In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 april 2024, gaat het om een kort geding tussen een vrouw en een man over de zorg voor hun minderjarige kind. De vrouw, eiseres in conventie, vordert de toevertrouwing van de minderjarige aan haar, terwijl de man, gedaagde in conventie en eiser in reconventie, vraagt om de minderjarige aan hem toe te vertrouwen. De situatie is gecompliceerd door een escalatie in de relatie tussen de ouders, waarbij de man de minderjarige zonder toestemming van de vrouw heeft meegenomen en sindsdien weigert om hem terug te geven. Veilig Thuis is betrokken geraakt vanwege zorgen over de opvoedsituatie en heeft een onderzoek ingesteld. De voorzieningenrechter heeft tijdens de mondelinge behandeling op 5 april 2024 vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over de situatie van de minderjarige, die al langere tijd geen contact heeft met zijn moeder. De voorzieningenrechter heeft besloten dat de minderjarige voorlopig aan de man wordt toevertrouwd, maar heeft ook benadrukt dat het contact tussen de moeder en de minderjarige zo snel mogelijk moet worden hervat. De Raad voor de Kinderbescherming is verzocht om een onderzoek te verrichten naar de opvoedsituatie en de verdeling van zorg- en opvoedtaken. De voorzieningenrechter heeft de vordering van de vrouw afgewezen en de vordering van de man toegewezen, onder de voorwaarde dat er binnen vier weken een bodemprocedure wordt gestart.