ECLI:NL:RBZWB:2024:5921

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 augustus 2024
Publicatiedatum
23 augustus 2024
Zaaknummer
10737240 CV EXPL 23-3338
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Ebben
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van sales fee en verrekening in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is een vordering ingesteld door Metis Green B.V. tegen [naam 1] betreffende een sales fee. De zaak betreft een bodemprocedure waarin Metis Green, eiseres in conventie en verweerster in reconventie, een vordering heeft ingesteld tegen [naam 1], die procedeert in persoon. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 17 april 2024, gevolgd door een akte van Metis Green op 15 mei 2024. [naam 1] heeft niet gereageerd op deze akte, waarna het vonnis is bepaald.

In reconventie heeft [naam 1] een bedrag gevorderd wegens nog uit te betalen sales fee voor verschillende leads/klanten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat voor twee klanten, [naam 5] en [naam 6], de sales fee al door Metis Green is betaald, waardoor de vordering van [naam 1] voor deze klanten is afgewezen. Voor de klanten [naam 2] en [naam 4] heeft de kantonrechter geoordeeld dat [naam 1] zijn stelling dat hij deze klanten heeft aangebracht, voldoende heeft onderbouwd, en heeft Metis Green veroordeeld tot betaling van de sales fee voor deze klanten.

In conventie heeft de kantonrechter eerder al een beslissing genomen over de vorderingen van [naam 1], waarbij een bedrag van € 7.841,77 aan teveel betaalde sales fee is toegewezen, te vermeerderen met wettelijke rente. De kantonrechter heeft de vorderingen in conventie en reconventie met elkaar verrekend, wat resulteert in een te betalen bedrag van € 5.063,32 door [naam 1] aan Metis Green, plus proceskosten. De proceskosten zijn vastgesteld op € 2.304,84, die door [naam 1] moeten worden betaald. In reconventie is de vordering van [naam 1] afgewezen, maar Metis Green is veroordeeld tot betaling van de proceskosten van [naam 1]. Het vonnis is uitgesproken op 21 augustus 2024.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 10737240 \ CV EXPL 23-3338
Vonnis van 21 augustus 2024
in de zaak van
METIS GREEN B.V.,
te Rotterdam,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
hierna te noemen: Metis Green,
gemachtigde: mr. R.F. van Leeuwen,
tegen
[naam 1] h.o.d.n. [bedrijf],
te [plaats] ,
gedaagde in conventie, eiser in reconventie,
hierna te noemen: [naam 1] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 17 april 2024 (hierna: het tussenvonnis) en de daarin genoemde stukken;
- de akte aan de zijde van Metis Green van 15 mei 2024.
1.2.
[naam 1] is in de gelegenheid gesteld om op de akte aan de zijde van Metis Green te reageren. Hij heeft hiervan echter geen gebruik gemaakt. Hierna is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

In reconventie
Sales fee
2.1.
[naam 1] heeft een bedrag gevorderd wegens nog uit te betalen sales fee in verband met de leads/klanten [naam 2], [naam 3], [naam 4], [naam 5] en [naam 6]. In het tussenvonnis is overwogen dat ten aanzien van [naam 5] en [naam 6] niet ter discussie staat dat [naam 1] aanspraak kan maken op een fee. Metis Green heeft gesteld dat zij deze fee al betaald heeft. In het tussenvonnis is Metis Green in de gelegenheid gesteld om deze stelling nader met feiten en omstandigheden te onderbouwen. Bij akte heeft Metis Green stukken overgelegd en gesteld dat hieruit volgt dat zij [naam 1] een sales fee heeft betaald voor het aanbrengen van [naam 5] en [naam 6]. [naam 1] heeft de nader onderbouwde stelling van Metis Green niet betwist, zodat de kantonrechter als vaststaand aanneemt dat voor [naam 5] en [naam 6] een sales fee aan [naam 1] is betaald. Dit betekent dat zijn vordering ten aanzien van [naam 5] en [naam 6] zal worden afgewezen.
2.2.
Voor de leads/klanten [naam 2], [naam 4] en [naam 3] is Metis Green in de gelegenheid gesteld om haar betwisting van de stelling van [naam 1] dat hij deze klanten heeft aangebracht en dat de installatie door Green Advisor Group heeft plaatsgevonden, nader met feiten en omstandigheden te onderbouwen. In de akte heeft Metis Green aangevoerd dat zij informatie heeft opgevraagd bij Green Advisor Group, maar dat zij deze informatie niet tijdig heeft ontvangen. Zij biedt bewijs aan in de vorm van een getuigenverhoor van de genoemde klanten en de bestuurder van Green Advisor Group.
2.3.
De kantonrechter overweegt dat [naam 1] voor de klant [naam 3] zijn stelling dat hij deze klant heeft aangebracht en dat de installatie door Green Advisor Group heeft plaatsgevonden, niet heeft onderbouwd. Van Metis Green kan daarom niet worden verwacht dat zij deze stelling gemotiveerd betwist. De vordering zal daarom ten aanzien van [naam 3] worden afgewezen. Wel heeft [naam 1] met WhatsApp-berichten onderbouwd dat hij de klanten [naam 2] en [naam 4] heeft aangebracht en dat de installatie door Green Advisor Group heeft plaatsgevonden. Metis Green heeft dit ook in de akte niet gemotiveerd betwist. Als zij niet tijdig kon beschikken over de informatie, had zij de kantonrechter om uitstel kunnen verzoeken om de verzochte informatie alsnog in het geding te brengen. De kantonrechter ziet daarom geen aanleiding om Metis Green toe te laten tot bewijslevering. Dit betekent dat Metis Green een salesfee aan [naam 1] is verschuldigd voor het aanbrengen van [naam 2] en [naam 4]. [naam 1] heeft voor [naam 2] € 1.048,50 en voor [naam 4] € 1.247,74 aan sales fee gevorderd. Deze bedragen zijn door Metis Green niet weersproken. Na vermeerdering met btw komt dit uit op een bedrag van € 2.778,45.
In conventie
2.4.
In het tussenvonnis heeft de kantonrechter al een beslissing genomen over de vorderingen in conventie. Deze beslissing houdt in dat aan teveel betaalde sales fee een bedrag van € 7.841,77 inclusief btw, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
11 augustus 2023, toewijsbaar is en aan buitengerechtelijke incassokosten een bedrag van
€ 767,09 toewijsbaar is.
In conventie en in reconventie
2.5.
Zoals in het tussenvonnis overwogen (onder 4.25.) kan het in conventie toe te wijzen bedrag worden verrekend met het in reconventie toe te wijzen bedrag. Dit betekent dat in conventie een bedrag van (€ 7.841,77 - € 2.778,45 =) € 5.063,32 zal worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 augustus 2023. Daarnaast zullen de buitengerechtelijk incassokosten van € 767,09 worden toegewezen.
Proceskosten
2.6.
In conventie is [naam 1] grotendeels in het ongelijk gesteld, zodat hij de proceskosten (inclusief nakosten) moet betalen. De proceskosten van Metis Green worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
107,84
- griffierecht
1.384,00
- salaris gemachtigde
678,00
(2,00 punten × € 339,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.304,84
2.7.
In reconventie zou een deel van de vordering toegewezen zijn als er geen verrekening had plaatsgevonden. De kantonrechter beschouwt Metis Green daarom in reconventie als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij. Metis Green moet de proceskosten (inclusief nakosten, in dit geval: de kosten van de eventuele betekening van het vonnis) van [naam 1] betalen. De proceskosten van [naam 1] worden begroot op € 50,00 aan reis- en verletkosten wegens het bijwonen van de mondelinge behandeling.

3.De beslissing

De kantonrechter
In conventie
3.1.
veroordeelt [naam 1] aan Metis Green te betalen € 5.830,41, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 5.063,32 vanaf 11 augustus 2023 tot aan de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt [naam 1] in de proceskosten van € 2.304,84, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [naam 1] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
3.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af,
In reconventie
3.5.
wijst de vordering af,
3.6.
veroordeelt Metis Green in de proceskosten van € 50,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Metis Green niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ebben en in het openbaar uitgesproken op
21 augustus 2024.