ECLI:NL:RBZWB:2024:6345
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Van Dam
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst wegens overlast en illegale prostitutie
In deze zaak heeft de kantonrechter op 11 september 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Alwel en de bewindvoerder van een huurder, [rechthebbende]. De huurovereenkomst tussen Alwel en [rechthebbende] werd ontbonden vanwege herhaaldelijke overlast en illegale prostitutie in de gehuurde woning. Alwel had in 2018 een huurovereenkomst gesloten met [rechthebbende], die in 2019 werd verlengd. Gedurende de huurperiode ontving Alwel meerdere meldingen van overlast, waaronder prostitutie en het ontvangen van personen onder invloed. Ondanks pogingen van Alwel om de situatie te verbeteren, waaronder het aanbieden van een woningruil, voldeed [rechthebbende] niet aan de voorwaarden en bleef de overlast aanhouden. De kantonrechter oordeelde dat de tekortkomingen van [rechthebbende] in de nakoming van de huurovereenkomst, waaronder het niet schoonhouden van de woning en het niet hebben van een hoofdverblijf in het gehuurde, de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigden. De bewindvoerder werd veroordeeld om de woning binnen een maand na betekening van het vonnis te ontruimen en tot betaling van een gebruiksvergoeding en kosten voor het verwijderen van spullen in de brandgang. De kantonrechter benadrukte dat het belang van Alwel als verhuurder prevaleert boven het belang van [rechthebbende].