Op 6 september 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de tijdelijke voogdij over een minderjarige vluchteling. De minderjarige, geboren in 2007, is op 26 januari 2024 in Nederland aangekomen en verblijft sindsdien zonder zijn ouders, die in Turkije verblijven. De ouders zijn onbekend en verkeren in de onmogelijkheid om het gezag uit te oefenen. De rechtbank heeft op basis van de relevante artikelen uit het Burgerlijk Wetboek, met name artikel 1:253r en 1:253q, geoordeeld dat het gezag over de minderjarige is geschorst. De Gecertificeerde Instelling Stichting Nidos is benoemd tot tijdelijke voogdes, zodat er snel beslissingen over de minderjarige genomen kunnen worden. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.