ECLI:NL:RBZWB:2024:5944

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 augustus 2024
Publicatiedatum
26 augustus 2024
Zaaknummer
23/8888
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • S.J. Willems - Ruesink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de aanslag forensenbelasting door de rechtbank

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Hilvarenbeek, die op 31 juli 2023 een aanslag forensenbelasting voor het jaar 2022 had opgelegd. De belanghebbende, eigenaar van een vakantiewoning in de gemeente Esbeek, had bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de heffingsambtenaar verklaarde het bezwaar ongegrond. De rechtbank behandelde het beroep op 18 juli 2024, waarbij de belanghebbende aanwezig was, maar de heffingsambtenaar niet. De rechtbank oordeelde dat de uitnodiging voor de zitting op juiste wijze was verzonden.

De rechtbank onderzocht of de heffingsambtenaar terecht de aanslag forensenbelasting had opgelegd. De forensenbelasting is bedoeld voor personen die meer dan 90 dagen per jaar in een gemeente verblijven zonder daar hun hoofdverblijf te hebben. De belanghebbende voerde aan dat hij de vakantiewoning slechts tijdelijk had en dat hij volgens de campingregels niet meer dan twee dagen per week gebruik mocht maken van de woning in de winterperiode. De rechtbank concludeerde echter dat de belanghebbende in 2022 meer dan 90 dagen gebruik had gemaakt van de vakantiewoning, en dat de heffingsambtenaar de aanslag terecht had opgelegd. Het beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard, wat betekent dat de aanslag gehandhaafd blijft en dat de belanghebbende zijn griffierecht niet vergoed krijgt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 23/8888

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 augustus 2024 in de zaak tussen

[belanghebbende] , uit [plaats 1] , belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Hilvarenbeek.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 31 juli 2023.
1.1.
De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende voor het jaar 2022 een aanslag forensenbelasting met aanslagnummer [nummer] opgelegd.
1.2.
De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
1.3.
De heffingsambtenaar heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.4.
De rechtbank heeft het beroep op 18 juli 2024 op zitting behandeld. Hieraan heeft belanghebbende deelgenomen.
1.5.
De heffingsambtenaar is zonder kennisgeving aan de rechtbank, niet verschenen. De heffingsambtenaar is door de griffier onder vermelding van plaats en tijdstip via de digitale portal uitgenodigd om op de zitting te verschijnen. Nu is gebleken dat de zittingsuitnodiging via de digitale portal aan de heffingsambtenaar is bezorgd, is de rechtbank van oordeel dat de uitnodiging om op de zitting te verschijnen op juiste wijze en tijdig is aangeboden.

Feiten

2. Belanghebbende was eigenaar van de woning aan de [adres] te [plaats 2] (de vakantiewoning). Hij heeft de vakantiewoning begin april 2022 verkocht. Belanghebbende heeft zijn hoofdverblijf in [plaats 1] en dus buiten de gemeente Esbeek. De vakantiewoning werd niet verhuurd aan derden.

Beoordeling door de rechtbank

3. De rechtbank beoordeelt of de heffingsambtenaar terecht aan belanghebbende een aanslag forensenbelasting voor het jaar 2022 heeft opgelegd. Zij doet dat aan de hand van de argumenten die belanghebbende heeft aangevoerd, de beroepsgronden.
4. Naar het oordeel van de rechtbank slaagt het beroep van belanghebbende niet en is de aanslag forensenbelasting terecht opgelegd. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Toetsingskader van de rechtbank
5. De forensenbelasting dient ertoe om mensen die relatief veel in een gemeente verblijven, maar geen ingezetene zijn van deze gemeente, mee te laten betalen aan voorzieningen in die gemeente. In de regelgeving van de gemeente Hilvarenbeek staat dat forensenbelasting wordt geheven van de natuurlijke personen die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zichzelf of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden. [1]
Is de aanslag forensenbelasting terecht opgelegd?
6. Belanghebbende voert aan dat hij eigenaar is geweest van de vakantiewoning van 1 januari 2022 tot en met begin april 2022. Weliswaar was dit meer dan 90 dagen, maar belanghebbende bepleit ter zitting dat hij conform het reglement van de camping in de winterperiode 2 dagen per week geen gebruik mocht maken van de vakantiewoning om permanente bewoning te voorkomen. Daardoor heeft belanghebbende geen 90 dagen gebruik kunnen maken van de vakantiewoning en is belanghebbende van mening dat hij geen forensenbelasting verschuldigd is.
6.1.
Volgens vaste rechtspraak moet voor het begrip ‘beschikbaar houden’ worden aangenomen (dat een woning in beginsel beschikbaar is voor de eigenaar en zijn gezin op de dagen dat de woning niet was verhuurd aan derden, ook al maakte de eigenaar en zijn gezin op die dagen geen gebruik van de woning. [2]
6.2.
Niet in geschil is dat belanghebbende eigenaar is van een vakantiewoning, dat hij zijn hoofdverblijf niet heeft binnen de gemeente Esbeek en dat de vakantiewoning een gemeubileerde woning is.
6.3.
Belanghebbende heeft in het jaar 2022 gebruik gemaakt van zijn vakantiewoning en hij verhuurde de vakantiewoning niet. Dit betekent dat hij in beginsel op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zichzelf of zijn gezin een gemeubileerde woning beschikbaar heeft gehouden. Dat belanghebbende gedurende bepaalde periodes geen gebruik heeft gemaakt van de vakantiewoning maakt dit niet anders. Daarnaast blijkt uit geen van de stukken van belanghebbende dat zijn beschikking over de vakantiewoning door de camping feitelijk werd beperkt, waardoor het eigen gebruik op bepaalde dagen was uitgesloten. Er blijkt nergens uit dat de door belanghebbende gestelde regel inderdaad werd gehanteerd door de camping, dat daarop werd gehandhaafd en het voor belanghebbende dus niet mogelijk was om de vakantiewoning gedurende de gehele periode te gebruiken op momenten dat hij dat wilde. De rechtbank is van oordeel dat de heffingsambtenaar de aanslag forensenbelasting voor het jaar 2022 terecht heeft opgelegd.

Conclusie en gevolgen

9. Het beroep is ongegrond. Dit betekent dat de aanslag forensenbelasting terecht is opgelegd en gehandhaafd blijft.
9.1.
Omdat het beroep ongegrond is, krijgt belanghebbende zijn griffierecht niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. S.J. Willems - Ruesink, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Garb, griffier, op 28 augustus 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal beroep instellen kan via “
Formulieren en inloggen” op
www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch.

Voetnoten

1.Dit staat in artikel 2, eerste lid, van de Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2022 (de Verordening) en gelijkluidend in artikel 223 van de Gemeentewet.
2.Vgl. Hoge Raad 24 juli 1995, ECLI:NL:HR:1995:AA1657 en Hoge Raad 22 december 2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ4972.