In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 augustus 2024 een beschikking gegeven over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2017, in een pleegzorgvoorziening. De kinderrechter heeft de gecertificeerde instelling, William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, gemachtigd om het verzoek tot verlenging in te dienen. De moeder van de minderjarige, die onder toezicht is gesteld, heeft te maken met diverse problemen, waaronder verslavingsproblematiek en een onveilige thuissituatie. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder onvoldoende beschikbaar is voor de opvoeding van de minderjarige en dat er zorgen zijn over de ontwikkeling van het kind. De kinderrechter heeft besloten de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 18 januari 2025, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar is bij voorraad. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen drie maanden na de uitspraak.