Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 21 augustus 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel die op 19 augustus 2024 was opgelegd. Betrokkene, geboren in 1992, is dakloos en heeft een geschiedenis van middelengebruik en psychische problemen. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 augustus 2024 werd betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn advocaat, terwijl de officier van justitie niet aanwezig was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene in het verleden agressief gedrag heeft vertoond en dat er een vermoeden is van een psychotische kwetsbaarheid. De verpleegkundig specialist heeft verklaard dat betrokkene tijdens eerdere crisismaatregelen geen onmiddellijk dreigend ernstig nadeel veroorzaakte zodra de middelen die hij gebruikte waren uitgewerkt. De advocaat van betrokkene betoogde dat de wettelijke vereisten voor voortzetting van de crisismaatregel niet meer voldaan zijn, gezien de huidige omstandigheden.
Na beoordeling van de gedingstukken en de mondelinge behandeling concludeerde de rechtbank dat er onvoldoende bewijs was dat betrokkene nog steeds in een psychotische toestand verkeerde die onmiddellijk dreigend ernstig nadeel veroorzaakte. De rechtbank wees het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel af, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beschikking.