Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
- cliënt, bijgestaan door zijn advocaat;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 21 augustus 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt, geboren in 1962. Het verzoek tot voortzetting is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op 20 augustus 2024. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling gehouden in de accommodatie waar de cliënt verblijft. Tijdens deze zitting zijn verschillende getuigen gehoord, waaronder de cliënt zelf, zijn dochter en een specialist ouderengeneeskunde. De specialist heeft aangegeven dat de cliënt lijdt aan ernstige geheugenproblemen en vermoedelijk aan Korsakov, wat zijn zelfzorg en algehele welzijn ernstig beïnvloedt. De cliënt heeft in het verleden alcohol gebruikt, maar stelt dat hij momenteel geen behoefte heeft aan 24-uurs zorg en terug naar huis wil.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de cliënt, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing, als gevolg van zijn huidige toestand. De burgemeester van Bergen op Zoom had op 19 augustus 2024 al een last tot inbewaringstelling afgegeven. De rechtbank oordeelt dat de voortzetting van de inbewaringstelling noodzakelijk is om het ernstig nadeel te voorkomen. De machtiging tot voortzetting is verleend voor de duur van zes weken, tot en met 2 oktober 2024. De beschikking is mondeling gegeven door rechter J. Weerkamp en schriftelijk uitgewerkt op 23 augustus 2024.