Op 21 augustus 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een spoedbeschikking gegeven in een zaak betreffende de wijziging van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De kinderrechter heeft de Gecertificeerde Instelling (GI), Stichting Jeugdbescherming Brabant, verzocht om de regie te voeren over de contactregeling tussen [minderjarige] en zijn moeder, vanwege ernstige zorgen over de veiligheid in de thuissituatie. De moeder woont samen met haar stiefvader, met wie zij een onveilige relatie heeft, wat leidt tot conflicten en bedreigingen die ook [minderjarige] raken. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sinds juni 2024 grote zorgen zijn over de situatie, waarbij de moeder en [minderjarige] in gevaar zijn door de stiefvader.
De kinderrechter heeft op basis van artikel 1:265g BW en analoge toepassing van artikel 800 en 809 Rv besloten om met spoed de zorg- en opvoedtaken te wijzigen. De GI heeft verzocht om de regie over de contactregeling, waarbij de moeder en [minderjarige] ten minste 1,5 uur per week contact hebben, met als doel te werken naar een co-ouderschapsregeling. De kinderrechter heeft de zorgen van de GI bevestigd en de wijziging van het ouderschapsplan voorlopig toegewezen voor de duur van twee weken, met de mogelijkheid om het verzoek verder te behandelen in een mondelinge zitting.
De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. Van Gessel, kinderrechter, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld door mr. Jansen in tegenwoordigheid van mr. Vos als griffier.