Uitspraak
1.De procedure
- de inleidende dagvaarding van 7 maart 2024 met (19) producties;
- de conclusie van antwoord,
- het vonnis van 5 juni 2024 waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- de mondelinge behandeling van 14 augustus 2024 waarbij [eiser] en zijn gemachtigde zijn verschenen, en waarvan door de griffier zittingsaantekeningen zijn gemaakt. Namens [gedaagde] is niemand verschenen en ook geen bericht van afwezigheid ontvangen.
2.De feiten
mei 2022bij [gedaagde] gordijnen met toebehoren besteld ter inrichting van zijn woning. Het aankoopbedrag bedroeg € 6.437,72 inclusief btw en zag op de levering en op de plaatsing van de gordijnen met toebehoren.
september 2022zijn de gordijnrails geplaatst.
11 en 12 oktober 2022heeft [eiser] aan [gedaagde] het volgende meegedeeld:
december 2022zijn de gordijnen (deels) geplaatst.
medio december 2022heeft [eiser] aan [gedaagde] het volgende meegedeeld:
25 januari 2023is [naam 2] van het gordijnatelier van [gedaagde] bij [eiser] naar de gordijnen komen kijken. De gordijnen zijn gestoomd en (tijdelijk) ingebonden.
24 februari 2023heeft [eiser] het volgende aan [gedaagde] verstuurd:
19 mei 2023is [naam 2] van het gordijnatelier van [gedaagde] nogmaals komen kijken, of de klachten van [eiser] verholpen konden worden.
eind mei/begin juni 2023via WhatsApp het volgende aan [gedaagde] bericht:
1 juni 2023(19:23 uur) heeft [gedaagde] , voor zover relevant, het volgende aan [eiser] geschreven:
de volgende dag, voor zover relevant, de volgende berichten aan [gedaagde] verstuurd:
5 juni 2023heeft [eiser] een e-mail gestuurd aan [gedaagde] waarin hij, voor zover relevant, het volgende heeft meegedeeld:
begin/medio juni 2023, voor zover relevant, over en weer nog de volgende berichten verstuurd via WhatsApp:
20 juni 2023heeft [eiser] (aangetekend) een schriftelijke ingebrekestelling gestuurd. Hierin is, voor zover relevant, het volgende meegedeeld:
7 juli 2023heeft [gedaagde] hierop per e-mail, voor zover relevant, het volgende geantwoord:
13 oktober 2023[gedaagde] nogmaals de mogelijkheid geboden om de gebreken duurzaam en naar tevredenheid van [eiser] te herstellen binnen twee weken na dagtekening van die brief. Hierbij is aangezegd dat, wanneer [gedaagde] niet tot herstel overgaat, [eiser] de overeenkomst ten aanzien van de gordijnen buitengerechtelijk zal ontbinden en het aankoopbedrag van € 6.437,72 zal terugvorderen.
29 november 2023is de heer [naam 4] , [bedrijf 4] , bij [eiser] geweest om (onder andere) de gordijnen te onderzoeken. Namens [gedaagde] was de heer [naam 1] hier ook bij aanwezig. Op
14 december 2023is een rapport van expertise opgesteld.
16 januari 2024is de overeenkomst door (de gemachtigde van) [eiser] buitengerechtelijk ontbonden en is [gedaagde] gesommeerd om het aankoopbedrag terug te betalen.
3.De vordering en het verweer
€ 6.437,72 inclusief btw, ongedaan worden gemaakt, aldus [eiser] .
4.De beoordeling
eentekortkoming in de nakoming van de verbintenis van [gedaagde] [1] . Uitgangspunt voor de kantonrechter is het expertiserapport van 14 december 2023, waaruit zes gebreken volgen die volgens de expert door de maker van de gordijnen zijn veroorzaakt, namelijk:
- te veel stof gemeten/berekend
- ontbrekende verzwaring zijzomen
- verdeling/overlap niet in orde
- ongelijke afstelling verstelbare haken
- ongelijke hoogte gordijnen/over de grond slepen gedeeltes
- te veel runners/eindstopjes
– mede gelet op de tijd die al was verstreken sinds de levering in december 2022 – redelijk. Dat geldt ook voor de termijn van 3 weken tot 11 juli 2023 voor het daadwerkelijke herstel. Niet gesteld of gebleken is echter dat [gedaagde] voor 4 juli 2023 heeft gereageerd.
breedte niet allemaal klopten. Zo was bij een raam het gordijn aan de ene kant 60 centimeter breed en aan de andere kant het gordijn 160 centimeter breed. [gedaagde] had verder aan [eiser] meegedeeld dat de stof niet meer beschikbaar was, zodat volledig herstel – zonder (zicht)schade – daarom al niet mogelijk was volgens [eiser] . Verder is het weliswaar zo dat de vloer mogelijk niet overal exact waterpas is (volgens de expert nagenoeg waterpas), maar [eiser] heeft verklaard dat hiermee bij het inmeten en (ver)maken van de gordijnen zodanig rekening gehouden had kunnen worden dat er (in ieder geval optisch) nagenoeg geen sprake was van ongelijkheid. [gedaagde] is tijdens de mondelinge behandeling niet verschenen en heeft al deze verklaringen niet weersproken.
€ 6.437,72 zal worden toegewezen vanaf de datum van ontbinding, 16 januari 2024. [gedaagde] heeft de verschuldigdheid hiervan niet weersproken.