ECLI:NL:RBZWB:2024:6219
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Kort geding
- Toekoen
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor inschrijving van een minderjarige op een basisschool in het kader van een geschil tussen ouders
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 september 2024, is een kort geding aanhangig gemaakt door de man, die vervangende toestemming vordert voor de inschrijving van zijn minderjarige dochter op basisschool 1. De vrouw, de moeder van het kind, verzet zich hiertegen en wil dat het kind wordt ingeschreven op basisschool 2. De partijen hebben een affectieve relatie gehad en hebben samen een minderjarig kind, dat onder toezicht is gesteld van de gecertificeerde instelling (GI) en de Raad voor de Kinderbescherming. Tijdens de mondelinge behandeling op 30 augustus 2024 zijn beide partijen verschenen, bijgestaan door hun advocaten, en is de zaak met gesloten deuren behandeld vanwege de privacy van het kind.
De man stelt dat de inschrijving op basisschool 1 in het belang van het kind is, omdat zij daar al vriendjes heeft en zich op haar gemak voelt. De vrouw daarentegen betoogt dat de inschrijving op basisschool 2 praktischer is, gezien de nabijheid van de school en de mogelijkheid voor het kind om samen met haar andere kinderen naar school te gaan. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er een spoedeisend belang is bij de schoolkeuze, maar dat partijen er samen niet uit zijn gekomen. De voorzieningenrechter heeft uiteindelijk besloten dat het kind ingeschreven zal worden op basisschool 2, omdat dit de meest praktische oplossing biedt en het belang van het kind voorop staat.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter de vorderingen van de vrouw om het kind op haar adres in te schrijven en de zorgregeling te wijzigen afgewezen, omdat er geen spoedeisend belang is aangetoond. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct uitgevoerd kan worden, ook als de man daartegen in beroep gaat.