Uitspraak
1.de vennootschap onder firma [gedaagde 1],
2.
[gedaagde 2],
3.
[gedaagde 3],
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft eiser, een consument, op 19 mei 2023 een tweedehands auto van het merk Citroën uit 2000 gekocht bij gedaagde 1, een handelaar in tweedehands auto’s, voor een bedrag van 1.400 euro. Na de aankoop ondervond eiser problemen met de auto, waaronder lekkage. Eiser heeft gedaagde 1 meerdere keren benaderd voor gratis reparaties, maar gedaagde 1 reageerde hier niet op. Uiteindelijk heeft eiser op 9 augustus 2023 de overeenkomst ontbonden en terugbetaling van de koopprijs en schadevergoeding geëist. Gedaagde 1 heeft de vordering afgewezen, stellende dat de auto bij levering geen gebrek had.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat Nederlands recht van toepassing is. De rechter heeft vastgesteld dat eiser niet heeft aangetoond dat de auto non-conform was. De kantonrechter heeft de vorderingen van eiser afgewezen, omdat de ernst en oorzaak van de gebreken niet vaststonden. Eiser heeft niet voldoende bewijs geleverd om aan te tonen dat de auto niet aan de overeenkomst voldeed. De proceskosten zijn voor rekening van eiser, die ongelijk heeft gekregen in deze procedure.