ECLI:NL:RBZWB:2024:6344

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 september 2024
Publicatiedatum
13 september 2024
Zaaknummer
10957659 CV EXPL 24-687
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Van Dam
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van huurkoopovereenkomst en verplichtingen van gedaagde tot afgifte en betaling

In deze zaak heeft The Lease Factory B.V. een huurkoopovereenkomst gesloten met gedaagde voor een Toyota Vorkheftruck 16 T Electro. De overeenkomst, die op 28 oktober 2022 werd aangegaan, had een looptijd van 60 maanden met een maandelijkse leasetermijn van € 370,08. Gedaagde heeft echter de leasetermijnen voor juli en december 2023 niet voldaan, ondanks herhaalde verzoeken van The Lease Factory. Hierdoor heeft The Lease Factory op 1 februari 2024 de overeenkomst ontbonden.

In de procedure vorderde The Lease Factory onder andere de verklaring voor recht dat de huurkoopovereenkomst is ontbonden, afgifte van de vorkheftruck, en betaling van de achterstallige leasetermijnen en rente. Gedaagde erkende de betalingsachterstand, maar voerde aan dat deze het gevolg was van privéomstandigheden en dat hij bereid was zijn verplichtingen alsnog na te komen.

De kantonrechter oordeelde dat gedaagde tekortgeschoten was in zijn verplichtingen en dat The Lease Factory bevoegd was de overeenkomst te ontbinden. De rechter verklaarde de huurkoopovereenkomst ontbonden en veroordeelde gedaagde tot afgifte van de vorkheftruck binnen vijf werkdagen, met een dwangsom voor het geval hij hier niet aan voldeed. Daarnaast werd gedaagde veroordeeld tot betaling van de achterstallige leasetermijnen, rente, en buitengerechtelijke incassokosten. De kosten voor inname van de vorkheftruck en aangifte bij de politie werden afgewezen, omdat deze kosten nog niet waren gemaakt en onzeker was of ze daadwerkelijk zouden ontstaan.

Tot slot werd gedaagde in de proceskosten veroordeeld, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het vonnis is uitgesproken door mr. Van Dam op 11 september 2024.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Bergen op Zoom
Zaaknummer: 10957659 \ CV EXPL 24-687
Vonnis van 11 september 2024
in de zaak van
THE LEASE FACTORY B.V.,
te Eindhoven,
eisende partij,
hierna te noemen: The Lease Factory B.V.,
gemachtigde: [gemachtigde 1] ,
tegen
[gedaagde] , H.O.D.N. [bedrijf van gedaagde],
te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 13 maart 2024 en de daarin genoemde stukken,
- de mondelinge behandeling van 7 augustus 2024.
1.2.
Op de mondelinge behandeling is de heer [gemachtigde 2] van The Lease Factory, verschenen. [gedaagde] is niet op de mondelinge behandeling verschenen.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Waar gaat de zaak over?

2.1.
Partijen hebben op 28 oktober 2022 een huurkoopovereenkomst voor de duur van 60 maanden gesloten terzake een Toyota Vorkheftruck 16 T Electro (hierna: de vorkheftruck). Op de huurkoopovereenkomst zijn de algemene voorwaarden van The Lease Factory van toepassing. De maandelijkse leasetermijn bedroeg € 370,08. [gedaagde] heeft de leasetermijnen voor de maanden juli en december 2023 ondanks meerdere verzoeken niet voldaan, zodat The Lease Factory de huurkoopovereenkomst op 1 februari 2024 per brief heeft ontbonden.

