ECLI:NL:RBZWB:2024:6172

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 september 2024
Publicatiedatum
4 september 2024
Zaaknummer
02/008947-22, 10/069380-23 (ttz. gev.) en 10/141836-20 (tul)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor bedreiging en poging zware mishandeling, veroordeling voor wederrechtelijke vrijheidsberoving en mishandeling met gevangenisstraf en bijzondere voorwaarden

Op 4 september 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van meerdere geweldsdelicten, waaronder bedreiging, poging zware mishandeling, mishandeling en het verlaten van de plaats van een ongeval. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de bedreiging en poging zware mishandeling, maar veroordeelde hem voor wederrechtelijke vrijheidsberoving en mishandeling, beide meermalen gepleegd. De feiten vonden plaats op 10 januari 2022, waarbij de verdachte de aangeefster, zijn ex-vriendin, gedurende meerdere uren in zijn auto heeft vastgehouden en mishandeld. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 270 dagen, waarvan 85 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. Daarnaast werden bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling, een contactverbod met het slachtoffer en meewerken aan middelencontrole. De rechtbank verklaarde de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen, omdat deze bij de burgerlijke rechter konden worden ingediend. De rechtbank hefte ook het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummers: 02/008947-22, 10/069380-23 (ttz. gev.) en 10/141836-20 (tul)
vonnis van de meervoudige kamer van 4 september 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag 1] 1994 te [geboorteplaats] ( [land] ),
BRP-adres: [adres 1] ,
op dit moment uit anderen hoofde gedetineerd in de penitentiaire inrichting Rotterdam, locatie Hoogvliet,
raadsman mr. B.J.P. van Gils, advocaat te Tilburg .

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 21 augustus 2024, waarbij de officier van justitie, mr. C.J. de Pagter, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering. De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
02/008947-22
feit 1:op 10 januari 2022 [benadeelde 1] wederrechtelijk van haar vrijheid heeft beroofd;
feit 2: op 10 januari 2022 heeft geprobeerd om [benadeelde 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen dan wel heeft mishandeld;
feit 3:op 10 januari 2022 [benadeelde 1] heeft bedreigd;
10/069380-23
feit 1:op 30 juli 2022 heeft geprobeerd [benadeelde 2] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen;
feit 2:op 30 juli 2022 [benadeelde 2] heeft mishandeld;
feit 3: als bestuurder van een auto betrokken is geweest bij een verkeersongeval en de plaats van het ongeval heeft verlaten, terwijl hij wist of moest vermoeden dat aan [benadeelde 2] letsel en/of schade was toegebracht.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van de bij parketnummer 10/069380-23 ten laste gelegde feiten en tot bewezenverklaring van de bij parketnummer 02/008947-22 onder 1, 2 primair en 3 ten laste gelegde feiten.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen van de ten laste gelegde feiten wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs.
Op specifieke standpunten van de verdediging zal de rechtbank – voor zover relevant – hieronder nader ingaan.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Vrijspraak
Ten aanzien van 02/008947-22, feit 3
Bij parketnummer 02/008947-22 onder 3 is ten laste gelegd dat verdachte aangeefster op 10 januari 2022 heeft bedreigd met de dood of met zware mishandeling, door de woorden “ik ga jou dood slaan” en “als jij niet luistert, dan krijg jij nog meer slagen”. Voor eerstgenoemde uitlating is in het dossier onvoldoende bewijs aanwezig. Voor laatstgenoemde uitlating is dat anders, maar die vormt geen bedreiging met de dood of met zwaar lichamelijk letsel. De rechtbank zal verdachte van dit feit vrijspreken.
Ten aanzien van 10/069380-23
Met de officier van justitie en verdediging is de rechtbank van oordeel dat de onder parketnummer 10/069380-23 ten laste gelegde feiten niet wettig en overtuigend kunnen worden bewezen. Zij zal verdachte hiervan dan ook vrijspreken.
