Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.De zaak in het kort
2.De procedure
3.De feiten
- NAW-gegevens;
- burgerservicenummer;
- indicatiebesluit;
- verwijzing zorgkantoor/Wlz-uitvoerder;
- verzekeringsgegevens;
- datum geplande aanvang zorgverlening;
- datum aanvang zorgverlening;
- afdeling/behandelaar;
- zorgplan/zorgzwaarte;
- omvang en aard geleverde zorgprestaties;
- mutaties in de zorgverlening.(…)’
- CCC verleende gebrekkige medewerking aan de materiële controle;
- cliëntendossiers bevatten weinig informatie en gegevens ontbraken;
- zaken die duiden op administratieve/bestuurlijke chaos binnen CCC;
- CCC declareerde fors hoger dan vergelijkbare instellingen;
- hoge declaraties ten opzichte van de indicatie, in dit geval overschrijding van het toewijzingspercentage, waardoor het toegekende budget ruim is overschreden.
- Bij [naam 2] , de heer [naam 6] en mevrouw [naam 7] is op meerdere dagen 12,5 uur verpleging gedeclareerd, terwijl uit de stukken niet blijkt dat die uren aan verpleging zijn verleend. Uit de aangeleverde stukken blijkt de noodzaak voor het gedeclareerde aantal uren verpleging eveneens niet. Bovendien kon u tijdens ons interview niet verklaren waarom er 12,5 uur verpleging per dag is gedeclareerd bij sommige cliënten.
- Bij [naam 2] is in de periode van 22 november 2018 tot en met 31 december 2018 in totaal 318,5 uur zorg gedeclareerd, terwijl er geen onderbouwing is aangetroffen dat deze zorg is verleend. Over deze periode ontbreken voor deze cliënt zowel de facturen van de zzp’ers als de uitbetalingen aan Thuis in Zorg B.V., die volgens de planning de zorg in deze periode heeft verleend. Doordat ook de bijbehorende rapportages, waarin de verleende zorg moet zijn omschreven, ontbreekt, kan niet worden aangetoond dat de zorg is geleverd. Dat is echter een vereiste.
- Bij [naam 2] is op zes dagen van 07.00 uur tot 19.30 uur zorg gedeclareerd en opgenomen in de planning, terwijl mevrouw op die dagen naar de dagopvang was bij een andere zorgverlener.
- Bij de heer [naam 6] is vier dagen 12,5 uur zorg gedeclareerd en opgenomen in de planning, terwijl uit zowel de factuur van de zzp’er als uit het zorgdossier blijkt dat de heer [naam 6] was opgenomen in het ziekenhuis en er geen zorg is verleend door Stichting CCC Zorg.
- Bij de heer en [naam 2] is in de periode van 11 december 2018 tot en met 14 februari 2019 dagelijks tot 12,5 uur zorg gedeclareerd op (grotendeels) overlappende tijdstippen, terwijl uit de aangeleverde stukken blijkt dat er dagelijks slechts één zzp’er was om aan hen beiden de zorg te verlenen.
4.Het geschil
5.De beoordeling
Geen toestemming voor de ingeschakelde onderaannemers
Overschrijding van het zorgtoewijzingspercentage
Onvoldoende onderbouwing van de medische noodzaak
Gedeclareerde zorg is niet (aantoonbaar) verleend