3.Het geschil

3.1.
The Lease Factory B.V. vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
a. te verklaren voor recht dat de huurkoopovereenkomst met betrekking tot de vorkheftruck is ontbonden,
[gedaagde] te veroordelen:
b. tot afgifte van de vorkheftruck, dan wel een door haar aan te wijzen derde, binnen 72 uur na betekening van het in dezen te wijzen vonnis, zulks op straffe van een dwangsom van
€ 400,00 per dag met een maximum van € 25.000,00,
c. tot betaling van € 21.550,68, te vermeerderen met de rente van 18% per jaar, subsidiair de wettelijke handelsrente, meer subsidiair de wettelijke rente over € 19.493,31 gerekend vanaf heden tot aan de dag der voldoening, rekening houdende met dat indien de heftruck wordt ingeleverd en vervolgens verkocht, de openstaande vordering wordt verminderd met de verkoopopbrengst,
d. in de proceskosten.
e. tot betaling van € 859,10, indien The Lease Factory tot inname van de heftruck moet overgaan.
f. tot betaling van € 211,75 indien The Lease Factory tot aangifte bij de politie moet overgaan.
3.2.
The Lease Factory legt aan haar vorderingen ten grondslag dat [gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. Hij heeft leasetermijnen onbetaald gelaten, waardoor een achterstand is ontstaan. Nadat The Lease Factory de overeenkomst buitengerechtelijk heeft ontbonden, is [gedaagde] niet overgegaan tot het inleveren van de vorkheftruck. Omdat [gedaagde] de leasetermijnen niet (tijdig) heeft voldaan, moet hij ook de rente en incassokosten betalen.
3.3.
[gedaagde] voert verweer. Hij erkent dat er sprake is van een achterstand. Deze was het gevolg van privéomstandigheden. [gedaagde] maakt bezwaar tegen de ontbinding van de overeenkomst, omdat hij bereid is alsnog zijn verplichtingen na te komen.
3.4.
Op de standpunten van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Ontbinding van de overeenkomst en afgifte van de vorkheftruck
4.1.
[gedaagde] heeft een achterstand in de betaling van de leasetermijnen laten ontstaan en is daarmee tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen. The Lease Factory heeft [gedaagde] in gebreke gesteld en uiteindelijk per brief en e-mail van 1 februari 2024 de overeenkomst ontbonden. The Lease Factory was daartoe bevoegd op grond van de wet (artikel 6:265 BW) en de algemene voorwaarden (artikel 43). De verklaring voor recht die The Lease Factory eist, kan daarom worden toegewezen.
4.2.
Daarnaast moet [gedaagde] de vorkheftruck teruggeven aan The Lease Factory, omdat The Lease Factory nog steeds de eigenaar is van de vorkheftruck. De termijn tot afgifte zal worden gesteld op vijf werkdagen na betekening van dit vonnis. Daarbij overweegt de kantonrechter dat [gedaagde] , indien deze door de betekening van het vonnis kennis heeft kunnen nemen van de inhoud daarvan, de gelegenheid moet worden geboden om binnen een redelijke termijn aan de veroordeling tot afgifte te voldoen, waarbij een termijn van vijf werkdagen als een redelijke termijn voor nakoming wordt gezien. Hoewel [gedaagde] nauwelijks concreet verweer heeft gevoerd met betrekking tot de gevorderde dwangsommen, ziet de kantonrechter aanleiding om de gevorderde dwangsom te matigen zoals onder de beslissing staat vermeld.
Leasetermijnen
4.3.
Omdat [gedaagde] een achterstand heeft in de betaling van de leasetermijnen, moet hij op grond van artikel 43 van de algemene voorwaarden naast die achterstand ook de resterende leasetermijnen betalen. De gevorderde betaling van de hoofdsom zal dan ook worden toegewezen, met dien verstande dat de verkoopopbrengst van de vorkheftruck de van dit bedrag moet worden afgetrokken.
Rente
4.4.
The Lease Factory vordert de contractuele rente van 18% per jaar over de totale hoofdsom. Deze vordering is alleen toewijsbaar over de betalingsachterstand tot de datum van ontbinding. Die was toen € 740,16. De kantonrechter gaat ervan uit dat het bedrag aan verschenen rente dat in de dagvaarding staat (€ 108,04), daarom niet juist is berekend. De contractuele rente wordt toegewezen vanaf de verschillende vervaldata van de facturen.
4.5.
Omdat de overeenkomst (en daarmee ook de algemene voorwaarden) is ontbonden, kan The Lease Factory geen aanspraak maken op de contractuele rente over de leasetermijnen na ontbinding. Evenmin is toewijzing van de gevorderde wettelijke handelsrente mogelijk. Het bedrag aan leasetermijnen na ontbinding is namelijk een schadevergoeding. Gelet hierop zal de kantonrechter over het bedrag van € 18.753,15 de wettelijke rente toewijzen vanaf de ontbindingsdatum (artikel 6:83 sub b BW).
Buitengerechtelijke incassokosten
4.6.
The Lease Factory vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten op grond van haar algemene voorwaarden. In dit geval acht de kantonrechter redenen aanwezig om de vergoeding op grond van artikel 242 Rv te matigen tot het bedrag, berekend op grond van de bij het Besluit vergoeding voorbuitengerechtelijke incassokosten horende staffel, nu niet is gesteld en onderbouwd dat er zodanige buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht die een hoger bedrag dan de staffel rechtvaardigen. De kantonrechter zal [gedaagde] dan ook veroordelen tot betaling van € 969,93 aan buitengerechtelijke incassokosten.
4.7.
De kosten voor inname van de vorkheftruck en aangifte bij de politie zullen worden afgewezen. Uit artikel 43 van de algemene voorwaarden kan niet worden afgeleid dat gedaagde de kosten van aangifte verschuldigd is. Bovendien zijn de kosten van inname en aangifte nog niet gemaakt en is het ook niet zeker dat die kosten (tot het gevorderde bedrag) gemaakt zullen worden.
4.8.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van The Lease Factory B.V. worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
115,84
- griffierecht
1.409,00
- salaris gemachtigde
1.086,00
(2,00 punten × € 543,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.745,84

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verklaart de huurkoopovereenkomst met betrekking tot de Toyota Vorkheftruck 16 T Electro ontbonden,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot afgifte van de vorkheftruck binnen vijf werkdagen na betekening van dit vonnis, zulks op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag dat hij met de afgifte in gebreke blijft, met een maximum van € 25.000,00,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan The Lease Factory B.V. te betalen een bedrag van € 19.493,31,
  • te vermeerderen met de overeengekomen rente van 18% per jaar over € 740,16, vanaf de respectieve vervaldata van de onderliggende facturen, tot de dag van volledige betaling,
  • te vermeerderen met de wettelijke rente over € 18.753,15 vanaf 1 februari 2024 tot de dag van volledige betaling,
met dien verstande dat, indien de vorkheftruck door [gedaagde] wordt ingeleverd en vervolgens door The Lease Factory wordt verkocht, de verkoopopbrengst in mindering wordt gebracht,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] om aan The Lease Factory een bedrag van € 969,93 aan buitengerechtelijke kosten te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag indien betaling van dit bedrag na betekening niet binnen de door de deurwaarder vermelde termijn plaatsvindt,
5.5.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 2.745,84, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van Dam en in het openbaar uitgesproken op 11 september 2024.