4.3.2
De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen zijn in bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.3.3
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Op 10 januari 2022 heeft [benadeelde 1] bij de politie aangifte gedaan en een verklaring afgelegd. Aangeefster heeft verklaard dat verdachte haar die nacht in zijn auto van [plaats] naar Tilburg heeft gereden. Tijdens de rit wilde aangeefster de auto verlaten. In de auto heeft verdachte haar een bloedneus geslagen en meerdere keren aan haar haren getrokken. Het bloed heeft aangeefster aan het dashboard en de deurstijl gesmeerd. In Tilburg zijn zij meerdere keren gestopt en heeft verdachte haar met een vuist en een elleboog op haar gezicht en hoofd geslagen. Zij zijn daarna naar de woning van verdachte gereden, waarna aangeefster is weggerend richting het centraal station. Onderweg heeft zij haar moeder gebeld. Verdachte is aangeefster achterna gereden, is uitgestapt bij het Paduaplein en heeft haar zijn auto in gesleept. Verdachte is naar een kanaal gereden, heeft aangeefster uit de auto getrokken en heeft haar in haar rug gestampt met zijn voeten. Verdachte pakte een stok, aangeefster is weer in de auto gestapt en verdachte heeft haar vervolgens met de stok op haar onderbenen geslagen. Daarop zijn zij weer naar het huis van verdachte gereden. Aangeefster wilde niet naar binnen gaan, maar verdachte zei dat zij nog meer slagen zou krijgen als zij niet zou luisteren. In de woning heeft hij haar nogmaals geslagen. Aangeefster hoorde dat verdachte belde met iemand tegen wie hij zei dat hij haar had geslagen.
Aangeefster is op 17 mei 2022 door de rechter-commissaris gehoord. Daarin heeft zij over de aanleiding van het gebeurde en over enkele details anders verklaard dan bij de politie, maar voor het overige heeft zij gelijkluidend verklaard.
Naar het oordeel van de rechtbank is de verklaring van aangeefster consistent en gedetailleerd. Daarbij komt dat haar verklaring op belangrijke onderdelen bevestiging vindt in andere bewijsmiddelen. De politie constateert op 10 januari 2022 verse letsels in het gezicht van aangeefster. Deze en andere letsels zijn door een forensisch arts onderzocht, die heeft verklaard dat de letsels goed tot zeer goed passen bij de door aangeefster gemelde toedracht. Ook vindt de verklaring van aangeefster steun in de verklaring van haar moeder dat haar dochter die nacht belde en zei dat ze door [verdachte] was mishandeld en onderweg was naar station Tilburg . Hiervan heeft de moeder ook melding gemaakt bij de politie. Aangeefster heeft verklaard dat zij zich op enig moment die nacht met verdachte bij een kanaal bevond. Dit onderdeel van de verklaring vindt steun in de door aangeefster aan de verbalisanten getoonde gps-gegevens van 10 januari 2022, waaruit blijkt dat zij op dat moment op een locatie bij een kanaal in Tilburg was. Ook vindt de verklaring van aangeefster steun in de getuigenverklaring van [getuige] dat hij rond 02.50 uur die nacht een meisje hoorde gillen. Vanaf zijn balkon, gelegen aan het Paduaplein, zag hij dat een meisje over de grond werd gesleurd in de richting van een auto. Dat [getuige] niet meer wist hoe het meisje er precies uit zag, doet niet aan zijn verklaring af. Verder is er een door de politie afgeluisterd telefoongesprek dat verdachte in de penitentiaire inrichting heeft gevoerd met zijn broer. In dat gesprek zegt de broer dat verdachte hem in een eerder telefoongesprek heeft gezegd dat hij ‘haar’ heeft geslagen, wat verdachte vervolgens bevestigt. Dit past bij het telefoongesprek dat aangeefster verdachte in zijn woning heeft horen voeren. Tot slot is bloed aangetroffen in de auto van verdachte, precies op de plaatsen waar aangeefster zegt dat zij haar bloed heeft gesmeerd.
