ECLI:NL:RBZWB:2024:6238

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
6 september 2024
Publicatiedatum
9 september 2024
Zaaknummer
C/02/425940 FA RK 24-3924
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Dijkman
  • mr. De Haas
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming tijdelijke voogdij voor minderjarige vluchteling

Op 6 september 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de tijdelijke voogdij over een minderjarige vluchteling. De minderjarige, geboren in 2007, is op 26 januari 2024 in Nederland aangekomen en verblijft sindsdien zonder zijn ouders, die in Turkije verblijven. De ouders zijn onbekend en verkeren in de onmogelijkheid om het gezag uit te oefenen. De rechtbank heeft op basis van de relevante artikelen uit het Burgerlijk Wetboek, met name artikel 1:253r en 1:253q, geoordeeld dat het gezag over de minderjarige is geschorst. De Gecertificeerde Instelling Stichting Nidos is benoemd tot tijdelijke voogdes, zodat er snel beslissingen over de minderjarige genomen kunnen worden. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Zittingsplaats: Middelburg
Zaaknummer: C/02/425940 FA RK 24-3924
Datum uitspraak: 6 september 2024
Beschikking betreffende tijdelijke voogdij
in de zaak van
de [minderjarige],
geboren op [geboortedag] 2007 te [geboorteplaats] , [land] ,
thans verblijvende te [verblijfsadres] .
Als belanghebbende is in deze zaak aangemerkt:
- Stichting NIDOS,hierna te noemen de Gecertificeerde Instelling (GI), gevestigd te [adres] .

1.Het procesverloop

1.1
De rechtbank oordeelt op grond van de navolgende stukken:
- het op 22 augustus 2024 ontvangen verzoek van Stichting Nidos van 22 augustus 2024, met bijlagen;
- de bereidverklaring van Stichting Nidos van 22 augustus 2024 tot aanvaarding van de tijdelijke voogdij over de minderjarige;
- de akkoordverklaring met het opdragen van de tijdelijke voogdij aan Stichting Nidos van de minderjarige van 5 augustus 2024.

2.De beoordeling

2.1
Ingevolge artikel 1:253r lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) juncto artikel 1:253q BW benoemt de rechtbank een voogd indien één of beide ouder(s) al dan niet tijdelijk in de onmogelijkheid verkeert/verkeren het gezag uit te oefenen of indien het bestaan of de verblijfplaats van één of beide ouder(s) onbekend is. Gelet op lid 2 van artikel 1:253r BW is het gezag, dat aan één of beide ouder(s) toekomt, geschorst gedurende de tijd waarin een van de in het eerste lid bedoelde omstandigheden zich voordoet. Ingevolge artikel 1:253q lid 3 BW kan de rechtbank een voogd benoemen indien het gezag van de gezag hebbende ouder geschorst is.
2.2
Uit de overgelegde stukken blijkt dat de minderjarige op 26 januari 2024 in Nederland is aangekomen en sindsdien zonder zijn ouders in Nederland verblijft. De ouders van de minderjarige zijn mevrouw [naam 1] en de heer [naam 2] en zij verblijven in Turkije. Verdere persoonsgegevens van de ouders en hun lot zijn onbekend.
2.3
Vaststaat dat de ouders van de minderjarige in de onmogelijkheid verkeren het gezag over de minderjarige uit te oefenen, nu hun lot onbekend is en de minderjarige zonder hen in Nederland verblijft. Dit betekent dat het gezag over de minderjarige is geschorst. Gelet op de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen en de voornoemde bereidverklaring van de GI zal de rechtbank de GI benoemen tot (tijdelijk) voogdes aangezien het belang van de minderjarige gediend is bij een maatregel waardoor er zo spoedig mogelijk beslissingen over hem genomen kunnen worden.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1
benoemt over de [minderjarige] , geboren op [geboortedag] 2007 te [geboorteplaats] , [land] , tot tijdelijke voogdes de Gecertificeerde Instelling Stichting Nidos, gevestigd te [adres];
3.2
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. Dijkman, rechter, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 6 september 2024 in tegenwoordigheid van mr. De Haas, griffier.
Mededeling van de griffier:
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
  • door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch.