ECLI:NL:RBZWB:2024:5936

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 augustus 2024
Publicatiedatum
24 augustus 2024
Zaaknummer
C/02/425584 / FA RK 24/3733
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Weerkamp
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor betrokkene met schizofreniespectrumstoornis

Op 21 augustus 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging werd ingediend door de officier van justitie, naar aanleiding van zorgen over de geestelijke gezondheid van betrokkene, geboren in 1983. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een schizofreniespectrumstoornis, wat leidt tot ernstig nadeel voor zowel hemzelf als anderen. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 augustus 2024 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder betrokkene en zijn advocaat, alsook casemanagers van de GGZ. Betrokkene ontkende de noodzaak van verplichte zorg, maar de casemanagers gaven aan dat er sprake was van risicovol gedrag en eerdere incidenten van zelfbeschadiging. De rechtbank oordeelde dat er geen minder bezwarende alternatieven waren en dat verplichte zorg noodzakelijk was om het ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking is mondeling gegeven en op 23 augustus 2024 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/425584 / FA RK 24/3733
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 21 augustus 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 1983 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. C.L.M. Gommers te Breda.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 13 augustus 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 9 augustus 2024;
- de medische verklaring van 7 augustus 2024;
- een zorgplan van 1 augustus 2024;
- een zorgkaart van 8 augustus 2024;
- een uittreksel uit het curateleregister;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 21 augustus 2024, in het gerechtsgebouw, gelegen aan de Stationslaan 10, 4815 GW Breda.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- de heer [naam 1] casemanager GGZ;
- mevrouw [naam 2] , casemanager GGZ.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van zes maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene merkt op dat hij geen gevaar vormt voor zichzelf of voor anderen. Hij kan niet instemmen met GGZ zorg in ambulante vorm. Hij is alleen bereid mee te werken aan GGZ zorg, als hij zelf mag kiezen wanneer dat plaatsvindt en als een langdurige opname in een vrijwillig kader plaats vindt. Verder spreekt hij over een account dat hij heeft geopend, waarmee hij kan bewijzen dat er met behulp van software een psychose kan worden veroorzaakt. Ook deelt hij mede dat hij intussen talrijke klacht- en bezwaarprocedures is gestart tegen GGZ en andere instanties. Hij heeft ook bezwaar tegen de aan hem toegevoegde advocaat, die in zijn opvatting niet in het juiste rechtsgebied is gespecialiseerd en hij vindt dat de behandelend rechter ontslag moet nemen. Ten slotte wil hij weten of het mogelijk is om van de beslissing op het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging in hoger beroep te gaan.
3.2
Door de beide casemanagers is - samengevat - naar voren gebracht dat
bij betrokkene sprake is van een schizofreniespectrumstoornis in combinatie met middelengebruik (cannabis). Betrokkene is bekend met risicovol gedrag voor zichzelf en voor anderen. Vorig jaar heeft hij geprobeerd ‘elementen’ die in zijn lichaam aanwezig zouden zijn met een mes te verwijderen, waarop een klinische opname volgde. Meer recent zijn er meldingen ontvangen dat betrokkene zichzelf in zijn gezicht aan het snijden was. Daarover geeft betrokkene aan dat dit hem wordt aangedaan. Er is sprake van een zeer zorgelijke situatie. Dit tegen de achtergrond dat betrokkene gedurende eerdere verplichte klinische opnames heeft laten zien telkens na afloop daarvan te stoppen met medicatiegebruik en vervolgens ambulante zorg af te houden, met een terugval in psychotische klachten tot gevolg. Daarbij was sprake van ernstig nadeel in de vorm van forse agressie incidenten en daarnaast stalking gedrag, waartoe wordt benoemd veelvuldig 112 bellen, contact zoeken met het koningshuis en het lastig vallen van een ex-werknemer van een gemeentehuis. Ook in de huidige situatie wordt dit weer gezien, met als gevolg dat betrokkene terugvalt in psychotische klachten met ernstig nadeel tot gevolg. Volgens de casemanagers is er daarom geen mogelijkheid om de noodzakelijk geachte zorg in een vrijwillig kader te bieden. Ter afwending van het ernstig nadeel dient verplichte zorg te kunnen worden toegepast door middel van het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles, het opnemen in een accommodatie en daarmee samenhangend het beperken van de bewegingsvrijheid en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen. Met deze toelichting kunnen zij achter het voorliggend verzoek staan.
3.3
De advocaat van betrokkene voert aan dat haar cliënt duidelijk is in zijn standpunt. Hij vindt dat er geen gronden zijn voor verplichte zorg, omdat hij geen psychiatrische stoornis heeft. Ook is er geen risico op ernstig nadeel voor zichzelf of voor anderen. Als er al sprake is van zorg die hij nodig heeft, dan verklaart betrokkene zich bereid om daaraan door middel van een langdurige vrijwillige opname mee te werken. Met deze toelichting wenst zij zich ten aanzien van het verzoek te refereren aan het oordeel van de rechtbank.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, maatschappelijke teloorgang, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. Dit blijkt meer specifiek uit fysieke zelfbeschadiging, het veelvuldig contact zoeken en lastig vallen van spoedlijnen en instanties en het uiten van bedreigingen naar artsen en hulpverleners. De enkele ontkenning van betrokkene dat bij hem sprake is van een psychische stoornis, van waaruit ernstig nadeel wordt veroorzaakt, is onvoldoende reden voor de rechtbank om te twijfelen aan de medische verklaring.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
4.4
Betrokkene geeft blijk van geen of althans onvoldoende ziekte-inzicht. Dit maakt dat ervan moet worden uitgegaan dat bij hem de intrinsieke motivatie ontbreekt om in een vrijwillig kader aan de zorg, die volgens zijn behandelaar noodzakelijk is ter afwending van het hiervóór beschreven ernstig nadeel, consequent mee te (blijven) werken. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
Gebleken is tenslotte dat voor andere dan de aldus genoemde zorgvormen geen noodzaak
bestaat, zodat het verzoek voor het overige zal worden afgewezen.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene] ,geboren op [geboortedag] 1983 te [geboorteplaats];
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 21 februari 2025;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Weerkamp, rechter en in het openbaar uitgesproken op 21 augustus 2024 in tegenwoordigheid van Baremans als griffier, en op 23 augustus 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.