ECLI:NL:RBZWB:2024:5915

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 augustus 2024
Publicatiedatum
23 augustus 2024
Zaaknummer
10925953 CV EXPL 24-458 (e)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Swaanen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een factuur en ontbinding van de overeenkomst inzake geleverde gehoorapparaten

In deze civiele procedure vordert Infomedics B.V., als rechtsopvolger van Infomedics Factoring B.V., betaling van een factuur van € 51,42 van gedaagde, die een gehoorapparaat heeft aangeschaft bij Beter Horen B.V. Infomedics heeft gedaagde een betalingsherinnering gestuurd, maar gedaagde heeft niet betaald. Gedaagde stelt dat de geleverde gehoorapparaten niet functioneren en beroept zich op ontbinding van de overeenkomst. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde niet kan ontbinden omdat hij geen ingebrekestelling heeft verzonden naar Beter Horen, wat noodzakelijk is om Beter Horen in verzuim te stellen. De kantonrechter wijst de vordering van Infomedics toe, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 21 augustus 2024.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Bergen op Zoom
Zaaknummer: 10925953 \ CV EXPL 24-458
Vonnis van 21 augustus 2024
in de zaak van
INFOMEDICS B.V., ALS RECHTSOPVOLGER VAN DE BESLOTEN VENNOOTSCHAP INFOMEDICS FACTORING B.V. , M.H.O.D.N. INFOMEDICS FACTORING , UWNOTA.NL , DFA SERVICES EN INFOMEDICS DFA,
te Almere,
eisende partij,
hierna te noemen: Infomedics ,
gemachtigde: Yards Deurwaardersdiensten B.V.,
tegen
[gedaagde],
te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 3 januari 2024, met producties 1 en 2;
- het mondelinge antwoord van 14 februari 2024 met productie;
- de conclusie van repliek;
- de mondelinge conclusie van dupliek van 10 april 2024.
1.2.
Ten slotte heeft de kantonrechter vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] heeft zich gewend tot Beter Horen B.V. (hierna: Beter Horen) voor een gehoorapparaat. Beter Horen heeft een gehoorapparaat voor het gehoor aan de linkerzijde en een gehoorapparaat voor het gehoor aan de rechterzijde geleverd aan [gedaagde] .
2.2.
Op 28 maart 2023 heeft Infomedics daarvoor aan [gedaagde] een factuur ad € 51,42 gestuurd.
2.3.
Infomedics heeft op 9 december 2023 een betalingsherinnering gestuurd. Zij heeft [gedaagde] in deze brief een termijn van 15 dagen geboden om zonder incassokosten en wettelijke rente de factuur van € 51,42 te voldoen. [gedaagde] is niet tot betaling overgegaan.

3.Het geschil en de beoordeling

3.1.
Infomedics vordert - samengevat – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 93,32 (€ 51,42 aan hoofdsom, € 1,90 aan wettelijke rente tot 29 december 2023 en € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten), vermeerderd met wettelijke rente vanaf 29 december 2023 en de proceskosten.
3.2.
Infomedics legt het volgende aan haar vordering ten grondslag. Beter Horen heeft aan [gedaagde] een gehoorapparaat verkocht en geleverd. Zij heeft daarvoor een bedrag van
€ 51,42 van [gedaagde] te vorderen gekregen. Beter Horen heeft die vordering overgedragen aan Infomedics .
3.3.
[gedaagde] voert aan dat hij de factuur niet hoeft te betalen, omdat de geleverde gehoorapparaten niet werken. [gedaagde] hoorde met deze gehoorapparaten niets aan de linkerzijde en aan de rechterzijde een beetje. Nadat [gedaagde] meerdere malen is teruggegaan naar het filiaal en het probleem bleef voortduren, heeft hij zich gewend tot de KNO arts en daarna tot een andere zorgaanbieder. Er is toen opnieuw aangemeten en een ander gehoorapparaat geleverd, wat wel werkt. [gedaagde] wilde de gehoorapparaten teruggeven bij Beter Horen en is nog steeds bereid dit te doen, maar Beter Horen wil de gehoorapparaten niet aannemen.
3.4.
Het verweer van [gedaagde] – dat de gehoorapparaten niet (goed) werkten – ontslaat hem, ander dan hij kennelijk meent, niet zonder meer van zijn betalingsverplichting voor die gehoorapparaten. Bevrijding van de betalingsverplichting kan in het algemeen slechts worden bereikt door een ontbinding van de overeenkomst na te streven. Zoals de kantonrechter het verweer van [gedaagde] begrijpt, beroept hij zich op ontbinding van de overeenkomst. Op dat verweer gaat de kantonrechter nader in.
3.5.
Voor een geslaagd beroep op ontbinding moet er in beginsel sprake zijn van een tekortkoming in de nakoming van een verbintenis, tenzij deze tekortkoming de ontbinding niet kan rechtvaardigen (art. 6:265 lid 1 BW). Bovendien ontstaat de bevoegdheid tot ontbinding in dit geval pas wanneer Beter Horen in verzuim is (art. 6:265 lid 2 BW). Het verzuim van Beter Horen treedt in wanneer door [gedaagde] een schriftelijke ingebrekestelling is gestuurd waarbij een redelijke termijn voor nakoming wordt gesteld en ondanks dat nakoming uitblijft (art. 6:82 lid 1 BW). Het verzuim kan in sommige omstandigheden ook zonder ingebrekestelling intreden (art. 6:83 BW). Dat is het geval als er een voor de voldoening bepaalde termijn is verstreken (bijvoorbeeld een betalingstermijn). Het verzuim treedt ook zonder ingebrekestelling in als er sprake is van een verbintenis tot schadevergoeding op basis van wanprestatie of onrechtmatige daad óf als de schuldenaar (in dit geval Beter Horen) mededeelt aan de schuldeiser (in dit geval [gedaagde] ) dat hij niet kan nakomen.
3.6.
De kantonrechter is van oordeel dat het beroep op ontbinding niet kan slagen, omdat [gedaagde] niet is gebleken dat Beter Horen in verzuim is. Hoewel [gedaagde] stelt dat hij zich meerdere keren heeft gewend tot Beter Horen en Beter Horen ook meerdere keren de gelegenheid heeft gegeven om het probleem op te lossen, is dit volgens de wet onvoldoende om Beter Horen in verzuim te laten verkeren: daarvoor is een schriftelijke ingebrekestelling nodig (art. 6:82 lid 1 BW). Dat [gedaagde] een schriftelijke ingebrekestelling naar Beter Horen heeft gestuurd, is door [gedaagde] niet gesteld en blijkt ook niet uit het dossier. Evenmin is gesteld of gebleken dat het verzuim zonder ingebrekestelling is ingetreden.
3.7.
De conclusie is dan ook dat het verweer van [gedaagde] niet slaagt. De gevorderde hoofdsom en wettelijke rente wijst de kantonrechter dan ook toe.
3.8.
Infomedics vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. De hoogte van de vordering komt overeen met het wettelijke tarief en zal worden toegewezen.
3.9.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Infomedics worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
107,84
- griffierecht
130,00
- salaris gemachtigde
80,00
(2,00 punten × € 40,00)
- nakosten
20,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
337,84‬
3.10.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Infomedics te betalen een bedrag van € 93,32, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 51,42, met ingang van 29 december 2023 tot de dag van volledige betaling,
4.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 337,84‬, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
4.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald
4.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Swaanen en in het openbaar uitgesproken op 21 augustus 2024.