De rechtbank ziet dan ook geen reden om te twijfelen aan de verklaring van aangeefster zoals zij die bij de politie heeft afgelegd. Weliswaar heeft zij op 26 juni 2023 bij de politie in België verklaard dat zij van de trap is gevallen en dat de letsels niet door verdachte zijn veroorzaakt, maar gelet op het bovenstaande gaat de rechtbank aan die verklaring van aangeefster voorbij. Dit geldt ook voor de stelling van de raadsman dat aangeefster het letsel zelf veroorzaakt zou kunnen hebben.
Aangeefster heeft ook verklaard dat verdachte haar met een hard voorwerp op haar hoofd heeft geslagen en haar keel heeft dichtgeknepen. Door beide geweldshandelingen zou zij bewusteloos zijn geraakt. De rechtbank acht dit echter niet bewezen. Er is geen letsel aangetroffen aan de keel van aangeefster, terwijl dit wel verwacht had mogen worden als deze gedurende langere tijd en met kracht zou zijn dichtgeknepen. Op het hoofd van aangeefster is geen verwonding geconstateerd die past bij het slaan met een hard voorwerp. Een dergelijk voorwerp is ook niet in de auto van verdachte aangetroffen. Daarmee bestaat over deze geweldshandelingen te veel twijfel om tot bewezenverklaring te komen.
De geweldshandelingen die de rechtbank bewezen acht, waren niet van een zodanige aard dat de conclusie kan worden getrokken dat er een aanmerkelijke kans bestond dat aangeefster zwaar lichamelijk letsel zou oplopen. Daarom zal de rechtbank verdachte vrijspreken van het onder 2 primair tenlastegelegde.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
02/008947-22
1
op 10 januari 2022 te Tilburg en te [plaats] , althans in Nederland, opzettelijk [benadeelde 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden,
immers heeft verdachte die voornoemde [benadeelde 1] gedurende een aantal uren
- in een personenauto vervoerd en voornoemde [benadeelde 1] meermalen belet om die auto te verlaten en
- voornoemde [benadeelde 1] in een personenauto gesleurd en/of getrokken en
- naar een woning (gelegen aan [adres 2] ) gebracht en
- dreigend de woorden toegevoegd "als jij niet luistert dan krijg jij nog meer slagen" waardoor voornoemde [benadeelde 1] voornoemde woning binnen is gegaan;
2 subsidiair
op 10 januari 2022 te Tilburg [benadeelde 1] heeft mishandeld door
- meermalen, met kracht tegen/op het gezicht/hoofd, althans het lichaam, te stompen en
- meermalen, met kracht aan de haren te trekken en
- meermalen met kracht tegen/op de rug, (in) te trappen/schoppen en
- meermalen, met kracht met een stok, tegen/op de benen te slaan en
- met kracht met een oplaadkabel op de hand te slaan.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan een deel voorwaardelijk, waarbij het onvoorwaardelijke deel gelijk is aan de duur dat verdachte reeds in voorarrest heeft gezeten, te weten 185 dagen, met een proeftijd van drie jaren en de bijzondere voorwaarden zoals deze door de reclassering zijn geadviseerd. De officier van justitie vordert de dadelijke uitvoerbaarheid van de op te leggen bijzondere voorwaarden.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waaronder het vaderschap van verdachte.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank houdt bij het bepalen van de straf rekening met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan alsmede de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zijn ex-vriendin gedurende meerdere uren op meerdere locaties mishandeld en haar van haar vrijheid beroofd en beroofd gehouden. Hij heeft haar in zijn auto gesleurd terwijl ze dat niet wilde, haar belet de auto te verlaten en haar gedwongen zijn woning in te gaan. Zowel in de auto als in de woning en op straat heeft hij haar geslagen met onder andere een vuist en een stok. Ook heeft verdachte, terwijl zij op de grond lag, op haar rug gestampt. Het slachtoffer heeft hierdoor op diverse plekken letsel opgelopen, pijn ondervonden en angstige momenten doorstaan. Verdachte heeft daarmee een ernstige inbreuk op haar lichamelijke integriteit en persoonlijke vrijheid gemaakt. Verdachte heeft de feiten ontkend en daarmee geen enkele verantwoordelijkheid genomen voor zijn handelen. Dit weegt de rechtbank in zijn nadeel mee.
