In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor de eenmalige energiebijdrage 2023. Eiser, die op een zeilboot woont en geen hoofdverblijf binnen de gemeente Breda heeft, heeft op 6 november 2023 een aanvraag ingediend. Het college van burgemeester en wethouders van Breda heeft deze aanvraag op 11 december 2023 afgewezen, met als argument dat eiser niet tot de doelgroep behoort volgens de Tijdelijke beleidsregel energiebijdrage 2023. Eiser heeft bezwaar aangetekend, maar het college heeft dit ongegrond verklaard in een besluit van 16 mei 2024. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 29 augustus 2024 behandeld. Eiser stelt dat de beleidsregel niet van toepassing is op zijn situatie, omdat hij wel degelijk energielasten heeft en dat hij ten onrechte niet is gehoord in de bezwaarfase. De rechtbank oordeelt dat het college de aanvraag op onjuiste gronden heeft afgewezen, omdat de motivering van het bestreden besluit niet deugdelijk is. De rechtbank vernietigt het besluit van 16 mei 2024, maar laat de rechtsgevolgen in stand, omdat eiser feitelijk hoofdverblijf heeft op zijn boot en dus niet voldoet aan de voorwaarden voor de energiebijdrage.
De rechtbank concludeert dat het college het griffierecht aan eiser moet vergoeden, maar dat de eerder ingediende verzoek om proceskostenvergoeding is ingetrokken. De uitspraak is openbaar gemaakt op 6 september 2024.