokkene de juiste zorg te kunnen bieden én om een langdurige plaatsing van betrokkene – uiteindelijk – mogelijk te kunnen maken. Voor de komende periode, en zolang er geen zicht is op een geschikte langdurige plek, is een zorgmachtiging nodig om de huidige noodzakelijke zorgverlening, met kortdurende opnames, voort te kunnen zetten. Desgevraagd geeft de behandelaar aan dat de verwachting is dat het nog een behoorlijke tijd gaat duren voordat er een plek beschikbaar komt voor betrokkene. De behandelaar doet zijn best om voortvarend op te treden, maar loopt ook tegen blokkades op. Mogelijk valt in overleg met de zorgverzekeraar sneller een oplossing te vinden, maar dan moet er rekening mee gehouden worden dat betrokkene overal in het land geplaatst kan worden.
3.3
De casemanager vult hierop aan dat betrokkene binnen twee weken nadat hij zijn woning kreeg, alles in zijn woning heeft gesloopt. Het is bekend dat betrokkene klaar is met GGZ, maar hij heeft een zorgmachtiging nodig.
3.4
De vader van betrokkene brengt, kort samengevat, naar voren dat betrokkene een zorgmachtiging nodig heeft. Er moet een oplossing komen voor deze situatie. Zij zijn al jaren overbelast met de zorg voor betrokkene. Betrokkene kan ook niet langer bij zijn ouders wonen vanwege overbelasting. Betrokkene kan niet alleen thuis blijven. Als je betrokkene alleen laat knipt hij kabels door en trekt hij alle stekkers uit de stopcontacten. Verder denkt betrokkene dat hij zenders in zijn lichaam heeft en dat er gifbellen onder de vloer zitten. Betrokkene is erg in de war en veroorzaakt overlast. De vader van betrokkene beaamt dat betrokkene alles in zijn woning heeft gesloopt. Zo heeft betrokkene kranen afgebroken en gaten in de deur geschopt. De vader van betrokkene hoopt dat de rechtbank in haar beschikking de noodzaak van een snelle aanpak rondom een langdurige opname van betrokkene kan benoemen.
3.5
De advocaat voert, samengevat, aan dat aan alle wettelijke criteria voor een zorgmachtiging wordt voldaan.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken, waaronder de medische verklaring, en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (o.a. verstandelijke beperkingen en autismespectrumstoornissen), schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en middelgerelateerde en verslavingsstoornissen. De enkele ontkenning van betrokkene dat er iets met hem aan de hand is, geeft de rechtbank geen reden om aan de medische verklaring en de toelichting van de behandelaar te twijfelen. Betrokkene is al jaren bekend met middelengebruik, gedragsproblemen met een psychose met een persistent paranoïde waansysteem.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. De rechtbank neemt hierbij onder andere in aanmerking dat betrokkene niet zelfstandig in de maatschappij kan functioneren. Betrokkene heeft te maken met verschillende maatschappelijke en sociale conflicten en het lukt hem niet om deze zelfstandig op te lossen. Daarnaast slaapt en eet hij slecht, veroorzaakt hij overlast en vernielt betrokkene spullen. De ouders van betrokkene raken door zijn problematiek overbelast.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene verzet zich tegen bemoeienis van GGZ en zegt niet achter een zorgmachtiging te staan. Echter, het is de rechtbank gebleken dat betrokkene geen ziektebesef en -inzicht heeft en het risico hoog is dat betrokkene zich zonder zorgmachtiging volledig aan zorg zal onttrekken, terwijl hij deze dringend nodig heeft om niet nog verder maatschappelijk teloor te gaan.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken.
4.5.1
Gelet op overgelegde stukken en de toelichting van de behandelaar is de noodzaak van ‘toedienen van medicatie’ en ‘verrichten van medische controles’ genoegzaam gebleken.
4.5.2
Daarnaast zijn de zorgvormen ‘beperken van de bewegingsvrijheid’ en ‘opnemen in een accommodatie’ eveneens noodzakelijk gebleken om betrokkene in crisissituaties kortdurend op te kunnen nemen en hem depotmedicatie toe te kunnen dienen en daarna te kunnen monitoren. Tevens zullen deze vormen van zorg noodzakelijk zijn wanneer er een plek wordt gevonden waar betrokkene langdurig opgenomen kan worden.
4.5.3
Gedurende de opname van betrokkene zijn de maatregelen ‘insluiten’,
‘uitoefenen van toezicht op betrokkene’ en ‘onderzoek aan (…)’, ‘onderzoek van (…)’, en ‘controleren op (…)’ toegestaan om ervoor te zorgen dat betrokkene vrij blijft van het gebruik van middelen en om zijn eigen én andermans veiligheid te waarborgen.
4.5.4
Gelet op de verklaring van de behandelaar en de overgelegde stukken wordt onder de verplichte zorg ‘aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten’, verstaan dat betrokkene - wanneer hij niet is opgenomen - contact heeft met zijn ambulant behandelteam en hij door hen gegeven aanwijzingen opvolgt. De rechtbank wijst deze vorm van verplichte zorg op deze wijze toe.
4.6
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
4.7
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.9
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden.
4.1
Zoals bij de mondelinge behandeling uitvoerig is besproken, heeft de rechtbank in het kader van de behandeling van het verzoek geen macht om een plaatsing van betrokkene in een geschikte instelling af te dwingen. De rechtbank spreekt echter haar hoop uit dat betrokkene, gelet op alle omstandigheden, spoedig een plek vindt waar hij langdurig kan verblijven en waar hij de juiste zorg en begeleiding kan krijgen. Het is de rechtbank afdoende gebleken dat de huidige situatie voor betrokkene en zijn ouders, met steeds kortdurende opnames en opvolgende crisissituaties, in niemands belang is.

5.Beslissing

De rechtbank:
5.1
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1986 te [geboorteplaats], inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
A. toediening van medicatie;
B. verrichten van medische controles;
C. beperken van de bewegingsvrijheid;
D. insluiten;
E. uitoefenen van toezicht op betrokkene;
F. onderzoek aan kleding of lichaam;
G. onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
H. controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen
I. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen zoals weergegeven onder rechtsoverweging 4.5.4;
J. opnemen in een accommodatie;
5.2
bepaalt dat de verplichte zorg onder sub D, E, F, G en H. enkel en alleen mag worden toegepast gedurende een opname van betrokkene;
5.3
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 19 augustus 2025;
5.4
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Jansen, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 19 augustus 2024 in tegenwoordigheid van mr. Vos als griffier, en op 23 augustus 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.