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 13 augustus 2024, waaruit blijkt dat hij de afgelopen jaren meerdere malen voor (soortgelijke) delicten is veroordeeld. Zo is verdachte in 2018 en 2020 veroordeeld voor mishandeling van zijn levensgezel. Voor laatst genoemde veroordeling liep verdachte bovendien in een proeftijd. Dit heeft verdachte er kennelijk niet van weerhouden opnieuw een soortgelijk feit te plegen. Dit weegt de rechtbank in strafverzwarende zin mee.
Ook heeft de rechtbank kennisgenomen van de Pro Justitia-rapportage van 21 november 2022. Verdachte is in het Pieter Baan Centrum gedurende zes weken onderzocht door een multidisciplinair team, onder wie een psychiater en een psycholoog. Verdachte heeft zijn medewerking aan het onderzoek grotendeels geweigerd. Hoewel vanuit de levensloop van verdachte aanwijzingen voor het bestaan van een persoonlijkheidsstoornis naar voren komen, is het onderzoek volgens de deskundigen te beperkt geweest om tot een eigenstandige diagnostische conclusie te kunnen komen. Over de doorwerking van een eventuele stoornis en het recidiverisico kan bij gebrek aan diagnostiek geen advies worden gegeven.
Verder heeft de rechtbank kennisgenomen van het reclasseringsadvies van 7 augustus 2023. Het recidiverisico wordt als gemiddeld-hoog ingeschat. Er zijn volgens de reclassering aanwijzingen op het gebied van agressieregulatie. Zij ziet een delictpatroon in geweldsdelicten, waarin middelengebruik een rol heeft gespeeld. De reclassering heeft geadviseerd om een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, een ambulante behandelverplichting, meewerken aan middelencontrole, een contactverbod met het slachtoffer en een locatieverbod in een straal van 8000 meter rondom de woonplaats van het slachtoffer. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard bereid te zijn zich aan deze voorwaarden te houden.
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de ernst van de strafbare feiten en het strafblad van
verdachte, een deels voorwaardelijke gevangenisstraf zoals door de officier van justitie is gevorderd (omgerekend naar dagen) met een proeftijd van drie jaren en daaraan de door de reclassering geadviseerde voorwaarden, passend is. Het geadviseerde locatieverbod zal de rechtbank niet opleggen, omdat de noodzaak daartoe niet is gebleken. De rechtbank heeft hierbij ook betrokken dat het reclasseringsadvies meer dan een jaar geleden is opgemaakt. Het voorwaardelijke strafdeel dient ertoe om verdachte ervan te weerhouden zich in de toekomst opnieuw aan strafbare feiten schuldig te maken en te bewerkstelligen dat een oplossing wordt gevonden voor de problematiek van verdachte en zo de kans op recidive terug te dringen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een misdrijf dat gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een persoon. Wanneer er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een dergelijk misdrijf zal begaan, kan de rechtbank bevelen dat de bijzondere voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn. Daarvan is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake. In de ruim twee jaar sinds de bewezenverklaarde feiten is niet gebleken dat verdachte opnieuw een dergelijk misdrijf heeft gepleegd en evenmin is gebleken dat in die periode nieuwe incidenten tussen verdachte en het slachtoffer hebben plaatsgevonden. De rechtbank zal daarom niet de dadelijke uitvoerbaarheid bevelen.

7.De vordering tot tenuitvoerlegging

De officier van justitie heeft gevorderd dat de voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden die aan verdachte is opgelegd bij vonnis van 17 september 2020 ten uitvoer zal worden gelegd.
De rechtbank stelt vast dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig heeft gemaakt aan nieuwe strafbare feiten en daarmee de algemene voorwaarde heeft overtreden. Gelet hierop zal de vordering tot tenuitvoerlegging worden toegewezen.

