ECLI:NL:RBZWB:2024:610
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Peters
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de toekenning van tegemoetkoming in planschade door de minister van Economische Zaken en Klimaat
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 26 januari 2024, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de minister van Economische Zaken en Klimaat inzake de toekenning van tegemoetkoming in planschade beoordeeld. Eiser, wonende in [plaats 1], had een aanvraag ingediend voor tegemoetkoming in planschade naar aanleiding van de aanleg van een nieuwe 380 kV-verbinding nabij zijn woning. De minister had op 19 december 2022 een tegemoetkoming van € 8.100,- toegekend, waartegen eiser bezwaar maakte. De rechtbank heeft het beroep op 6 december 2023 behandeld, waarbij eiser en zijn partner aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van de minister en de derde-partij [b.v.]. De rechtbank concludeert dat de minister terecht de tegemoetkoming heeft vastgesteld en verklaart het beroep ongegrond. De rechtbank overweegt dat de minister de peildatum van 17 januari 2017, de datum van inwerkingtreding van het rijksinpassingsplan, correct heeft gehanteerd. Eiser had betoogd dat de peildatum eerder had moeten zijn, maar de rechtbank volgt de minister in zijn beoordeling. De rechtbank oordeelt ook dat het normaal maatschappelijk risico door de minister op 3% is vastgesteld, wat voldoende gemotiveerd is. Eiser krijgt geen terugbetaling van het griffierecht en geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.