8.De benadeelde partijen

Benadeelde partij [benadeelde 1]
De benadeelde partij [benadeelde 1] vordert een schadevergoeding van in totaal € 4.460,98 en voor de bij parketnummer 02/008947-22 ten laste gelegde feiten. Verder vordert zij € 776,- aan proceskosten.
De rechtbank heeft in de ochtend van 21 augustus 2021 een e-mail ontvangen van de Belgische advocaat van [benadeelde 1] . In deze e-mail heeft de advocaat toegelicht dat in België de burgerlijke belangen van het slachtoffer in een zaak kunnen worden aangehouden en geeft daarbij aan dat dit de meest aangewezen manier is.
De rechtbank begrijpt die e-mail zo dat door de advocaat is verzocht om de vordering los te koppelen van de strafprocedure, zodat de vordering binnen een civiel kader kan worden afgedaan. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom niet-ontvankelijk verklaren in de vordering en bepalen dat de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Benadeelde partij [benadeelde 2]
De benadeelde partij [benadeelde 2] vordert een schadevergoeding van € 30.375,- voor de bij parketnummer 10/069380-23 ten laste gelegde feiten.
Verdachte is vrijgesproken van de feiten waaruit de schade zou zijn ontstaan. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom niet-ontvankelijk verklaren in de vordering en bepalen dat de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 63, 282 en 300 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
-
spreekt verdachte vrijvan het bij parketnummer 02/008947-22 onder 2 primair en 3 ten laste gelegde en het bij parketnummer 10/069380-23 ten laste gelegde;
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4. is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
02/008947-22
feit 1:opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden, meermalen gepleegd;
feit 2 subsidiair:mishandeling, meermalen gepleegd;
-
verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 270 dagen, waarvan 85 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich gedurende de proeftijd zal melden bij Reclassering Nederland op het adres Marconistraat 2 te Rotterdam, zo lang en zo frequent als de reclassering dat noodzakelijk acht;
* dat verdachte zich gedurende de proeftijd onder behandeling zal stellen van De Waag of een soortgelijke zorgverlener, op de tijden en plaatsen als door of namens die instelling aan te geven, waarbij verdachte zich houdt aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door de zorgverlener worden gegeven. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling als de zorgverlener dat noodzakelijk acht;
* dat verdachte gedurende de proeftijd op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met [benadeelde 1] , geboren op [geboortedag 2] 2001 te [plaats] , zo lang het openbaar ministerie dit noodzakelijk acht. De politie ziet toe op handhaving van dit contactverbod;
* dat verdachte gedurende de proeftijd zal meewerken aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd;
voorwaarden daarbij zijn:
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
Vordering tenuitvoerlegging
- gelast dat de voorwaardelijke straf die bij vonnis d.d. 17 september 2020 is opgelegd in de zaak onder parketnummer 10/141836-20
ten uitvoer zal worden gelegd, te weten een
gevangenisstraf van 2 maanden;
Benadeelde partij [benadeelde 1]
- verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt de benadeelde partij [benadeelde 1] in de kosten van verdachte, tot nu toe begroot op nihil;
Benadeelde partij [benadeelde 2]
- verklaart de benadeelde partij [benadeelde 2] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt de benadeelde partij [benadeelde 2] in de kosten van verdachte, tot nu toe begroot op nihil;
Voorlopige hechtenis
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A. van Beelen, voorzitter, mr. E.B. Prenger en mr. C.H.M. Pastoors, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D. van Spelde, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 4 september 2024.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
De tenlastelegging
02/008947-22
1
hij op of omstreeks 10 januari 2022 te Tilburg en/of te [plaats] , althans
in Nederland
opzettelijk [benadeelde 1]
wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden,
immers heeft verdachte die voornoemde [benadeelde 1] gedurende een
tijdsverloop van ongeveer vier uren, althans een aantal uren,
- in een (personen)auto vervoerd en voornoemde [benadeelde 1]
meermalen belet om die auto te verlaten en/of
- voornoemde [benadeelde 1] in een (personen)auto gesleurd en/of
getrokken en/of
- naar een woning (gelegen aan [adres 2] )
gebracht en/of
- dreigend de woorden toegevoegd "als jij niet luistert dan krijg jij nog
meer slagen" waardoor en/of vervolgens voornoemde [benadeelde 1]
voornoemde woning binnen/in is gegaan en/of
- die [benadeelde 1] heeft belet die woning te verlaten;
2
hij op of omstreeks 10 januari 2022 te Tilburg
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
aan [benadeelde 1]
opzettelijk
zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
- met een hard voorwerp (met kracht) tegen/in/op hoofd van die
[benadeelde 1] heeft geslagen waarna die [benadeelde 1] bewusteloos is
geraakt en/of
- ( met kracht) bij de keel heeft vast gepakt en/of (vervolgens) heeft
dichtgeknepen en/of zolang heeft geknepen dat die [benadeelde 1]
bewusteloos is geraakt en/of
- meermalen, althans eenmaal, (met kracht) tegen/in/op het
gezicht/hoofd, althans het lichaam, te stompen en/of
- meermalen, althans eenmaal, (met kracht) aan de haren van te trekken
en/of
- meermalen, althans eenmaal, (met kracht en/of met geschoeide voet)
tegen/in/op de rug, althans het lichaam, (in) te trappen/schoppen en/of
- meermalen, althans eenmaal, (met kracht) met een stok, althans een
hard voorwerp, tegen/in/op de benen te slaan en/of
- ( met kracht) met een (oplaad)kabel/snoer tegen/in/op de hand,
althans het lichaam, te slaan,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 10 januari 2022 te Tilburg
[benadeelde 1] heeft mishandeld door
- met een hard voorwerp (met kracht) tegen/in/op hoofd van die
[benadeelde 1] heeft geslagen waarna die [benadeelde 1] bewusteloos is
geraakt en/of
- ( met kracht) bij de keel heeft vast gepakt en/of (vervolgens) heeft
dichtgeknepen en/of zolang heeft geknepen dat die [benadeelde 1]
bewusteloos is geraakt en/of
- meermalen, althans eenmaal, (met kracht) tegen/in/op het
gezicht/hoofd, althans het lichaam, te stompen en/of
- meermalen, althans eenmaal, (met kracht) aan de haren van te trekken
en/of
- meermalen, althans eenmaal, (met kracht en/of met geschoeide voet)
tegen/in/op de rug, althans het lichaam, (in) te trappen/schoppen en/of
- meermalen, althans eenmaal, (met kracht) met een stok, althans een
hard voorwerp, tegen/in/op de benen te slaan en/of
- ( met kracht) met een (oplaad)kabel/snoer tegen/in/op de hand,
althans het lichaam, te slaan;
3
hij op of omstreeks 10 januari 2022 te Tilburg
[benadeelde 1] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door die [benadeelde 1] dreigend de woorden toe te voegen "ik ga jou dood
slan" en/of "als jij niet luistert dan krijg jij nog meer slagen", althans
woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
10/069380-23
1
hij op of omstreeks 30 juli 2022 te Rotterdam
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
aan [benadeelde 2]
opzettelijk
zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
met een personenauto, in elk geval een voertuig tegen het lichaam van die
[benadeelde 2] heeft gereden/ is gebotst, in elk geval tegen de scooter waarop die
[benadeelde 2] reed, is gereden/gebotst en/of in elk geval in de richting van die scooter
is gereden, waardoor die [benadeelde 2] ten val is gekomen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij op of omstreeks 30 juli 2022 te Rotterdam
[benadeelde 2] heeft mishandeld door die [benadeelde 2] in het gezicht/ tegen het
hoofd, in elk geval het lichaam te slaan;
3
hij, als degene die al dan niet als bestuurder van een motorrijtuig betrokken was
geweest bij een verkeersongeval
dat had plaatsgevonden in Rotterdam op/aan de [adres 3] ,
op of omstreeks 30 juli 2022
de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten,
terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan een
ander (te weten [benadeelde 2] )
letsel en/of schade was toegebracht.